SUCCESSIEPLANNING - 12.05.2023

Gunstregeling overdracht familiale vennootschap: de saga gaat verder...

Meer dan tien jaar geleden besliste de Vlaamse regering om een vrijstelling van schenkbelasting (0%) te voorzien voor wie de aandelen van zijn familiale vennootschap zou schenken aan zijn opvolgers. Bovendien werd er in de erfbelasting een vlak en verlaagd tarief van 3% in rechte lijn en tussen partners ingevoerd om de successieschok bij een plots overlijden te milderen. Er werden heel wat voorwaarden gekoppeld aan deze gunstregelingen. Waar moet u vandaag op letten bij het toepassen ervan? En wat als u naast uw exploitatie ook privépatrimonium in uw vennootschap heeft ondergebracht? Een stand van zaken.

Belangrijkste voorwaarden

Aandelenbezit

Om in aanmerking te komen voor de gunstregeling, moet de schenker of erflater, al dan niet samen met zijn familie, aandelen bezitten die minstens 50% van de stemrechten vertegenwoordigen. Wanneer men met een of twee andere aandeelhouders respectievelijk 70% dan wel 90% van de stemrechten bezit, wordt deze grens teruggebracht tot 30%. Een zakelijke, niet-familiale samenwerking tussen aandeelhouders sluit de gunstregeling dus niet per definitie uit.

De klassieke valkuil bij deze voorwaarde is de combinatie van aandelen (stemrechten) in privébezit met aandelen aangehouden door een holdingvennootschap. Zowel binnen een strikt familiale samenwerking, als binnen samenwerkingen met derden, moeten de verschillende grenzen (30%, 50%, 70% en 90%) berekend worden op basis van de aandelen in privébezit. De aandelen in het bezit van een vennootschap mogen dus niet in aanmerking genomen worden, zelfs al bent u de enige eigenaar van deze vennootschap. Als een aandeelhouder via privéaandelen 33,33% van de stemrechten bezit en twee andere aandeelhouders hun aandelen in een holdingvennootschap hebben gestructureerd, dan mogen de aandelen in het bezit van de holdings niet in rekening gebracht worden voor de 70%- of 90%-grens, waardoor de 33,33%-participatie volledig uit de boot valt voor de gunstregeling.

Actieve (dochter)vennootschap

De vennootschap moet daarnaast een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwbedrijf of een vrij beroep tot voorwerp hebben en deze ook effectief uitoefenen. Als de vennootschap een ‘zuivere holding’ is, die als enige activiteit de aandelen van (een) andere vennootschap(pen) aanhoudt, eventueel aangevuld met het bestuur ervan, dan komt deze niet in aanmerking voor de gunstregeling, tenzij en in de mate dat deze holding een ‘actieve dochtervennootschap’ bezit voor minstens 30%. Het wordt heel wat ingewikkelder als de holding daarnaast ook bepaalde diensten levert en factureert(!), zoals boekhoud- en personeelsdiensten, aan haar eigen dochtervennootschap, de zogenaamde intragroepsdiensten. Volgens de omzendbrief 2015/2 kan dit volstaan om van een actieve holding te spreken, maar de recente praktijk leert dat Vlabel toch vaak strenger benadert. Een goede onderbouw van de diensten en de facturatie is cruciaal (zie ook hierna) .

Reële economische activiteit

Als de vennootschap een economische activiteit uitoefent, maar bepaalde drempels inzake personeelskosten (werknemers!) en onroerend goed op de balans niet respecteert, geldt er een wettelijk vermoeden dat de economische activiteit van de vennootschap niet ‘reëel’ is. De belastingplichtige mag dan het tegenbewijs leveren en, ondanks de lage personeelskosten en de hoeveelheid terreinen en gebouwen geboekt op de balans, bewijzen dat de economische activiteit wel reëel is.

Vlabel heeft deze mogelijkheid om tegenbewijs te leveren al sinds 2015 sterk beperkt. Een aantal recente rechterlijke uitspraken in de omgekeerde zin, worden nu ook bevestigd door het Grondwettelijk Hof (GwH, nr. 51/2023, 23.03.2023) . Vereenvoudigd gesteld bevestigt het Hof dat een vennootschap die een economische meerwaarde levert en daarnaast investeert in onroerend goed, voor zijn totaliteit in aanmerking kan komen voor het vlakke en verlaagde tarief in de erfbelasting, en bij uitbreiding dus ook voor de vrijstelling in de schenkbelasting. Het Grondwettelijk Hof geeft de belastingplichtige dus de mogelijkheid om, naast zijn economische activiteit, namens de vennootschap te investeren in onroerend goed, zonder dat daardoor het recht op de gunstregeling verloren gaat. Deze evolutie in de rechtspraak heeft recent (weer) heel wat losgemaakt in politieke kringen: van een voorstel van decreet ingediend door de oppositie in het Vlaams Parlement (voorstel van decreet 2022-2023, nr. 1648, 29.03.2023) tot een vurig debat in de bevoegde commissie. Een op te volgen onderwerp!

Aandachtspunten

Management: what’s in a name?

Het begrip ‘economische activiteit’ is niet altijd even helder. Zo merken we in de praktijk dat heel wat vennootschappen uit de boot vallen, omdat ze managementactiviteiten verrichten ten voordele van een zuster- of dochtervennootschap. Als het management louter beperkt is tot het bestuur van een andere vennootschap, zal Vlabel deze visie niet wijzigen. Maar in heel wat gevallen blijkt dat de term ‘management’ (of het alternatief ‘consultancy’) een vlag is die vele ladingen dekt: personeelsbeheer, boekhouding, cliënten- en/of facturatiebeheer, dienstverlening in het kader van kantoorruimtes (business center, al dan niet beperkt tot één cliënt).

Door al deze diensten in de facturatie te bundelen onder de termen management of consultancy, zal Vlabel niet geneigd zijn te aanvaarden dat het om een economische activiteit gaat. Wilt u toch enige slaagkans hebben om in aanmerking te komen voor de gunstregeling, dan kan het nuttig zijn om met betrekking tot deze diensten een of meerdere dienstverleningsovereenkomsten, met een exacte omschrijving van de diensten, te sluiten tussen de verschillende vennootschappen. Daarenboven splitst u de facturatie het best op, zodat duidelijk wordt welke diensten en activiteiten er precies verricht worden. Afhankelijk van de economische substantie, kan het geheel van deze diensten wel degelijk een economische activiteit vormen.

Onroerend goed

Heeft u als bestuurder van uw economisch actieve vennootschap beslist om te diversifiëren en dus een deel van de middelen te beleggen in onroerend goed dat niet bestemd is voor de exploitatie? Dan riskeert u dus onder bepaalde voorwaarden uit de boot te vallen wegens een vermoeden van gebrek van een reële economische activiteit. Zoals hierboven toegelicht, is de recente rechtspraak, waaronder ook het Grondwettelijk Hof, het niet eens met de te strenge interpretatie door Vlabel. Bij het schrijven van dit artikel, heeft Vlabel nog geen aankondiging gedaan met betrekking tot zijn houding in de toekomst.

Als Vlabel zijn houding zou versoepelen – wat vanuit juridisch standpunt logisch zou zijn – dan zal hij zijn omzendbrief 2015/2 moeten aanpassen. Tegelijk blijft het risico bestaan dat de fiscus een strenge interpretatie blijft volhouden en dus de belastingplichtige zo dwingt een procedure te voeren om zijn rechten op te eisen. Helaas heeft het Grondwettelijk Hof in zijn arrest ook gewaarschuwd voor fiscaal misbruik in geval van inbreng van onroerende goederen in economische actieve vennootschappen: een wapen dat Vlabel maar al te graag bovenhaalt. De vraag is bovendien hoe de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement, met de verkiezingen van 2024 in zicht, hiermee zullen omgaan. Een zorgvuldige opbouw van de vennootschapsstructuur en het -vermogen blijven dus prioritair om in aanmerking te kunnen blijven komen voor de gunstregeling.

ADVIEZEN

  • Besteed de nodige aandacht aan de aandeelhoudersstructuur van uw vennootschap(pen). De combinatie van privéaandelenbezit en aandelen in een of meerdere holdings kan aanleiding geven tot het verlies van de gunstregeling.
  • Wanneer de vennootschap goederen of diensten levert aan meerdere derden, particulier en/of b2b, zal het voldoen aan de activiteitsvoorwaarde zelden een probleem vormen. Wanneer echter producten of diensten verkocht worden aan één klant, vaak een dochter- of zustervennootschap, wordt het bewijs lastiger. Onderbouw dus steeds goed de diensten aan de hand van precieze overeenkomsten en gedetailleerde facturen, en vermijd dus gemakkelijke veralgemeningen.
  • Ondanks de gunstige rechtspraak met betrekking tot het bezit van onroerende goederen, blijven we vandaag toch waakzaam voor onroerende goederen op de balans die niet dienstig zijn voor de activiteit zelf. Een aangepaste vennootschapsstructuur of sterke onderbouwing van het hoe en waarom u in deze onroerende goederen investeert, kan u al een stuk op weg zetten.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878