Hoe is het nog met de aanslag geheime commissielonen?

Wat zegt de wet ook alweer?

Fiche in principe verplicht. Zo uw vennootschap lonen, vergoedingen toekent, moet ze die vermelden op een fiche zo ze niet op uw rekening-courant geboekt worden. Gaat het om lonen en andere vergoedingen waarop bedrijfsvoorheffing ingehouden moet worden, dan moeten de fiches bij de fiscus ingediend zijn vóór 01.03 van het jaar na dat waarop ze betrekking hebben. Voor andere vergoedingen is dat vóór 30.06 van dat jaar.

Welke sancties anders? Lonen of vergoedingen die niet op een tijdig ingediende fiche vermeld worden, zijn in principe niet aftrekbaar (art. 57 WIB 92) . De fiscus kan de lonen of vergoedingen bovendien onderwerpen aan de aanslag geheime commissielonen (AGC). Die aanslag is sinds een wetswijziging in 2014 wel verlaagd, maar bedraagt toch nog altijd 103% (art. 219, lid 1-2 WIB 92) .

Hoe ontsnappen aan die aanslag? Sinds de wetswijziging van 2014 zijn er twee mogelijkheden om aan de AGC te ontsnappen. Ten eerste door aan te tonen dat de verkrijger de lonen of vergoedingen toch opgenomen heeft in zijn (tijdig ingediende) privéaangifte (art. 219, lid 6 WIB 92) . Ten tweede door een ‘ondubbelzinnige identificatie binnen 2,5 jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar’ (art. 219, lid 7 WIB 92) .

Tip 1. Deze nieuwe regels gelden voor alle geschillen die op 29.12.2014 nog niet definitief afgehandeld waren.

Tip 2. Wanneer uw vennootschap de AGC niet moet betalen wegens tijdige aangifte of identificatie, dan zijn de vergoedingen zelf ook aftrekbaar, zelfs al staan ze niet op een tijdig ingediende fiche (art. 197, lid 2 WIB 92; Antwerpen, 22.11.2016) .

Wat zegt de fiscus?

Eerst strenger dan de wet. Kort na de invoering van de nieuwe wet kwam er een circulaire van de fiscus (circ. AAFisc nr. 24/2015 van 11.06.2015) . Daarin stelde hij dat er van een ‘ondubbelzinnige identificatie’ maar sprake was als de verkrijger schriftelijk akkoord ging met een belasting van het loon of de vergoeding bij hem. Daarmee was de fiscus strenger dan de wet, wat enige tijd later ook toegegeven werd door de minister (mond. parl. vr. nr. 6377, Wouters van 28.10.2015) .

In 2017 weer aangepast. Via die circulaire heeft de fiscus zijn standpunt aangepast (circ. 2017/C/16 van 04.04.2017) . Een ‘schriftelijk akkoord’ wordt er enkel nog als een voorbeeld van ondubbelzinnige identificatie genoemd. Die identificatie is dus ook mogelijk op andere manieren, bv. op basis van een laattijdig opgestelde of verkeerd ingevulde fiche.

Wat zegt het Grondwettelijk Hof?

Wat was het probleem? In sommige gevallen kan het zijn dat de fiscus de afzonderlijke aanslag niet meer kan toepassen bij de vennootschap, maar ook de verkrijger – ondanks een tijdige identificatie – niet meer belast kan worden omdat de aanslagtermijn verstreken is. De fiscus wilde weten of dit wel correct was.

Wat heeft het Hof beslist? Het Hof interpreteert de regel vanuit de bedoeling van de wetgever en oordeelt dat de ontsnappingsmogelijkheid alleen geldt als de identificatie van de verkrijger de fiscus in staat stelt om het inkomen nog bij die verkrijger te belasten (GwH, arrest 92/2017 van 13.07.2017) . Is dat niet het geval, dan mag de fiscus dus toch nog de AGC toepassen!