HOLDING - 16.04.2021

Btw recupereren bij uw holding?

Een holding kan btw-plichtig zijn én recht op btw-recuperatie hebben, maar dat kan evengoed niet het geval zijn. In dat opzicht is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen een passieve of gewone holding enerzijds en een actieve of gemengde holding anderzijds. En als er recht op aftrek is, hoe wordt dat dan concreet bepaald? Wat heeft het Europees Hof van Justitie hier recent over beslist?

Actieve versus passieve holding

Belang

Om te weten of een holding al dan niet btw-plichtig is en recht op btw-recuperatie heeft, moet een onderscheid gemaakt worden tussen een passieve holding enerzijds en een actieve holding anderzijds.

Passieve holding

Een gewone of passieve holding is een vennootschap die alleen maar aandelen bezit van een of meer andere vennootschappen.

Een passieve holding is niet btw-plichtig en heeft dus ook geen recht op btw-recuperatie. Het louter bezitten van iets is immers geen activiteit, laat staan een economische activiteit die aanleiding geeft tot btw-plicht. Een vennoot-particulier wordt m.a.w. nooit btw-plichtig door het loutere feit aandelen te bezitten. Dat geldt in principe ook voor vennootschappen. Een vennootschap die aandelen bezit van een of meer andere vennootschappen, wordt daardoor op zich niet btw-plichtig. Ze heeft op zich dan immers geen btw-activiteit.

Een passieve holding is dan ook een niet-btw-plichtige; haar werkzaamheden vallen buiten de btw-sfeer en ze zal dan ook geen btw-nummer krijgen (Btw-handleiding, nrs. 78 en 111) .

Btw recupereren?

Aangezien een passieve holding niet btw-plichtig is, kan ze ook de btw die ze zelf betaald heeft op de haar geleverde goederen en diensten niet in aftrek brengen.

Actieve holding

De holding is dus in beginsel slechts btw-plichtig wanneer ze economische activiteiten uitoefent. Die activiteiten moeten duurzaam en tegen vergoeding verricht worden. Dividenden kunnen niet aangemerkt worden als een vergoeding voor beheersdiensten, omdat ze geen verband houden met de activiteiten van de holding, maar een louter gevolg zijn van het bezit van de deelnemingen (HvJ, 12.07.2001, C-102/00) . Het bedrag van de aangerekende vergoedingen en de verhouding tussen dat bedrag en de kosten die de holding voor het verwerven van haar deelnemingen maakt, is daarentegen volgens het Europees Hof van Justitie niet relevant (HvJ, 16.07.2015, C-108/14 en C109/14) .

Houdt de holding niet alleen aandelen van andere vennootschappen aan, maar verricht ze ook beheersdiensten voor haar dochterondernemingen (bv. managementprestaties, consultancy, administratie, enz.) of verleent ze ook rechten op een octrooi of merk, dan gaat het om een zgn. actieve of gemengde holding.

Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat een holding die geen beheersdiensten verricht voor haar dochterondernemingen, maar enkel een onroerend goed verhuurt aan een dochteronderneming, ook gekwalificeerd moet worden als een actieve holdingvennootschap (HvJ, 05.07.2018, C-320/17, Marle Participations) .

Op basis van de voornoemde recente rechtspraak van het Europees Hof moeten holdingvennootschappen zich dus niet als dusdanig inmengen in het management van dochterondernemingen om als een actieve holding beschouwd te worden. Een pand verhuren aan een van de dochtervennootschappen is dus voldoende.

Btw-plichtig?

Een actieve holding is een zgn. gedeeltelijk btw-plichtige. Dat is een btw-plichtige die zowel handelingen verricht waarvoor ze btw-plichtig is, als handelingen die buiten de toepassingssfeer van de btw vallen en waarvoor ze dus helemaal niet btw-plichtig is (Btw-handleiding, nr. 109/2) .

De holding is met name btw-plichtig voor de beheersdiensten of de verhuur van het onroerend goed, maar niet voor het aanhouden van aandelen.

De omzet uit de niet-btw-plichtige activiteit (het aanhouden van aandelen) wordt niet vermeld in de btw-aangifte, ook niet in rooster 00. Dat is anders dan bij een zgn. gemengde btw-plichtige waar de vrijgestelde omzet wel verplicht opgenomen moet worden in rooster 00 van de aangifte.

Btw recupereren?

Een actieve holding kan wel de btw volgens de normale regels in aftrek brengen, al is het slechts gedeeltelijk, want beperkt tot de activiteiten waarvoor ze btw-plichtig is (HvJ, 27.09.2001, C-16/00, Cibo Participations; HvJ, 13.03.2008, C-437/06, Securenta) .

Hoe btw-recuperatie bepalen?

Europees Hof van Justitie

Volgens het Europees Hof van Justitie moet de bepaling van het gedeelte van de betaalde btw dat recupereerbaar is, gebeuren volgens een methode die elke EU-lidstaat zelf kan bepalen.

De aldus vastgestelde methode moet er wel voor zorgen dat de uitoefening van het recht op aftrek zo nauwkeurig mogelijk op het werkelijke gebruik afgestemd wordt (HvJ, 12.11.2020, C-42/19, Sonaecom) .

Regel van het werkelijke gebruik

De regel van het werkelijke gebruik houdt in dat de btw-recuperatie slechts toegestaan wordt naargelang van de effectieve aanwending van het geleverde goed of de verstrekte dienstprestatie.

Dat betekent concreet dat de btw op elke factuur m.b.t. prestaties waarvoor de holding btw-plichtig is en die ook niet vrijgesteld zijn van btw, in principe voor 100% aftrekbaar is, en de btw op facturen m.b.t. kapitaaldeelnemingen voor 0% aftrekbaar is.

Vanzelfsprekend moet u daarbij de geldende aftrekbeperking voor autokosten en aftrekuitsluitingen voor bv. restaurantkosten en kosten van onthaal in acht nemen.

Aandachtspunten

De boekhouding van de actieve holding moet dan zo georganiseerd zijn dat de bestemming van de erin opgenomen kosten duidelijk blijkt (Gent, 25.02.2014) .

Het alternatief voor de regel van het werkelijke gebruik zou de regel van het algemeen verhoudingsgetal kunnen zijn. Die regel bestaat erin dat alle btw die betaald werd op de aankopen slechts voor een bepaald percentage recupereerbaar is, naar de verhouding tussen de totale inkomsten van de holding enerzijds en de inkomsten uit haar btw-plichtige activiteit anderzijds. Die benadering is dus echter niet toegelaten.

Wat met gemengde kosten?

De btw-recuperatie op goederen en diensten die door de holding aangewend worden zowel voor handelingen die aan de btw onderworpen zijn als voor handelingen die buiten de btw-sfeer vallen, zal bepaald moeten worden op basis van een zgn. bijzonder verhoudingsgetal.

Het criterium waarop dat bijzonder verhoudingsgetal gebaseerd is, moet precies, objectief en controleerbaar zijn (HvJ, 08.11.2012, C-511/10, Finanzamt Hildesheim tegen BBGK) .

Voor kosten m.b.t. onroerende goederen kan dat criterium bv. de gebruikte oppervlakte zijn.

Ook de inzet van het personeel voor enerzijds handelingen die aan de btw onderworpen zijn en anderzijds handelingen die buiten de btw-sfeer vallen, wordt algemeen aanvaard als een betrouwbare indicator om het bijzonder verhoudingsgetal te bepalen. Dat kan bv. blijken uit de door het personeel ingevulde en bijgehouden tijdsregistraties.

Adviezen

  • Als een holding duurzaam economische activiteiten uitoefent (bv. ICT- of administratieve diensten voor haar dochtervennootschappen), dan kan ze zelf btw recupereren. Het Europees Hof heeft ook bevestigd dat er ook sprake is van een economische activiteit als die holding een gebouw verhuurt aan haar dochtervennootschappen.
  • Om te bepalen in welke mate de actieve holding btw kan recupereren, moet u de regel van het werkelijke gebruik toepassen. Dat betekent concreet dat de btw recupereerbaar is op facturen i.v.m. prestaties waarvoor de holding btw-plichtig is.
  • Als de holding bepaalde goederen en diensten zowel aanwendt voor handelingen die aan de btw onderworpen zijn, als voor handelingen die buiten de btw-sfeer vallen, dan moet u daarvoor een bijzonder verhoudingsgetal hanteren, gebaseerd op objectieve en controleerbare criteria, zoals de oppervlakte van een gebouw of de tijdsbesteding van het personeel.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878