AFTREKBARE BTW - WERKELIJK GEBRUIK - 12.10.2017

De gemengde btw-plicht van een btw-eenheid

Is de btw-eenheid een zgn. gemengd btw-plichtige, dan moet de aftrekbare btw ook beperkt worden. Moet dat dan altijd via een zgn. algemeen verhoudingsgetal of kan dat ook bij een btw-eenheid volgens het zgn. werkelijk gebruik? De Rulingdienst antwoordt...

Kenmerken van een btw-eenheid

Eén btw-aangifte voor meerdere btw-plichtigen

Niet meer ieder voor zich. In principe moet elke btw-plichtige een eigen btw-nummer hebben en ook een eigen btw-aangifte indienen. Inzake btw is het dus ieder voor zich. Met zo’n btw-eenheid wordt dit principe doorbroken.

Eén btw-aangifte voor een groep. Verschillende btw-plichtigen kunnen nl. toch als één btw-plichtige aangemerkt worden wanneer ze aan de zgn. verbondenheidsvoorwaarden voldoen (art. 4, §2 W.Btw) . Er zal dan slechts één btw-aangifte ingediend moeten worden voor alle leden samen.

Voordelen van een btw-eenheid

Geen btw-voorfinanciering meer. De leden van zo’n btw-eenheid moeten elkaar immers geen btw meer aanrekenen. De ene moet m.a.w. geen btw meer aanrekenen en doorstorten en de andere moet niet meer wachten om zijn btw te kunnen recupereren via zijn btw-aangifte.

Vermijden van niet-aftrekbare btw. Bij de btw-eenheid zijn het alleen de ‘externe’ facturaties die bepalen in welke mate de btw aftrekbaar is of m.a.w. de prestaties voor niet-leden van de btw-eenheid. Met de ‘interne’ facturaties moet er geen rekening gehouden worden.

Voorbeeld. U heeft een patrimoniumvennootschap en een exploitatievennootschap. Uw patrimoniumvennootschap kan geen btw recupereren op het gebouw dat ze verhuurt aan uw exploitatievennootschap. Maken uw patrimonium- en exploitatievennootschap echter deel uit van een btw-eenheid, dan is de verhuur van het gebouw een ‘interne’ handeling en telt die niet mee om het recht op btw-aftrek te beoordelen. Is de activiteit van de exploitatievennootschap een btw-plichtige activiteit, dan heeft uw btw-eenheid een volledig recht op aftrek. Ook de btw op de kosten van het gebouw is dan zo aftrekbaar.

Kenmerken van een gemengde btw-plicht

Verschillende activiteiten waarvan minstens één zonder btw

Met én zonder btw. Een gemengde btw-plichtige heeft inderdaad meerdere activiteiten waarvan er één vrijgesteld is van btw (art. 44 W.Btw) . Voor die vrijgestelde activiteit is er dan uiteraard ook geen recht op aftrek.

Recht op aftrek in totaal beperkt. Er is nl. alleen een recht op aftrek voor de activiteit die aan btw onderworpen is. In totaal wordt de btw-aftrek dus beperkt en dat gebeurt dan ofwel via het algemeen verhoudingsgetal, ofwel via het werkelijk gebruik.

Wat is dat algemeen verhoudingsgetal? Kortweg, een percentage dat berekend wordt op basis van de verhouding tussen de omzet met recht op aftrek en de totale omzet (art. 46, §1 W.Btw) . De btw-aftrek wordt dan tot dit percentage beperkt voor alle kosten die de onderneming maakt.

Wat is werkelijk gebruik? Dat komt erop neer dat de gemaakte kosten zo veel mogelijk toegewezen moeten worden aan ofwel de activiteit met, ofwel de activiteit zonder recht op aftrek. Enkel voor de ‘gemengde kosten’, nl. kosten die niet uitsluitend aan de ene of de andere activiteit toegewezen kunnen worden, moet de btw-aftrek via een pro rata beperkt worden. Dat laatste is dan het bijzonder verhoudingsgetal.

Wat als de btw-eenheid een gemengd btw-plichtige is?

Zelfde principe

Beperkt recht op aftrek. Ook voor een gemengd btw-plichtige btw-eenheid moet het recht op aftrek dus bepaald worden ofwel via het algemeen verhoudingsgetal, ofwel via het werkelijk gebruik.

Van belang is dat daarbij alleen rekening gehouden moet worden met de ‘externe’ facturaties (circulaire nr. 42 van 09.11.2007) .

Spelregels voor het werkelijk gebruik. De btw-eenheid kan er inderdaad ook voor kiezen om haar recht op aftrek te beperken via de methode van het werkelijk gebruik. Voor de Btw moeten dan wel de volgende voorwaarden vervuld zijn:

  • alle, of op zijn minst het grootste deel van de aan de btw-eenheid verstrekte goederen en diensten, kunnen sector per sector toegewezen worden. Deze toewijzing moet in een eerste fase, lid per lid, kunnen gebeuren;
  • de btw-plichtige kan bewijzen dat de goederen en diensten die hij aan een bepaalde deelactiviteit toewijst, alleen aan die bepaalde deelactiviteit toegewezen kunnen worden, op basis van documenten die de verkrijging van die goederen en diensten vaststellen;
  • voor de gemengde kosten moet de btw-plichtige duidelijke verdeelsleutels of zgn. bijzondere verhoudingsgetallen hanteren.

Ook interne prestaties mee te nemen! Dat is inderdaad een groot verschil. Voor de toepassing van het werkelijk gebruik moet er ook rekening gehouden worden met de interne verrichtingen. Stel dat een verzekeringsonderneming en een IT-bedrijf samen een btw-eenheid vormen.

Doet het IT-bedrijf een beroep op een externe consultant die software schrijft en wordt deze kost binnen de btw-eenheid doorgerekend aan de verzekeringsmaatschappij, dan is de btw die de externe consultant aanrekent niet aftrekbaar. Logisch aangezien deze kost door de btw-eenheid gebruikt wordt voor de vrijgestelde verzekeringsactiviteit.

Wat zegt de Rulingcommissie?

Concreet geval. Een btw-eenheid heeft het statuut van gemengd btw-plichtige omdat zij de volgende activiteiten verricht:

  • vastgoedmakelaar;
  • syndicus, verzekeringsmakelaar;
  • bankagent;
  • verhuur van kluizen;
  • verhuur onroerende goederen;
  • bestuurder van vennootschappen.

De eindbestemming van de aan de btw-eenheid verstrekte goederen en diensten zal op controleerbare wijze vastgesteld kunnen worden en elke kost wordt zo veel mogelijk aan elke aparte activiteit toegewezen.

Mag dat volgens werkelijk gebruik? In die situatie aanvaardt de Rulingcommissie dat inderdaad. Bovendien leidt deze werkwijze ook tot een juistere vaststelling van de aftrekbare btw ten opzichte van het algemeen verhoudingsgetal, wat voor de btw-eenheid tot een onrechtmatig lage btw-aftrek zou leiden, door een flagrante ongelijkheid tussen de omzetcijfers die betrekking hebben op de btw-belaste activiteiten en de btw-vrijgestelde activiteiten van de verschillende leden.

En wat met de gemengde kosten? Daarvoor dient de btw-aftrek bepaald te worden op basis van bijzondere verhoudingsgetallen. Omdat de leden duidelijk onderscheiden activiteiten uitoefenen en de kosten ingevolge de boekhoudkundige en fiscale voorschriften aan een bepaald lid toegewezen kunnen worden, is het niet nodig om een bijzonder verhoudingsgetal op het niveau van de btw-eenheid zelf te bepalen.

Aangezien de kosten binnen een btw-eenheid, in eerste instantie lid per lid toegerekend moeten worden, geeft de Rulingcommissie aan de btw-eenheid de toestemming om deze bijzondere verhoudingsgetallen te berekenen zoals het algemeen verhoudingsgetal en dit afzonderlijk per lid van de btw-eenheid die de activiteit uitoefent waarvoor de kosten gemaakt werden.

Beslissing nr. 2017.163 van 06.07.2017 – code TW 05.05.02.

Een btw-eenheid die het statuut heeft van een gemengd btw-plichtige dient de aftrek eveneens te beperken op basis van een algemeen verhoudingsgetal of indien het toegestaan wordt, op basis van het werkelijk gebruik. De Rulingcommissie aanvaardt dat het werkelijk gebruik toegepast mag worden als de btw-aftrek anders flagrant te laag zou uitvallen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878