TER: eerste referentieperiode eindigde op 30.09.2018!

Even opfrissen

Taks op effectenrekening. Sinds 10.03.2018 (wet van 07.02.2018, BS van 09.03.2018) is er een extra taks van 0,15% van toepassing op de totale gemiddelde waarde van de belastbare effecten op uw effectenrekening als die minstens € 500.000 per persoon bedraagt gedurende de referentieperiode die loopt van 01.10 tot 30.09 van het volgende jaar.

Let op! Als u mede-eigenaar wordt van een effectenrekening, bv. via een erfenis, dan begint de referentieperiode te lopen op de dag waarop u mede-eigenaar wordt.

Welke beleggingen wel? De effecten die door de taks geviseerd worden, zijn o.a. beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde (certificaten van) gedematerialiseerde aandelen en obligaties, structured notes (met kapitaalgarantie), OLO’s, staatsbons, schatkistcertificaten, depositobewijzen, beveks, kasbons, warrants, trackers, …

Welke beleggingen niet? Pensioenspaarfondsen, levensverzekeringen (o.a. Tak 21 en Tak 23), vastgoedcertificaten, termijnrekeningen, cash en zowel beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde aandelen op naam blijven buiten schot, net als obligaties en beleggingsfondsen op naam.

Meerdere titularissen. Indien u een effectenrekening aanhoudt met meerdere titularissen, wordt vermoed dat het aandeel van elke medetitularis evenredig is met het aantal medetitularissen. Zo zal voor een effectenrekening met een waarde van € 900.000, die aangehouden wordt door 3 titularissen, het aandeel van elke titularis geacht worden € 300.000 te bedragen.

Hoe verloopt TER 2018 in de praktijk?

Referentietijdstippen. Vermits de taks maar op 10.03.2018 in werking getreden is, telt de eerste referentieperiode uitz. slechts 7 maanden. Ze vangt aan op 10.03.2018 en eindigt op 30.09.2018. Bijgevolg zijn er voor 2018 maar 3 referentietijdstippen, nl. 31.03.2018, 30.06.2018 en 30.09.2018.

Let op! De periode kan ook korter zijn (bv. bij de opening, wijziging of sluiting van de rekening of bij het toevoegen of schrappen van een titularis).

Aangifte, inhouding en betaling. Voor de effecten die aangehouden worden op een Belgische effectenrekening, zullen de financiële instellingen in principe verantwoordelijk zijn voor de bevrijdende inhouding, aangifte en betaling van de taks. De inhouding gebeurt automatisch wanneer uw aandeel op een of meerdere effectenrekeningen gehouden bij de Belgische tussenpersonen, minstens € 500.000 bedraagt.

Keuze van opt-in. Indien u beschikt over meerdere effectenrekeningen verspreid over meerdere tussenpersonen, waarbij de totale waarde van belastbare financiële instrumenten minstens € 500.000 bedraagt, maar afzonderlijk bekeken niet op elke rekening het drempelbedrag overschrijdt, kunt u aan een Belgische tussenpersoon verzoeken om de betaling van de belasting en de indiening van de aangifte te doen. Dit is de zgn. opt-in.

Let op! Als titularis van de effectenrekening zal u in bepaalde gevallen zelf een aangifte moeten indienen en de taks betalen. Dit geldt o.m. ingeval u (mede)titularis bent van meerdere effectenrekeningen bij verschillende tussenpersonen, de totale gemiddelde waarde van deze effectenrekeningen minstens € 500.000 bedraagt en u niet geopteerd heeft voor de opt-in.