Vanaf 2018 nieuwe fiscale regels voor zgn. voorzieningen!
Voorzieningen voor boekjaar 2017?
Voorziening? Eigenlijk zijn dat kosten die u al kunt aftrekken voordat ze eigenlijk gemaakt worden. Stel dat u bv. nu weet dat u begin 2018 uw dak gaat laten herstellen en u schat de kosten daarvoor op € 10.000. U kunt die kost dan al voorzien en dus ook aftrekken in boekjaar 2017.
Regels voor de aanleg? Volgens de boekhoudregels moet u bij de afsluiting van uw jaarrekening rekening houden met alle voorzienbare risico’s die ontstaan zijn in het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft (art. 33, lid 1 KB/W. Venn.) . Dit gebeurt door de waarschijnlijke kosten van die risico’s te boeken als ‘voorzieningen’. Deze voorzieningen zijn fiscaal vrijgesteld als de waarschijnlijke kosten geacht worden normaal op de uitslagen van dat tijdperk te drukken en ze vermeld worden op een formulier 204.3.
Tip. Kosten met betrekking tot boekjaar 2017, die op de balansdatum niet slechts waarschijnlijk, maar al zeker zijn en waarvan u het concrete bedrag al kent, maar waarvoor u de factuur nog moet ontvangen, moeten niet geboekt worden als voorziening, maar als ‘te ontvangen facturen’.
Regels voor de terugname? Wanneer een voorziene kost in een volgend boekjaar werkelijk gemaakt wordt, is ze voor dat jaar gewoon aftrekbaar (art. 49 WIB 92) . Omdat u dezelfde kost uiteraard niet twee keer kunt aftrekken, moet in dat boekjaar de voorziening ‘teruggenomen’ worden, lees: in de opbrengsten geboekt worden. Die opbrengst is gewoon belastbaar.
Let op! Die terugname is ook verplicht wanneer het risico niet langer waarschijnlijk is en er dus uiteindelijk geen definitieve kost geboekt wordt.
Tip. Dit geldt niet voor te ontvangen facturen. Wanneer u in 2018 de factuur ontvangt, wordt er geen opbrengst geboekt, maar gebeurt er enkel een overboeking tussen twee balansrekeningen.
Welke regels vanaf boekjaar 2018?
Regels voor de aanleg? De regels voor de fiscale vrijstelling van voorzieningen zouden vanaf 2018 strenger worden. Voorzieningen zouden volgens het zgn. zomerakkoord enkel nog vrijgesteld kunnen worden ‘in de mate waarin ze beantwoorden aan een definitieve verplichting op de balansdatum’. Dat is een beetje vreemd, vermits verplichtingen die op de balansdatum definitief zijn, boekhoudkundig geen ‘voorzieningen’ zijn, maar gewoon direct aftrekbare kosten. Zoals de wijziging in het zomerakkoord verwoord is, zullen o.i. voorzieningen niet langer fiscaal vrijgesteld kunnen worden, maar bon , het is nog wachten op de wetteksten.
Welke regels voor de terugname? Ook daar is aan gedacht in het zomerakkoord. Vermits vanaf volgend jaar de vennootschapsbelasting daalt, zouden in 2018 teruggenomen voorzieningen die voor boekjaar 2017 aangelegd werden, dan belast worden tegen een lager tarief dan het tarief waartegen ze afgetrokken werden. De regering vindt dit een ongewenst gevolg van de tariefverlaging. Daarom zullen vanaf 2018 teruggenomen voorzieningen belast worden tegen het nominale tarief dat van toepassing was op het moment waarop de voorziening aangelegd werd.
Tip. Het is dit jaar dus meer dan ooit van belang dat u kosten die op de balansdatum ‘zeker en vaststaand’ zijn, correct laat boeken, dus niet als voorziening, maar als te ontvangen facturen!