Aangifte vennootschapsbelasting: mis de deadline niet!

Aangiftetermijn

Afsluitdatum. Sluit uw boekjaar af op 31.12.2020 of vóór 01.03.2021, dan is 28.10.2021 sowieso de uiterste indieningsdatum. Voor boekjaren die na 28.02.2021 afsluiten, heeft u een termijn van zeven maanden na de maand vanaf de afsluitdatum van het boekjaar om uw aangifte in te dienen. De FOD Financiën heeft een overzichtstabel opgemaakt in functie van de einddatum van het boekjaar. Op basis daarvan kunt u dan aflezen wanneer de aangifte in de vennootschapsbelasting voor aj. 2021 concreet ingediend moet zijn ( https://financien.belgium.be/sites/default/files/downloads/121-venb-tabel-aangiftetermijnen-2021.pdf ).

Tip.  Als u echter uw aangifte ten laatste op 30.09.2021 indient en ze geeft aanleiding tot een terugbetaling, dan zal de fiscus uw aangifte bij voorrang behandelen. Daardoor zal u de terugbetaling, behoudens uitzondering, ontvangen ten laatste eind december 2021.

Wat indien uw aangifte laattijdig is?

Boete en/of belastingverhoging. Dient u of uw boekhouder de aangifte te laat in, dan kunt u een belastingverhoging en/of een boete (art. 444 en 445 WIB 92) krijgen. Meestal is het een belastingverhoging. Voor een eerste laattijdige aangifte zonder het opzet om de belasting te ontduiken, wordt de te betalen vennootschapsbelasting met 10% verhoogd, de tweede keer is dat met 20%, enz. tot maximaal 200% (art. 225 KB/WIB 92) .

Tip.  Als de laattijdigheid te wijten is aan overmacht, mag de controleur geen verhoging opleggen, en als u niet te kwader trouw bent, ‘kan’ hij van de verhoging afzien.

Aanslag van ambtswege. In geval van een laattijdige aangifte wordt uw vennootschap ‘van ambtswege’ belast (art. 351 WIB 92) . Het belangrijkste nadeel daarvan is dat de bewijslast omgedraaid wordt. U ontvangt dan een aangetekende ‘kennisgeving van aanslag van ambtswege’, waarin staat dat uw vennootschap op een winst van X euro belast zal worden, tenzij u kunt bewijzen dat de werkelijke belastbare winst lager is.

Forfaitaire minimumwinst. De fiscus kan een vennootschap die haar aangifte niet of te laat indient, belasten op een forfaitair bedrag (art. 342, §3 WIB 92) . De controleur hoeft dan geen tijdrovende berekeningen te maken van de belastbare winst. Het bedrag waarop de fiscus u zo kan belasten, kan verschillen van sector tot sector en hangt in bepaalde gevallen ook af van het aantal werknemers en de omzet (art. 182 KB/WIB 92) , maar bedraagt minimaal € 40.000. De te betalen vennootschapsbelasting bij niet- of laattijdige aangifte bedraagt dus minimaal € 10.000.

Let op!  Sinds het zomerakkoord kunt u hierop geen enkele aftrek meer toepassen (bv. vorige verliezen, de notionele-interestaftrek, investeringsaftrek, enz.) indien de aanslag gepaard gaat met een belastingverhoging van ten minste 10%.

Wordt dit ‘strikt’ toegepast? In de praktijk zal de fiscus normaal gezien de belasting in eerste instantie, d.w.z. vóór een eventuele controle, vestigen op de winst die in de laattijdige aangifte vermeld wordt, als de aangifte tenminste niet veel te laat is en de boekhouding van uw vennootschap op het eerste gezicht bewijskrachtig is.

Let op!  Sinds 05.09.2019 wordt bij een tweede, derde, vierde, ... laattijdige aangifte of niet-aangifte de forfaitaire minimumwinst verhoogd met resp. 25%, 50%, 100% en 200% (art. 182, §2/1 en §2/2 KB/WIB 92) .