KREDIETEN - 13.02.2019

Investeringen financieren: geef de sleutels van uw bedrijf niet uit handen...

Hoewel de kortetermijnrente extreem laag staat en hoewel de banken relatief vlot kortetermijnkredieten toekennen, bent u met dat soort financiering toch beter voorzichtig.

Wanneer opteert u beter toch voor langetermijnkredieten? Wat is daarbij de rol van het werkkapitaal van uw bedrijf? Wat onderneemt u nu het best als u in het verleden toch investeringen in vaste activa met kortetermijnkredieten gefinancierd heeft?

Marktsituatie

Rente

Ondanks de verbeterde economische situatie blijft de rente in België historisch laag. Er zijn natuurlijk een hele boel onzekerheden zoals de nakende brexit, een verdere rentestijging in de VS of de ‘handelsoorlog’ tussen de VS en China. Die onzekerheden hebben momenteel echter een zeer beperkte impact op de rente. De Euribor op één maand blijft negatief en schommelt rond -0,3%. De rente op staatsobligaties (de OLO-rente) op tien jaar mag dan wel licht gestegen zijn, maar historisch gezien valt een rente van een goede 0,70% toch uitzonderlijk laag te noemen.

Hoewel de meeste banken bij het berekenen van de rente op voorschotten op korte termijn geen rekening houden met de negatieve Euribor en dus een ‘bodem’ van 0% onder de Euribor plaatsen, blijft de kortetermijnrente als basis voor een krediet momenteel bijzonder aantrekkelijk.

Banken

De banken blijven bovendien relatief soepel met kortetermijnkredieten zoals straight loans of vaste voorschotten, zeker als u aan hun interne criteria (de ‘kredietrating’) voldoet. Op zich is dat natuurlijk een goede zaak: bijkomend krediet zorgt ervoor dat u voldoende zuurstof heeft om uw voorraden te financieren en uw klanten betalingsuitstel te geven. Toch kunt u met die kortetermijnkredieten maar beter voorzichtig zijn. De verleiding is soms groot om dat soort kredieten, zeker wanneer ze zoals nu zeer goedkoop zijn, ook voor andere doeleinden zoals investeringen te gaan gebruiken. Het kan echter in bepaalde omstandigheden bijzonder gevaarlijk zijn om die kortetermijnkredieten bijvoorbeeld voor de aankoop van machines of rollend materieel aan te wenden. U dreigt dan in sommige gevallen zelfs ‘de sleutels van uw bedrijf uit handen te geven’.

Werkkapitaal

Waarover gaat het?

Elk bedrijf heeft in wezen twee soorten financieringsmiddelen, middelen op lange termijn en middelen op korte termijn. De belangrijkste middelen op lange termijn zijn het eigen vermogen (kapitaal, reserves) en de langetermijnkredieten van uw bedrijf. Bij de financieringsmiddelen op korte termijn denkt u bv. aan bankkredieten op korte termijn (straight loans, kaskredieten, ...), maar ook aan het leverancierskrediet, het betalingsuitstel dat u van uw leveranciers krijgt. Het werkkapitaal geeft dan het overschot aan langetermijnmiddelen weer, dat u niet ‘vastgezet’ heeft door het te investeren in de vaste activa van het bedrijf en dat u kunt gebruiken om uw dagdagelijkse (‘cyclische’) behoeften te financieren.

Hoe berekenen?

U kunt het werkkapitaal van uw bedrijf op twee manieren berekenen. U kunt het werkkapitaal vanuit de ‘bovenkant’ van de balans berekenen door te vertrekken vanuit de investeringen en de middelen op lange termijn. Als alternatief kunt u hetzelfde resultaat bereiken vanuit de ‘onderkant’ van de balans, vanuit de aanwendingen van middelen en de financieringsmiddelen op korte termijn. Bij beide berekeningen vermelden we de rubrieken van de jaarrekening waar u de relevante cijfers terugvindt.

Als u vertrekt vanuit de ‘bovenkant’ van de balans, is de berekening als volgt: langetermijnmiddelen (eigen vermogen (10/15) + voorzieningen (16) + langetermijnschulden (17)) verminderd met de vaste activa (20 + 21/28): het werkkapitaal geeft dus de reserve aan langetermijnfinancieringsbronnen weer die niet geïnvesteerd werden in vaste activa.

Vertrekt u daarentegen van de ‘onderkant’ van de balans, dan bepaalt u het werkkapitaal als volgt: vlottende activa (29/58) verminderd met passiva op max. één jaar (42/48 + 492/3). U bepaalt dus het verschil tussen de vlottende activa, die in principe vrij snel omgezet kunnen worden in cash, en de financieringsbronnen die u mogelijk op (heel) korte termijn moet kunnen terugbetalen. Deze berekening wordt dikwijls nog gecorrigeerd met de rekening-courant actief (verlaging werkkapitaal) of passief (verhoging werkkapitaal), aangezien zo’n rekening-courant soms als een correctie op het eigen vermogen aanzien kan worden.

Negatief werkkapitaal?

Als uw werkkapitaal negatief is, dan betekent dat eigenlijk dat u vaste activa gefinancierd heeft met kortetermijnmiddelen (bv. met bankkredieten zoals ‘straight loans’ en/of leverancierskredieten). Op zich lijkt dat geen probleem: deze vorm van financiering is momenteel bijzonder goedkoop en aangezien er dikwijls geen formele eindvervaldag aan deze kredietlijnen gekoppeld is (ze zijn ‘van onbepaalde duur’ of ‘tot nader bericht’) lijken ze op het eerste gezicht sterk op ‘eeuwigdurende’ langetermijnkredieten. Misschien beschikt u zelfs al meer dan tien of twintig jaar over dat soort kredieten...

Risico

Het feit dat die kredieten ‘van onbepaalde duur’ of ‘tot nader bericht’ zijn, betekent echter ook dat de kredietverlener het krediet op elk moment kan stopzetten. Elke leverancier kan in principe bij de volgende levering contante betaling vragen. Uw bank moet wel een opzegtermijn respecteren, maar die bedraagt doorgaans slechts een tot drie maanden. Als u dat soort kredieten dan bv. gebruikt heeft om machines te kopen, dan kan er daardoor een belangrijk probleem ontstaan. De omvang van het probleem hangt af van de mate waarin uw werkkapitaal positief is. Als uw werkkapitaal groot genoeg is, heeft u mogelijk een voldoende omvangrijke buffer. Als uw werkkapitaal negatief is, dreigt u snel in liquiditeitsproblemen te verzeilen. Daarenboven kan een rentestijging de kost van uw financiering fors doen toenemen.

Oplossing?

Snel bepaalde activa verkopen is natuurlijk geen goede oplossing. In de eerste plaats omdat u die activa wellicht nodig heeft voor uw bedrijfsvoering, maar ook omdat u bij zo’n snelle verkoop vaak geen correcte prijs zal krijgen. Via een ‘sale and lease back’ kunt u tegelijkertijd geld vrijmaken en de activa verder blijven gebruiken. U zit op zo’n moment echter niet meteen in een goede onderhandelingspositie. Die zwakke onderhandelingspositie is ook een probleem als u in zo’n situatie zou proberen om bijkomend kapitaal of langetermijnkrediet aan te trekken. Het feit dat de Wet Laruelle-Geens de kredietverlener verplicht u de kredietvorm aan te bieden die het beste beantwoordt aan uw behoeften zal u op zo’n moment al evenmin soelaas brengen.

De beste strategie bestaat er dus in om vooruitziend te zijn en langetermijninvesteringen altijd te financieren met langetermijnmiddelen. Kortetermijnbehoeften (bv. voorraden en vorderingen) kunt u wel zonder probleem met kortetermijnkredieten financieren. Laat u dus niet door de lage kortetermijnrente verleiden om een verkeerde kredietvorm te kiezen. Er bestaan immers ook langetermijnkredieten op basis van een variabele rentevoet (bijvoorbeeld ‘wentelkredieten’ of ‘roll-overkredieten’). Als u in het verleden investeringen met kortetermijnkredieten gefinancierd heeft, dan doet u er goed aan om nu, terwijl de zaken goed gaan, uw kredieten te heronderhandelen. Het feit dat ook de langetermijnrente vandaag uitzonderlijk laag staat, is dan meegenomen.

Adviezen

  • Hoewel de kortetermijnrente laag staat en hoewel de banken momenteel vlot kortetermijnkredieten toekennen, gebruikt u dat soort kredieten toch het best enkel voor datgene waar ze voor dienen: de financiering van voorraden en vorderingen. De bank kan die kredieten immers gemakkelijk opzeggen.
  • Zorg dus voor een positief werkkapitaal door investeringen in vaste activa altijd te financieren met langetermijnmiddelen. Zo vermijdt u dat u overhaast activa moet verkopen of vanuit een zwakke onderhandelingspositie nieuw kapitaal moet aantrekken, als de bank uw kortetermijnkredieten ooit zou opzeggen.
  • Als u in het verleden investeringen in vaste activa gefinancierd heeft met kortetermijnkredieten, dan kunt u het best, nu de zaken goed gaan, uw kredieten heronderhandelen. De langetermijnrente bevindt zich vandaag immers ook op een historisch laag peil. Als u stevige marges realiseert, kunt u ook opteren voor langetermijnkredieten op basis van een variabele rentevoet, de zgn. wentelkredieten of roll-overkredieten.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878