Hoe dit jaar uw buitenlands vakantiehuis aangeven?
Waarom ook in België aangeven?
Toch al belast in het buitenland? Dat klopt! De basisregel is nl. dat inkomsten uit onroerende goederen slechts belast kunnen worden in het land waarin ze gelegen zijn. Heeft u dus bv. een vakantiehuis in Frankrijk, dan mag Frankrijk daarop belastingen heffen, maar België niet.
Waarom dan aangeven? Als zgn. Belgisch rijksinwoner bent u verplicht om uw ‘wereldwijd’ inkomen aan te geven, dus ook uw ‘inkomsten’ uit het buitenland. Dat inkomen wordt dan bij uw andere, wel in België belastbare, inkomsten geteld en gaat in feite zo die belastbare inkomsten in een hogere schijf ‘duwen’, zodat u mogelijk méér belastingen betaalt op uw Belgisch inkomen.
Tip. Zit u met uw Belgische inkomsten al in de hoogste belastingschijf van 50%, dan zal dat al bij al niet veel verschil uitmaken.
Weer op de vingers getikt door Europa
Eerste keer voor niet-verhuurd pand. België werd in 2014 al teruggefloten door Europa voor niet-verhuurde panden (HvJ, 11.09.2014, C-489/13) . Feit was nl. dat u voor een Belgisch niet-verhuurd vakantieverblijf enkel het kadastraal inkomen (ki) moet aangeven, terwijl u voor uw Franse woning de zgn. huurwaarde, lees: het bedrag dat u zou krijgen, mocht u het verhuren, moest aangeven.
Huurwaarde valt duurder uit. De buitenlandse huurwaarde aangeven, leverde meestal een hoger bedrag op dan zo u zou vertrekken van een bedrag vergelijkbaar met ons ki. Eigenaars van buitenlands vastgoed waren dus slechter af dan eigenaars van binnenlands vastgoed en dat kan niet!
Deze keer voor verhuurd buitenlands pand. Onlangs werd België opnieuw op de vingers getikt. Deze keer verslikte het Hof van Justitie zich in het verschil in behandeling tussen binnenlands en buitenlands vastgoed dat wel verhuurd wordt. Een huis in België dat verhuurd wordt voor privégebruik, wordt belast op basis van het ki, maar als datzelfde huis in Spanje zou staan, dan moet u de ontvangen huur in de aangifte opnemen. Dat is discriminatie, aldus Europa (HvJ, 12.04.2018, C-110/17) .
Wat dan eerstdaags aangeven?
Geen huurwaarde, noch werkelijke huur! Zowel voor niet-verhuurde als voor privé verhuurde buitenlandse onroerende goederen is wat de fiscus wil dat u aangeeft, niet juist. U kunt dus het best voortaan geen huurwaarde (niet-verhuurd pand) of geen huurinkomsten (privématig verhuurd pand) meer aangeven.
Wat dan wel? In afwachting dat de wet aangepast wordt, geeft u het best een bedrag aan dat overeenstemt of toch minstens vergelijkbaar is met het Belgische ki. Soms vindt u die gegevens op de buitenlandse belastingbrieven die u ter zake krijgt. Is er zo niets vergelijkbaars, neem dan een bedrag op dat overeenstemt met een ki dat het pand in België wellicht gekregen zou hebben.
Wat voor de voorbije jaren? U kunt in bezwaar gaan, maar dit heeft enkel zin als daardoor uw belastingtarief daalt. Het aan te geven (lagere) bedrag bepaalt immers het tarief waartegen uw andere inkomsten belast worden. Is een bezwaar zinvol, vraag dan voor de voorbije vijf jaar een zgn. ambtshalve ontheffing aan. Dat kan nl. op basis van een arrest van het Hof van Justitie.