Uw aanslagbiljet personenbelasting ontcijferd...

Aanslagbiljet personenbelasting

Structuur van het aanslagbiljet. Op het eerste blad van het aanslagbiljet vindt u het bedrag dat u moet betalen of terugkrijgt, en op de achterkant daarvan de contactgegevens van de fiscus en uitleg over wat u moet doen als u niet akkoord gaat met de aanslag. Daarna volgt een samenvatting van de gegevens waarop de aanslag gebaseerd is, dan krijgt u het detail van de berekening, dat bestaat uit een vaststelling van de belastbare inkomsten, en daarna de ‘berekening van de aanslag’ waarvan het resultaat het te betalen of terug te krijgen bedrag van de eerste pagina is.

Federaal en gewestelijk? In de ‘berekening van de aanslag’ wordt sinds het aanslagjaar 2015, inkomstenjaar 2014, een onderscheid gemaakt tussen federale en gewestelijke belasting en tussen federale en gewestelijke verminderingen. Dit is een gevolg van de zesde staatshervorming die de gewesten gedeeltelijk bevoegd gemaakt heeft voor de personenbelasting. Even kijken...

Federale belasting

Belasting. Vóór er sprake is van federale en gewestelijke belasting, staat er een bedrag vermeld als ‘Belasting Staat’. Dit bedrag is de belasting voor de federale overheid als er geen gewestelijke belasting zou zijn, berekend volgens de tarieven die federaal bepaald worden. Aangezien er echter wel een gewestelijke belasting is, gaat (voor inkomstenjaar 2017) maar 75,043% van de ‘Belasting Staat’ naar de federale overheid. Die 75,043% wordt de ‘Gereduceerde Belasting Staat’ genoemd.

Verminderingen. Veel belastingverminderingen zijn ook naar de gewesten overgeheveld. De belangrijkste verminderingen die federaal gebleven zijn, zijn: giften, uitgaven voor kinderopvang, hypotheekaflossingen voor een andere dan de eigen woning en premies individuele levensverzekering niet gekoppeld aan de eigen woning.

Tip.  Als de federale verminderingen groter zijn dan de federale belasting, wordt het overschot afgetrokken van de gewestelijke belasting.

Gewestelijke belasting

Belasting. De gewestelijke belasting wordt niet berekend op uw inkomsten, maar als zgn. opcentiemen, d.w.z. een percentage, op de Gereduceerde Belasting Staat. Voor inkomstenjaar 2017 is het tarief van de opcentiemen 33,257% in Vlaanderen en Wallonië en 32,591% in Brussel.

Tip.  Op het deel van de federale belasting dat betrekking heeft op interesten, dividenden, royalty’s, roerende verhuur en enkele diverse inkomsten worden geen gewestelijke opcentiemen berekend.

Let op!  Welk gewest bevoegd is, is afhankelijk van uw fiscale woonplaats, normaal gezien uw domicilie, op 1 januari van het aanslagjaar, dat is het jaar na het inkomstenjaar. Dit betekent dat wanneer u in de loop van het inkomstenjaar naar een ander gewest verhuist, zelfs al is dat bv. pas in december, u voor het volledige inkomstenjaar onder de bevoegdheid van dat gewest valt en dus niet nog voor een deel onder het gewest waar u vandaan komt.

Verminderingen. De belangrijkste gewestelijke verminderingen zijn: eigen woning (woonbonus in Vlaanderen – chèque habitat in Wallonië), PWA (Wallonië en Brussel), wijk-werkcheques (Vlaanderen) en dienstencheques, vernieuwing van sociale huurwoningen, energiebesparende uitgaven (Wallonië), restauratie en onderhoud van beschermde monumenten.

Tip.  Als de gewestelijke verminderingen groter zijn dan de gewestelijke belasting, wordt het overschot afgetrokken van de federale belasting.