Wanneer is een bestuursvergoeding ‘abnormaal’ hoog?
Bvba X wordt benoemd tot bestuurder van de nv Y, die in ruil een totale jaarlijkse bestuursvergoeding betaalt van € 1.350.000. X kent op haar beurt een loon toe aan haar zaakvoerder van jaarlijks € 40.000. Ze heeft geen werkingsmiddelen of personeel. Ze betaalt geen vennootschapsbelasting op haar winst, omdat ze van de winst nog DBI-aftrek en overgedragen verliezen in mindering brengt.
Standpunt Administratie
Volgens de fiscus kan de DBI-aftrek en de aftrek van overgedragen verliezen niet afgezet worden tegen het verschil tussen de ontvangen managementvergoeding en het loon dat ze betaalt aan de zaakvoerder, omwille van het feit dat dat verschil terechtkomt bij de bestanddelen waarop geen aftrekbewerkingen van toepassing zijn. Dit verschil is volgens de fiscus een ontvangen AGV, omdat er tegenover de bestuursvergoeding geen prestaties staan, en hij belast X hierop.
Standpunt rechter
De fiscus krijgt ongelijk. Volgens de rechter is het bestaan van een AGV niet bewezen. Er is niet aangetoond dat de bestuursvergoeding afwijkt van wat in gelijkaardige gevallen gebruikelijk is, noch dat de prestaties van X niet evenwaardig zouden zijn aan de ervoor ontvangen vergoeding.
Commentaar
Aftrekverbod. Wanneer een vennootschap een AGV ontvangt en overgedragen fiscale verliezen of andere aftrekposten heeft of zonder dat AGV een verlies zou hebben, kunnen de aftrekposten noch het verlies in mindering komen van de winst die uit het AGV voortkomt (art. 79 en 207, lid 2 WIB 92) . Hierdoor wordt het AGV dus effectief belast.
Wanneer is er een AGV? Een voordeel is abnormaal als het indruist tegen de gewone gang van zaken, de gevestigde regels of gewoonten of tegen hetgeen in dergelijke gevallen gebruikelijk is. Een voordeel is goedgunstig als degene die het voordeel toestaat daarvoor geen evenredige tegenprestatie in ruil ontvangt.
Wie moet dat bewijzen en hoe? De fiscus moet bewijzen dat een vergoeding een AGV is. Hij doet dit door aan te tonen dat de vergoeding niet marktconform is, d.w.z. niet overeenstemt met wat onafhankelijke partijen zouden overeenkomen voor gelijkaardige prestaties.
Wat is geen bewijs? Specifiek voor bestuurs- en managementvennootschappen is een groot verschil tussen de ontvangen vergoeding en het loon van de bedrijfsleider volgens deze rechter op zich geen bewijs van een AGV. Dit is o.i. een correcte beslissing (zie ook Antwerpen, 03.11.2015) .
Let op 1! Het is wel de belastingplichtige die moet bewijzen dat kosten aftrekbaar zijn (art. 49 WIB 92) . Het is daarom aan te raden om van de prestaties bewijsstukken op te maken en bij te houden, zoals een managementovereenkomst, verslagen, timesheets, briefwisseling, agenda’s, enz.
Let op 2! Deze rechter vond het geen probleem dat de bestuursvennootschap geen eigen werkingsmiddelen had, omdat die middelen ook verschaft kunnen worden door de bestuurde vennootschap. Houd er echter rekening mee dat niet alle rechters daar zo over denken (bv. Antwerpen, 26.11.2013) .
Download het arrest van het hof van beroep te Gent van 20.06.2017 van http://tipsenadvies-belastingen.be/download – code BT 24.01.06.