LOONKOSTEN - 21.11.2018

Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing in steunzones versoepeld

De wet van 30.07.2018 (BS 30.08.2018) heeft de voorwaarden voor de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor werkgevers die investeren in steunzones versoepeld. Wat zijn de nieuwe spelregels?

Voorwaarden

Principe

Bedrijfsvoorheffing moet ingehouden worden door de natuurlijke persoon, vennootschap of rechtspersonenbelastingplichtige die de bezoldiging toekent of betaalt. Hoewel de bedrijfsvoorheffing dus principieel niet ten laste komt van de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing, voorziet de wetgever toch in verschillende bepalingen die een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing omvatten. Een van die maatregelen betreft de 25%-vrijstelling van doorstorting voor kwalificerende lonen die uitbetaald worden door werkgevers gevestigd in erkende steunzones.

Steunzones

Een zone kan voor een periode van maximaal zes jaar de kwalificatie van steunzone of zone in moeilijkheden (wet van 25.05.2014, BS 22.05.2014) verwerven. Het concept van ‘steunzone’ is gekoppeld aan zones waarin collectieve ontslagen gevallen zijn. Sinds 01.05.2015 zijn er in Vlaanderen (voor een periode van zes jaar) twee steunzones afgebakend: één rond Genk (Ford Genk) en één rond Turnhout (Heinz Turnhout). Op 21.04.2017 besliste de Vlaamse regering om een derde steunzone tot stand brengen rond de regio Zaventem-Vilvoorde. Verwacht wordt dat op korte termijn een KB gepubliceerd zal worden waarin het statuut van deze zone formeel bevestigd wordt. In het Waals gewest zijn er vier steunzones: rond Frameries, Charleroi, Sambreville en in Flémalle, Ougrée, Seraing en Herstal. U vindt een actueel overzicht via http://www.geopunt.be (Kaarten en plaatsen > Bouwen en wonen > Bedrijven > Steunzones).

Voorwaarden versoepeld

De vrijstelling is gekoppeld aan de vereiste dat de werkgever een investering verricht in materiële of immateriële vaste activa, die in verband moet staan met: (i) de oprichting van een nieuwe inrichting; (ii) de uitbreiding van de capaciteit van een bestaande inrichting; (iii) de diversificatie van de productie van een inrichting naar producten die voordien niet in de inrichting vervaardigd werden; (iv) een fundamentele verandering in het totale productieproces van de inrichting.

Sinds de wet van 30.07.2018 is het niet langer vereist dat de investering door de werkgever zelf verricht wordt. Het volstaat dat de investering gebeurt door een vennootschap die behoort tot dezelfde groep van vennootschappen waartoe de werkgever behoort.

Nieuwe arbeidsplaatsen

De investering moet bovendien tot de creatie van een nieuwe arbeidsplaats leiden. Er is slechts sprake van een nieuwe arbeidsplaats indien de invulling ervan het totale aantal werknemers en uitzendkrachten (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) doet verhogen ten opzichte van het gemiddelde aantal werknemers en uitzendkrachten (uitgedrukt in voltijdse equivalenten) over de 12 maanden voorafgaand aan de maand waarin het aanvraagformulier (zie verder) overlegd werd, vermeerderd met de andere door de investering reeds gecreëerde nieuwe arbeidsplaatsen (uitgedrukt in voltijdse equivalenten).

Vóór de wet van 30.07.2018 vormde de voltooiing van de investering het referentiepunt (in plaats van het overmaken van het aanvraagformulier). Dat resulteerde in ongewenste resultaten voor werkgevers die al vóór de voltooiing van de investering nieuwe werknemers aanwierven. Vereist blijft wel dat de nieuwe arbeidsplaats voor het eerst ingevuld wordt binnen een termijn van 36 maanden volgend op de dag waarop de investering voltooid wordt.

Aan het verkrijgen van de (definitieve) vrijstelling is voorts de voorwaarde gekoppeld dat de nieuwe arbeidsplaats gedurende een termijn van minstens drie jaar behouden moet blijven. Uitsluitend de bezoldigingen die ten gevolge van de invulling van de nieuwe arbeidsplaats binnen twee jaar vanaf het ogenblik van invulling uitbetaald worden, komen in aanmerking voor de vrijstelling. De nieuwe arbeidsplaats moet dus langer behouden blijven (drie jaar) dan de periode waarin de gedeeltelijke vrijstelling genoten kan worden (twee jaar).

Beperkingen

De vrijstelling kan o.m. niet gecombineerd worden met de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing zoals bedoeld in artikel 275/3 (onderzoek en ontwikkeling). De wet sluit combinaties met andere vrijstellingsregelingen zoals artikel 275/5 WIB 92 m.b.t. ploegenarbeid, de IPA-korting van artikel 275/7 WIB 92 en de vrijstelling voor starters van artikel 275/10 WIB 92 niet uit. Vóór de wet van 30.07.2018 was een combinatie met de vrijstelling voor overwerk integraal uitgesloten. Sinds deze wet is de uitsluiting beperkt dat het gedeelte van de bezoldiging dat betrekking heeft op het voor vrijstelling kwalificerend overwerk.

Procedure

Dubbele aangifte bedrijfsvoorheffing

De vrijstelling wordt in twee fases verleend. In een eerste fase verwerft de werkgever een voorwaardelijke vrijstelling van de doorstorting. Deze vrijstelling wordt pas in een tweede fase definitief, nadat de werkgever in een bijlage bij zijn aangifte in de vennootschapsbelasting (die betrekking heeft op het derde aanslagjaar volgend op het aanslagjaar verbonden aan het belastbaar tijdperk waarin de door de investering gecreëerde nieuwe arbeidsplaats ingevuld werd), aantoont dat deze nieuwe arbeidsplaats gedurende ten minste drie jaar behouden is.

Het verkrijgen van de vrijstelling vereist een dubbele aangifte in de bedrijfsvoorheffing. In de eerste aangifte moeten het bruto belastbaar inkomen en de (hypothetisch) verschuldigde bedrijfsvoorheffing opgenomen worden. In de tweede aangifte moet ook het bruto belastbaar inkomen vermeld worden. In het vak ‘Verschuldigde BV’ moet hier een negatief bedrag opgenomen worden, gelijk aan 25% van de ingehouden bedrijfsvoorheffing. De code in het vak ‘aard inkomen’ moet als volgt ingevuld worden: 81 steunzone (art. 2758, §1, lid 1 WIB 92) . Verder moeten de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing een nominatieve lijst per instelling ter beschikking houden van de fiscus met verwijzing naar de nieuwe arbeidsplaats.

Dossier

U moet ook een formulier bezorgen aan het bevoegde Documentatiecentrum-Bedrijfsvoorheffing waarin u o.a. gegevens vermeldt over de opzet en de uitvoering van de investering, de datum van de aanvang en de verwachte voltooiing en in voorkomend geval de voor de investering aangevraagde of verleende gewestelijke steun. U moet ook de verwachte bijkomende arbeidsplaatsen beschrijven en het verband aantonen tussen deze arbeidsplaatsen en de investering, en de loonkosten ramen die verbonden zijn aan deze verwachte bijkomende arbeidsplaatsen en daarop toe te passen vrijstelling van doorstorting. In het verleden moest u deze formaliteiten vervullen vóór de aanvang van de investering. Nu mag het aanvraagformulier tot ten laatste drie maanden na de voltooiing van de investering ingediend worden. De aanvraag moet wel gebeurd zijn vóór de indiensttreding van de nieuwe werknemers.

Investeringstermijn

In het verleden kon de vrijstelling niet verleend worden indien de periode tussen de datum van overlegging van het formulier en de datum van werkelijke voltooiing van de investering meer dan twee keer langer was dan de periode tussen de overlegging van dit formulier en de datum van de verwachte voltooiing van de investering. Voortaan moet de investering plaatsvinden binnen de zes maanden na de verwachte voltooiingsdatum.

Als u investeert in een steunzone, dan geniet u voor nieuwe arbeidsplaatsen gedurende twee jaar een vrijstelling van doorstorting van 25% van de bedrijfsvoorheffing. Er komt een nieuwe steunzone in de regio Zaventem-Vilvoorde. De regels voor die vrijstelling werden recentelijk versoepeld. De vrijstelling is nu ook combineerbaar met de vrijstelling voor overwerk. U mag uw aanvraagformulier nu ook tot drie maanden na de voltooiing van de investering indienen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878