INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING - 21.12.2018

Wat kost ontslag tijdens de ‘gewaarborgde’ periode?

Na een IBO moet u de stagiair tijdens een zgn. gewaarborgde periode in dienst houden. Als u toch zou ontslaan, kost u dat dan het loon voor die periode plus een opzegvergoeding, of enkel het eerste? Het Hof van Cassatie heeft beslist...

Gewaarborgde periode na een IBO

Wat is het? Een IBO (individuele beroepsopleiding) houdt in dat u een werkzoekende een opleiding laat volgen met het oog op een ‘echte’ tewerkstelling. U sluit daarvoor een driepartijenovereenkomst met de betrokkene en de VDAB (in Brussel VDAB of Bruxelles Formation; in Wallonië Forem). Tijdens deze opleidingsperiode blijft de betrokkene zijn werkloosheidsuitkering ontvangen; u moet dus geen echt loon betalen. U moet echter wel het engagement aangaan om hem/haar na de opleidingsperiode in dienst te nemen én te houden gedurende een vergelijkbare periode.

Wat kost het verbreken? Tijdens deze gewaarborgde periode kunt u de ex-IBO’er niet ontslaan, tenzij om dringende reden. Doet u dat toch, dan zegt de reglementering dat u een schadevergoeding ten belope van het loon voor de resterende weken van de gewaarborgde periode moet betalen. Een vraag waarover al lang discussie bestaat in de rechtspraak is of u daarnaast ook nog een ‘gewone’ opzegvergoeding verschuldigd bent...

Wat is er gebeurd?

Een persoon volgt een IBO in een bedrijf van 22 juni tot 29 november 2009. Op 14 december 2009 wordt hij echter al ontslagen om dringende reden. De ex-IBO’er vecht dat ontslag aan. Ondertussen gaat het bedrijf failliet en dient de ex-IBO’er een vraag tot betaling in bij het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen. Na een schikking i.v.m. de dringende reden getroffen te hebben, betaalt het FSO een opzegvergoeding (van € 2.909 bruto) en een schadevergoeding (van € 4.015 bruto). Later meent het FSO dat het om een ‘onterechte cumul’ gaat en vordert het de opzegvergoeding terug.

Wat heeft de rechter gezegd?

Nadat het FSO in beroep gelijk kreeg (arbh. Hasselt, 10.12.2014) , ging de ex-IBO’er in cassatie... en het hoogste hof gaf hém gelijk. Volgens het Hof van Cassatie houdt de vergoeding toegekend wegens het niet nakomen van een verbintenis om niet te ontslaan, immers geen verband met de opzegvergoeding die toegekend wordt wegens het niet naleven van de wettelijke opzegtermijn. Het arrest dat het recht op deze opzegvergoeding afwijst, wordt dus verbroken, zoals dat heet.

Wat moet u ervan onthouden?

Schadevergoeding plus opzegvergoeding. Sommige rechters waren van mening dat er geen opzegvergoeding verschuldigd was, of dat die op zijn minst van de schadevergoeding voor schending van de gewaarborgde periode afgetrokken mocht worden. Met dit cassatiearrest komt nu echter vast te staan dat dit niet het geval is: u moet daarbovenop ook nog een ‘gewone’ opzegvergoeding berekenen en betalen.

Let op! Zoals uit dit arrest blijkt, geldt deze ‘cumul’ ook als de rechter een ontslag om dringende reden zou verwerpen.

Anciënniteit IBO zelf telt niet mee. Dat is dan weer het goede nieuws. Stel, iemand volgt een IBO van 26 weken en na bv. 8 weken ‘vast contract’ ontslaat u hem. Dan hoeft u die opzegvergoeding niet te berekenen op basis van 34 weken anciënniteit, maar slechts op basis van die van 8 weken.

Hof van Cassatie, 12.03.2018. De uitspraak is contra de werkgever.

De schadevergoeding van het resterend loon voor de gewaarborgde periode belet niet dat u ook een ‘normale’ opzegvergoeding verschuldigd bent; u hoeft om die te berekenen echter niet de anciënniteit van de IBO zelf mee te tellen. Denk eraan dat deze cumul óók geldt als een dringende reden verworpen zou worden.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878