KAPITAALVERMINDERING - 04.12.2018

Kapitaalvermindering: de fiscus verduidelijkt

Sinds 1 januari 2018 moet u een kapitaalvermindering proportioneel aanrekenen op de reserves van de vennootschap. In een recente circulaire (circ. 2018/C/103 van 02.08.2018) legt de fiscus nu uit hoe u daarbij concreet te werk moet gaan. Wat moet u daarover weten?

Nieuwe spelregels

Situatie tot 31 december 2017

Vóór de hervorming van de vennootschapsbelasting kon een vennootschap er vrij voor kiezen om kapitaalverminderingen door te voeren, zelfs indien zij ook over reserves beschikte die zij kon uitkeren aan haar aandeelhouders. Onder bepaalde voorwaarden, zoals o.m. de aanrekening van de kapitaalvermindering op het fiscaal kapitaal en dus niet op in het kapitaal geïncorporeerde reserves, en het respecteren van de vennootschapsrechtelijke principes, kon een vennootschap op die manier een deel van haar eigen vermogen belastingvrij uitkeren aan haar aandeelhouders.

Hervorming vennootschapsbelasting

In het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting blijven vennootschappen vanuit een vennootschapsrechtelijk oogpunt over de mogelijkheid beschikken om het maatschappelijk kapitaal terug te betalen. Op fiscaal vlak wordt deze vrijheid echter substantieel beknot. Sinds 1 januari 2018 kunnen vennootschappen die op hun balans ook in het kapitaal geïncorporeerde belastingvrije reserves, en/of – al dan niet in het kapitaal geïncorporeerde – belaste reserves hebben staan, immers niet langer zonder meer belastingvrije kapitaalverminderingen doorvoeren. Fiscaalrechtelijk zal een proportioneel deel van de boekhoudkundige kapitaalvermindering aangerekend worden op de reserves van de vennootschap. Een deel van de kapitaalvermindering zal fiscaal derhalve als dividend kwalificeren en overeenkomstig belast worden.

De wijzigingen gelden niet alleen voor kapitaalverminderingen, maar ook voor terugbetalingen van uitgiftepremies en bedragen waarop ter gelegenheid van de uitgifte van winstbewijzen ingeschreven is.

Toepassingsgebied

De nieuwe principes inzake kapitaalverminderingen raken alle vennootschappen die bij het doorvoeren van een kapitaalvermindering niet enkel fiscaal gestort kapitaal op balans hebben staan, maar tevens: (1) belastingvrije reserves, die geïncorporeerd werden in het kapitaal; en/of (ii) belaste reserves, ongeacht of zij geïncorporeerd werden in het kapitaal.

Hoe aanrekenen?

Wanneer het maatschappelijk (boekhoudkundig) kapitaal van de vennootschap verminderd wordt, wordt deze vermindering op grond van de nieuwe wettelijke bepalingen proportioneel aangerekend op enerzijds het (fiscaal) werkelijk gestort kapitaal en anderzijds op de reserves. De aanrekening gebeurt als volgt:

  • (i) op werkelijk gestort kapitaal: kapitaalvermindering x (WGK / (WGK + BVRK + BR));
  • (ii) op reserves: kapitaalvermindering x ((BVRK + BR) / (WGK + BVRK + BR)).

WGK = Werkelijk gestort kapitaal (incl. uitgiftepremies en bedragen waarop ingeschreven werd ter gelegenheid van de uitgifte van winstbewijzen)

BVRK = Belastingvrije reserves in kapitaal

BR = Belaste reserves (in en/of uit kapitaal)

De reserves worden op grond van de volgende hiërarchie aangesproken: (i) de belaste reserves in kapitaal, (ii) de belaste reserves buiten kapitaal en ten slotte (iii) de belastingvrije reserves binnen kapitaal. Enkel ingeval de belastingvrije reserves aangesproken worden, zal dit resulteren in effecten op het niveau van de vennootschapsbelasting verschuldigd in hoofde van de vennootschap in wiens hoofde de kapitaalvermindering doorgevoerd wordt.

In het kader van deze berekening, fungeren de reserves op het einde van het belastbaar tijdperk dat voorafgaat aan de kapitaalvermindering als basis. Dividenden die tussentijds uitgekeerd werden (en die ten laatste plaatsvonden op het ogenblik van de terugbetaling van het kapitaal), mogen wel bijkomend in rekening gebracht worden.

Vastgeklikte reserves

Reserves die op grond van overgangsartikel 537 WIB 92 vastgeklikt werden in het kapitaal van de vennootschap tegen een kost van 10% roerende voorheffing, vallen buiten de scope van de nieuwe regeling. Vennootschappen die beschikken over een dergelijk kapitaal, kunnen – in die mate – dus kapitaalverminderingen doorvoeren zonder dat een deel van de vermindering fiscaal aangerekend wordt op de reserves van de vennootschap. Eens dit kapitaal integraal terugbetaald is, zijn de nieuwe bepalingen wel van toepassing.

Overige nuanceringen

De wetgever wil ruwweg naast de belastingvrije reserves die niet geïncorporeerd werden in het kapitaal, ook de reserves buiten beschouwing laten die ‘principieel’ niet voor uitkering vatbaar zijn, net als de (bijzondere) liquidatiereserve. Deze reserves worden noch in de teller, noch in de noemer in rekening gebracht, en hebben derhalve geen impact wanneer een kapitaalvermindering doorgevoerd wordt.

De reserves die buiten beschouwing gelaten worden, zijn: de wettelijke reserves, ten belope van de minimale wettelijke reserve; de (bijzondere) liquidatiereserves; verdoken reserves; onbeschikbare reserves die gekoppeld zijn aan eigen aandelen of eigen winstbewijzen; voorzieningen voor risico’s en kosten en waardeverminderingen; negatieve belaste reserves (behalve overgedragen verlies en reserves die naar aanleiding van een terugbetaling van kapitaal of van ermee gelijkgestelde bedragen aangelegd zijn); herwaarderingsmeerwaarden, in de mate waarin ze niet uitgekeerd kunnen worden; vrijgestelde reserves, die in geval van fusie, splitsing, met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting of met splitsing gelijkgestelde verrichting in kapitaal heraangelegd worden wanneer de inbreng niet volledig vergoed wordt met nieuwe aandelen omdat de overnemende of verkrijgende vennootschappen in het bezit zijn van aandelen van de overgenomen of gesplitste vennootschap.

Praktisch

Complexiteit beheersen

U kunt de complexiteit van de nieuwe aanrekeningsregels, en de daaruit volgende discrepantie tussen fiscale en boekhoudkundige cijfers, vermijden door zelf vrijwillig – desgevallend ook vennootschapsrechtelijk – een deel van de uitkering van het eigen vermogen te structureren als een uitkering van reserves.

Overige aandachtspunten

Indien u afziet van deze ontsnappingsroute en u zich onderwerpt aan de nieuwe prorateringsregels, dan moet u met een aantal praktische aspecten rekening houden. Ten eerste zal het maatschappelijk kapitaal verminderen met een bedrag dat hoger is dan de vermindering van het fiscaal werkelijk gestort kapitaal. Behoudens ingeval het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap tevens afdoende geïncorporeerde reserves omvat, en de proportionele aanrekening op de reserves integraal op deze geïncorporeerde reserves gebeurt, zal een (bijkomende) discrepantie ontstaan tussen het maatschappelijk kapitaal en het fiscaal werkelijk gestort kapitaal. Dit zal gereflecteerd worden in een negatieve belaste reserve in kapitaal.

In de bijlage illustreren we de berekening a.d.h.v. een aantal voorbeelden en tonen u de impact op de opgaves 328D en 328R.

Download de voorbeelden via http://tipsenadvies-financieelmanagement.be/download – code FM 05.07.04.

Merk op dat de nieuwe regels slechts een verplichte aanrekeningsvolgorde met zich meebrengen. Ze impliceren in globo echter geen verhoogde belastingdruk. Dit betekent dat – ingeval de vermindering van het maatschappelijk kapitaal vanuit fiscaal oogpunt aangerekend wordt op de (niet-geïncorporeerde) reserves – deze fiscaal reeds aangesproken reserves bij uitkering niet opnieuw onderworpen zullen worden aan roerende voorheffing. De aanrekening op dergelijke reeds fiscaal aangesproken reserves gebeurt pas als de overige belaste reserves reeds uitgekeerd werden.

  • Sinds 1 januari 2018 heeft u niet langer de vrijwel volledige vrijheid om uitkeringen uit het eigen vermogen op het gestorte kapitaal aan te rekenen. U mag de uitkering nog slechts pro rata op het gestorte kapitaal aanrekenen op basis van de verhouding tussen het gestorte kapitaal en de uitkeerbare reserves.
  • Vastgeklikte reserves blijven buiten de nieuwe regeling. Eens dit kapitaal terugbetaald is, zijn de nieuwe regels wel van toepassing.
  • Bij die berekening mag u eenvoudig samengevat de reserves buiten beschouwing laten die principieel niet voor uitkering in aanmerking komen, net als de liquidatiereserves.
  • Vermijd bij voorkeur dat er discrepanties tussen het boekhoudkundig en het fiscaal kapitaal en de reserves ontstaan, door een uitkering vanuit het eigen vermogen vennootschapsrechtelijk analoog met de fiscale aanrekeningsregels te organiseren.
  • Als de kapitaalvermindering fiscaal aangerekend wordt op de reserves, dan zullen deze reserves bij uitkering niet opnieuw aan roerende voorheffing onderworpen worden.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878