LOON - 05.02.2019

Minimumbezoldigingsvereiste nu verduidelijkt

De minister heeft de werking van de minimumbezoldigingsregeling onlangs verduidelijkt. Hoe wordt de drempel berekend als er meerdere bedrijfsleiders zijn? Moet u rekening houden met de forfaitaire waardering van de voordelen van alle aard of met de werkelijke kosten?

Meerdere bedrijfsleiders

Waarover gaat het?

Als een vennootschap meerdere bedrijfsleiders-natuurlijke personen heeft die elk de drempel van € 45.000 niet bereiken, dan stelt zich de vraag of u de (hoogste) bedrijfsleidersbezoldiging dan moet toetsen aan – de helft van – het belastbaar resultaat van de vennootschap vóór aftrek van de hoogste bedrijfsleidersbezoldiging, dan wel vóór aftrek van alle bedrijfsleidersbezoldigingen.

Stel dat het belastbaar resultaat vóór de toekenning van de bedrijfsleidersbezoldigingen € 60.000 bedraagt. De vennootschap heeft twee bedrijfsleiders. A ontvangt een bezoldiging van € 20.000, die van B bedraagt € 10.000. Moet u dan rekening houden met een vereiste minimumbezoldiging van € 30.000 (€ 60.000 x 50%), dan wel € 25.000 ((€ 60.000 - € 10.000) x 50%)?

Standpunt minister

De minister stelde dat de bezoldigingen die toegekend worden aan andere bedrijfsleiders dan de bedrijfsleider met de hoogste bezoldiging (wiens bezoldiging als grondslag dient voor de berekening van een eventueel tekort) wel degelijk in rekening gebracht mogen worden bij de berekening van het resterend belastbaar inkomen, waaraan de bedrijfsleidersbezoldiging getoetst moet worden (CRIV 54, COM. 986, 3-5) . Voortbouwend op bovenstaand voorbeeld, betekent dit dat er rekening gehouden moet worden met een minimumbezoldiging van € 25.000, zijnde het belastbaar resultaat van de vennootschap (i.c. € 60.000), verminderd met de bezoldigingen toegekend aan de overige bedrijfsleiders (i.c. € 10.000), en vervolgens herleid tot de helft. In deze situatie zal de afzonderlijke heffing dus berekend worden op het tekort van € 5.000.

Voordeel alle aard

Forfaitair gewaardeerde voordelen

Het is duidelijk dat u forfaitair gewaardeerde voordelen van alle aard in rekening mag brengen bij de berekening van de omvang van de bezoldiging van de bedrijfsleider. Hoe moet u dat voordeel dan echter reflecteren in de omvang van het belastbaar resultaat? Moet u tevens rekening houden met de forfaitaire benadering, of moet u daarentegen de reële kost verrekenen die de vennootschap draagt om dit voordeel te kunnen verschaffen?

Ook dit vraagstuk wordt met een voorbeeld geïllustreerd: het belastbaar resultaat van vennootschap X bedraagt – na toekenning van de bedrijfsleidersbezoldiging – € 20.000. De bedrijfsleider ontving enkel een voordeel van alle aard, forfaitair gewaardeerd op € 10.000. Bedraagt het tekort in deze context € 5.000 (= (€ 20.000 + € 10.000) / 2 - € 10.000) of moet bij de berekening de werkelijke kost van het voordeel van alle aard in rekening gebracht worden?

Standpunt minister

Ook hier is er – naar mening van de minister – geen twijfel mogelijk: enkel de forfaitaire waardering van het voordeel van alle aard speelt een rol. De kost die de vennootschap reëel gedragen heeft, is van geen belang. Het tekort in bovenstaand voorbeeld bedraagt derhalve wel degelijk € 5.000, ongeacht de omvang van het belastbaar resultaat vóór de toekenning van het voordeel van alle aard. Deze visie strookt met het basisprincipe dat de bezoldiging van de bedrijfsleider getoetst moet worden aan het (resterend) belastbaar resultaat van de vennootschap. Hoe dit belastbaar resultaat bekomen werd (al dan niet op grond van kosten gelinkt aan een forfaitair voordeel van alle aard), heeft hierbij geen invloed.

  • Als er meerdere bedrijfsleiders zijn die elk minder dan € 45.000 verdienen, dan moet u volgens de minister bij de berekening vertrekken van het belastbaar resultaat vóór de toekenning van (enkel) de bezoldiging die aan de bedrijfsleider met het hoogste loon toegekend wordt.
  • Bij het bepalen van de relevante bedrijfsleidersbezoldiging mag u enkel rekening houden met de forfaitaire waardering van de voordelen alle aard en niet met de werkelijke kosten.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878