GESCHILLEN - 04.09.2018

Wanneer kunt u nu een beslissing over een bezwaarschrift toch nog laten rechtzetten?

Rechtzetting

Bezwaar

Wanneer u het niet eens bent met een belastingaanslag, kunt u ertegen in bezwaar gaan bij de adviseur-generaal (de vroegere gewestelijk directeur) in wiens ambtsgebied de aanslag gevestigd is (art. 366, lid 1 WIB 92) . U heeft daarvoor zoals u weet zes maanden tijd vanaf de derde werkdag na de verzendingsdatum van het aanslagbiljet (art. 371, lid 1 WIB 92) . Wordt het bezwaarschrift volledig of gedeeltelijk afgewezen, dan heeft u nog drie maanden tijd, vanaf de derde werkdag na ontvangst van de kennisgeving van de beslissing, om naar de rechtbank te stappen (art. 1385undecies, lid 2 Ger.W.) .

Correctie?

Tot voor kort had u geen andere mogelijkheid om de beslissing over uw bezwaar te laten corrigeren, ook niet als de fiscus in zijn beslissing overduidelijk een vergissing begaan had.

Een recente wetswijziging heeft hierin verandering gebracht (wet van 15.04.2018, BS 20.04.2018, tweede editie) . Voor beslissingen over bezwaarschriften die sinds 1 mei 2018 genomen zijn, kunt u bij de fiscus een verzoek tot rechtzetting indienen (art. 375, §1/1 WIB 92) . In een circulaire van 21 juni 2018 (circulaire 2018/C/79) geeft de fiscus commentaar bij deze nieuwe regeling.

Praktisch

Bij wie indienen?

U moet uw verzoek richten aan de adviseur-generaal die de beslissing over het bezwaarschrift genomen heeft. Adresseert u het verzoekschrift aan de verkeerde ambtenaar, dan zal die het doorsturen naar de juiste ambtenaar. Als indieningsdatum zal de fiscus echter rekening houden met de datum waarop de juiste ambtenaar het verzoek ontvangen heeft. Dit is een verschil met een verkeerd geadresseerd bezwaarschrift, waarvoor de datum van ontvangst door de verkeerde ambtenaar telt (art. 366, lid 2 WIB 92) .

Termijn

U heeft voor de indiening van een verzoekschrift drie maanden tijd, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van de kennisgeving van de beslissing over het bezwaarschrift. Dit is dus dezelfde termijn als de termijn die u heeft om tegen de beslissing over het bezwaarschrift naar de rechtbank te stappen. Volgens de fiscus moet het verzoekschrift binnen die termijn toegekomen zijn bij de bevoegde ambtenaar.

Voorwaarden

U moet uw verzoekschrift schriftelijk indienen. Zoals voor het bezwaarschrift zelf (zie circulaire AAFisc nr. 5/2016 van 03.02.2016) is een brief niet verplicht, een verzoek via fax of e-mail kan ook.

Uw verzoekschrift moet gemotiveerd zijn, dat wil zeggen dat het de argumenten in rechte en in feite moet bevatten die uw eisen ondersteunen. Die argumenten kunnen zijn dat de fiscus in zijn beslissing over het bezwaarschrift een materiële vergissing begaan heeft, manifest een fout gemaakt heeft bij de beoordeling van de feitelijke elementen, bv. wanneer het bezwaarschrift klaarblijkelijk ten onrechte als laattijdig beschouwd werd, of de beslissing gemotiveerd heeft op basis van een manifest verkeerde interpretatie van een wettelijke bepaling.

Aandachtspunt

Belangrijk is dat u in het verzoekschrift uw grieven tegen de beslissing over het bezwaarschrift moet vermelden, en niet uw grieven tegen de aanslag. U kunt het verzoekschrift dus niet gebruiken om nieuwe grieven in te roepen tegen de aanslag of om aanslagen te betwisten die niet het voorwerp uitgemaakt hebben van het bezwaarschrift. Zulke verzoeken zal de fiscus onontvankelijk verklaren.

Het is niet duidelijk wat de gevolgen zijn van zo’n onontvankelijkheidsverklaring, en meer bepaald of u dan nog naar de rechtbank kunt stappen als de normale termijn daarvoor verstreken is. Een onontvankelijkheidsverklaring is immers geen beslissing over het verzoekschrift, dus het is nog maar de vraag of u dan ook nog één maand de tijd heeft om een rechtsvordering in te dienen.

Anderzijds aanvaardt de fiscus wel dat u in uw verzoekschrift vraagt om de beslissing aan te vullen in het geval dat de adviseur-generaal of de door hem gedelegeerde ambtenaar niet geantwoord heeft op een gedeelte van het bezwaarschrift.

Gemotiveerde beslissing

De adviseur-generaal moet over uw verzoekschrift een gemotiveerde beslissing nemen. Hij kan zich niet beperken tot het zonder meer verwerpen van het verzoek. Bij het onderzoek van het verzoekschrift heeft hij dezelfde bevoegdheden als deze waarover hij beschikt in het kader van de bezwaarprocedure (art. 374, al. 1 WIB 92) .

Wordt het verzoekschrift ingewilligd, dan kan dit leiden tot een herziening van de belastbare basis en dus tot een gehele of gedeeltelijke ontheffing van de aanslag of zelfs de vernietiging ervan. De beslissing kan echter nooit een verzwaring van uw fiscale toestand tot gevolg hebben. De beslissing over het verzoekschrift moet u meegedeeld worden via aangetekende brief.

U kunt tegen de beslissing geen tweede verzoek tot rechtzetting indienen, zelfs niet als dit tweede verzoek op andere motieven gesteund zou zijn.

Gevolgen

Fiscale bemiddelingsdienst

Het is niet mogelijk om tijdens de procedure van het verzoekschrift een beroep te doen op de fiscale bemiddelingsdienst. Bij deze dienst kunt u immers maar terecht zolang er nog geen beslissing genomen is over uw administratief beroep of u nog geen procedure voor de rechtbank begonnen bent.

Naar de rechtbank?

Een verzoekschrift is niet meer mogelijk wanneer u al een rechtsvordering ingediend heeft. Het omgekeerde kan uiteraard wel. U heeft één maand tijd vanaf de kennisgeving van de beslissing over het verzoekschrift om naar de rechtbank te stappen, ook als de gewone termijn van drie maanden (vanaf de derde werkdag na ontvangst van de kennisgeving van de beslissing over het bezwaarschrift) al verstreken is. U kunt ook een rechtsvordering indienen als de fiscus nog geen beslissing genomen heeft over het verzoekschrift binnen één maand na de ontvangstdatum ervan.

De termijn van drie maanden is overigens het minimum. In de circulaire verduidelijkt de fiscus dit met het volgende voorbeeld. U heeft de beslissing over het bezwaarschift ontvangen op 22 mei 2018. U heeft dan drie maanden tijd, te rekenen vanaf de derde werkdag na de kennisgeving van de beslissing, om een verzoek tot rechtzetting in te dienen of naar de rechtbank te stappen, dus tot 27 augustus 2018 (25 augustus is immers een zaterdag). U heeft op 25 mei 2018 een verzoek ingediend tot rechtzetting van de beslissing en de fiscus heeft over dit verzoek een beslissing genomen op 11 juni 2018. U heeft dan tijd tot 27 augustus 2018, niet tot 11 juli 2018, om een rechtsvordering in te dienen.