TER: eerste referentieperiode eindigde op 30.09.2018
De spelregels
Natuurlijke persoon-titularis
Het toepassingsgebied van de taks is beperkt tot natuurlijke personen (inwoner of niet-inwoner) die titularis zijn van een of meerdere effectenrekeningen. Het betreft elke natuurlijke persoon (eigenaar, blote eigenaar of vruchtgebruiker) van een effectenrekening, die bij een financiële instelling geregistreerd of geïdentificeerd is. Ook een minderjarige of de leden van een burgerlijke maatschap kunnen als een volwaardige titularis beschouwd worden.
Let op! Rechtspersonen (vennootschap, vzw, enz.) vallen niet onder deze taks. De wet bepaalt evenwel dat de inbreng vanaf 01.01.2018 van een effectenrekening in een rechtspersoon (ongeacht bestaand of nieuw) die onderworpen is aan de vennootschapsbelasting, niet tegenstelbaar is aan de belastingadministratie als die inbreng uitsluitend bedoeld is om de taks te vermijden. Bijgevolg zal de natuurlijke persoon die zijn effectenrekening heeft ingebracht, beschouwd worden als de rechtstreekse titularis van die rekening.
Financiële instrumenten
De wet definieert niet het begrip effectenrekening, maar verwijst wel naar de volgende belastbare financiële instrumenten: (i) al dan niet beursgenoteerde aandelen (incl. de certificaten); (ii) al dan niet beurgenoteerde obligaties (incl. de certificaten); (iii) rechten en aandelen van beleggingsvennootschappen, (iv) kasbons en (v) warrants.
Effecten op naam en antimisbruikbepaling
Effecten op naam die louter ingeschreven zijn in het register van de aandeelhouders van de emittent worden niet beoogd.
Om te voorkomen dat bepaalde belastingplichtigen dat als een achterpoortje zouden gebruiken, werd een antimisbruikbepaling opgenomen met betrekking tot de omzetting van aandelen op naam na 09.12.2017. Die bepaalt dat aandelen die na deze datum in aandelen op naam omgezet worden, toch onderworpen zijn aan de taks voor de eerste ‘referentieperiode’. Om diezelfde personen af te schrikken, is voorts bepaald dat zij de aldus omgezette aandelen zelf moeten aangeven.
Gemiddelde waarde van € 500.000
De taks zal enkel geheven worden indien uw aandeel in de ‘gemiddelde waarde’ van de effectenrekening gedurende de referentieperiode minstens € 500.000 bedraagt. Als u meerdere effectenrekeningen aanhoudt bij dezelfde tussenpersoon, dan wordt de gemiddelde waarde eerst per effectenrekening berekend. Vervolgens wordt de gemiddelde waarde over alle effectenrekeningen heen opgeteld om de gemiddelde waarde te kennen.
Meerdere titularissen
Indien u een effectenrekening aanhoudt met meerdere titularissen, wordt vermoed dat het aandeel van elke medetitularis evenredig is met het aantal medetitularissen. Zo zal voor een effectenrekening met een waarde van € 900.000, die aangehouden wordt door drie titularissen, het aandeel van elke titularis geacht worden € 300.000 te bedragen.
Let op! Voor de berekening van de gemiddelde waarde wordt enkel rekening gehouden met het aantal natuurlijke personen die titularis zijn. Zo wordt in geval van een onverdeeldheid tussen twee natuurlijke personen en een rechtspersoon elke natuurlijke persoon geacht 50% in de gemiddelde waarde van de financiële instrumenten te bezitten.
Referentietijdstippen en referentieperiode
Om de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten te bepalen, wordt er gewerkt met referentietijdstippen binnen een referentieperiode. De referentieperiode beslaat een periode van 12 opeenvolgende maanden die aanvangt op 01.10 en eindigt op 30.09 van het volgende jaar. Binnen deze referentieperiode voorziet de wet vier (driemaandelijkse) referentietijdstippen, waarop een staat opgemaakt wordt van de waarde van de belastbare financiële instrumenten ingeschreven op de effectenrekeningen (nl. 31.12, 31.03, 30.06 en 30.09).
TER 2018: hoeveel?
Geen 4, maar max. 3 referentietijdstippen
Vermits de taks maar op 10.03.2018 in werking is getreden, telt de eerste referentieperiode uitzonderlijk slechts 7 maanden. Ze ving aan op 10.03.2018 en eindigde op 30.09.2018. Bijgevolg zijn er voor 2018 maar 3 referentietijdstippen nl, 31.03.2018, 30.06.2018 en 30.09.2018.
Let op! De periode kan evenwel ook korter zijn (bv. bij de opening, wijziging of sluiting van de rekening of bij het toevoegen of schrappen van een titularis).
TER: aangifte, inhouding en betaling
Voor de effecten die aangehouden worden op een Belgische effectenrekening, zullen de financiële instellingen in principe verantwoordelijk zijn voor de bevrijdende inhouding, aangifte en betaling van de taks. De inhouding gebeurt automatisch wanneer uw aandeel op een of meerdere effectenrekeningen gehouden bij de Belgische tussenpersonen € 500.000 of meer bedraagt.
Keuze van opt-in
Indien u beschikt over meerdere effectenrekeningen verspreid over meerdere tussenpersonen, waarbij de totale waarde van belastbare financiële instrumenten minstens € 500.000 bedraagt, maar afzonderlijk bekeken niet op elke rekening het drempelbedrag overschrijdt, kunt u aan een Belgische tussenpersoon verzoeken om de betaling van de belasting en de indiening van de aangifte te doen. Dit is de procedure van de ‘opt-in’. Het is niet vereist dat u de keuze schriftelijk bekendmaakt. Het tijdig betalen van de verschuldigde taks aan een tussenpersoon kan ook aangemerkt worden als een geldige opt-in.
Let op 1! De keuze voor de opt-in moet uiterlijk tegen het einde van de tweede maand volgend op het afsluiten van de referentieperiode gebeuren. Indien de titularis zijn effectenrekening bv. afsluit op 20.10.2018, moet hij uiterlijk op 31.12.2018 geopteerd hebben voor de opt-in.
Let op 2! Als titularis van de effectenrekening zal u in bepaalde gevallen zelf een aangifte moeten indienen en de taks betalen. Dit geldt o.m. in het geval u (mede)titularis bent van meerdere effectenrekeningen bij verschillende tussenpersonen en de totale gemiddelde waarde van deze effectenrekeningen minstens € 500.000 bedraagt en u niet geopteerd heeft voor de opt-in.
Mogelijkheid tot terugvordering
Het is mogelijk dat er meer taks afgedragen werd dan eigenlijk verschuldigd was. In een dergelijk geval voorziet de wet de mogelijkheid om teruggave te verkrijgen. Als u beslist om een teruggave te vragen, wordt een herberekening gedaan van de verschuldigde taks. Hierdoor kunnen bv. medetitularissen van een rekening in onverdeeldheid, vruchtgebruikers en blote eigenaren, die op basis van de evenredige delen via hun financieel tussenpersoon belast zijn (zoals voorzien in de wet), een teruggave van de te veel betaalde taks aanvragen in verhouding tot hun werkelijke aandeel. Het verschil tussen de uiteindelijk verschuldigde taks en de reeds betaalde taks zal dan aangerekend worden aan de medegerechtigde in de onverdeeldheid, de vruchtgebruiker of de blote eigenaar.
Let op! Gezien de impact van een dergelijke aanvraag tot teruggave voor de andere medegerechtigden, vruchtgebruikers of blote eigenaren, moet de aanvraag ingediend worden via een gezamenlijke aangifte ondertekend door alle medegerechtigden, vruchtgebruikers en blote eigenaren.