AANGIFTE - PERSONENBELASTING - 16.11.2018

Wanneer zijn erelonen ‘achterstallig’?

Een advocaat ontvangt in 2009 pro-Deovergoedingen die slaan op prestaties van eerdere jaren, en geeft ze daarom aan als ‘achterstallige erelonen’.

Standpunt Administratie

Volgens de fiscus zijn de pro-Deovergoedingen belastbaar als gewone erelonen. Van achterstallen zou maar sprake zijn als de laattijdige betaling te wijten is aan een fout of laattijdigheid van de overheid en dat is niet aangetoond.

Standpunt rechter

De rechter geeft de fiscus ongelijk. De woorden ‘door toedoen van de overheid’ geven aan dat de vertraging niet te wijten mag zijn aan de belastingplichtige zelf. Er moet geen fout of nalatigheid vanwege de overheid aangetoond worden. Dat pro-Deovergoedingen in de regel niet uitbetaald worden in het jaar waarin de prestaties verricht worden, is wel degelijk ‘door toedoen van de overheid’, ook al is de advocaat vrijwillig toegetreden tot het pro-Deostelsel.

Download het arrest van het hof van beroep te Gent van 16.01.2018 van http://tipsenadvies-belastingen.be/download  – code BT 25.03.07.

Commentaar

Achterstallige erelonen? Erelonen zijn achterstallig als ze betrekking hebben op diensten die gedurende een periode van meer dan 12 maanden geleverd zijn, en door toedoen van de overheid niet betaald zijn in het jaar van de prestaties, maar in een keer vergoed worden in een later jaar (art. 171, 6°, 2de streepje WIB 92) . Het ‘toedoen van de overheid’ is essentieel. Erelonen die iemand laattijdig ontvangt door zijn eigen toedoen, bv. door late facturatie of omdat hij dat zo overeengekomen is, zijn geen achterstallen en laattijdige betalingen vanwege een schuldenaar uit de privésector zijn dat evenmin.

Toedoen van de overheid? De fiscus heeft lang het standpunt verdedigd dat ‘toedoen van de overheid’ opgevat moet worden als ‘een fout of nalatigheid van de overheid’. De meeste rechters waren het met dit standpunt eens, ook Cassatie (Cass., 23.04.2010) . Het Grondwettelijk Hof kwam in 2016 tot een ander besluit. De laattijdige betaling door ‘toedoen van de overheid’, ook al kan haar geen fout noch nalatigheid aangewreven worden, geeft op zich en als alle andere wettelijke voorwaarden vervuld zijn recht op de belasting tegen het afzonderlijk tarief (GwH nr. 30/2016, 25.02.2016) .

Fiscus heeft al toegegeven. Het is een beetje vreemd dat de fiscus in deze zaak nog dwarslag. In een circulaire heeft hij zich immers al neergelegd bij het arrest van het Grondwettelijk Hof (circ. 30/2016, 22.09.2016 (tweede versie)) .

Hoe dan eigenlijk belast? Een deel van de achterstallen wordt lager belast dan gewone erelonen. Meer bepaald wordt het evenredig gedeelte van de achterstallige baten dat een vergoeding van 12 maanden prestaties overtreft, belast tegen de gemiddelde aanslagvoet die betrekking heeft op het geheel van de andere belastbare inkomsten in plaats van tegen de progressieve tarieven.

Wat als u een vennootschap heeft? Bent u een vrije beroeper met een vennootschap, dan worden uw achterstallige erelonen niet anders belast dan uw niet-achterstallige erelonen. Voor een vennootschap zijn inkomsten belastbaar als winsten, d.w.z. op het moment dat de schuldvordering zeker en vaststaand is, ongeacht de datum van betaling.