STANDPUNT RECHTER - 12.09.2005

Handgift: sluitende bewijzen gevraagd!

In 1989 werd er een patrimoniumvennootschap opgericht tussen twee echtgenoten. De man tekende in op 261 van de 262 aandelen, terwijl zijn echtgenote intekende op het andere aandeel. Op 31 oktober 1989 verklaarde de man een handgift te hebben gedaan van 250 van zijn aandelen aan zijn vrouw in die patrimoniumvennootschap met voorbehoud van vruchtgebruik. Dus de man behield de rechten verbonden aan de aandelen (stemrecht) en ook het genot (dividenden). Deze eenzijdige verklaring werd ter registratie aangeboden op 31 januari 1990. De man overleed op 1 augustus 1999. Zijn echtgenote was de enige erfgename. De notaris diende een aangifte van nalatenschap in, waarin 131 aandelen van die patrimoniumvennootschap werden aangegeven.

Drie maanden later meldde de notaris aan de ontvanger dat er een materiële vergissing had plaatsgevonden. Er moesten volgens de notaris slechts 11 in plaats van 131 aandelen van de patrimoniumvennootschap worden aangegeven, waardoor er ruim 12.000.000 BEF te veel werd aangegeven. De 250 aandelen (zie hoger) vallen immers buiten de nalatenschap. Er werd teruggave gevraagd van de te veel betaalde successierechten.

Standpunt Administratie

De ontvanger weigerde hierop in te gaan. Hij eiste het bewijs van de materiële overhandiging van de aandelen door de overledene aan zijn echtgenote en tevens het bewijs van het ononderbroken bezit van die aandelen door mevrouw sinds 1990.

Standpunt rechter

De rechter benadrukte dat de erfgename de bewijslast droeg dat er effectief een handgift was gebeurd. Zij leverde dit bewijs door de voorlegging van een factuur van het drukken van 262 enkelvoudige aandelen en van een eenzijdige verklaring van haar overleden echtgenoot.

De rechter was echter ook van mening dat het bewijs van één van de essentiële kenmerken van de handgift, nl. de overdracht, niet bewezen is. Zo stelt hij zich vragen bij het feit dat de erfgename niet kan aantonen dat zij met de aandelen ooit is opgetreden.

Commentaar

Voorbehoud vruchtgebruik. Een handgift van aandelen met ‘voorbehoud van vruchtgebruik’ is juridisch gezien mogelijk. Op die manier blijft de schenker de begunstigde van de dividenden. In dergelijke gevallen is de ‘traditio’ (de feitelijke overdracht van de aandelen) niet steeds de regel aangezien de coupons steeds ter beschikking blijven van de vruchtgebruiker. Men kan de mantel van het effect overdragen én de coupon blijft dan bij de gulle gever. Dit is echter helemaal niet evident aangezien heel wat effecten tegenwoordig op een effectenrekening staan.

Tip 1. Geef de bij handgift overgemaakte effecten in bewaring bij een financiële instelling op naam van de begiftigde, met de verplichting de dividenden over te maken aan de vruchtgebruiker. U kunt ook aanvullend de bankdirecteur een verklaring laten ondertekenen dat hij getuige was van de handgift. Deze verklaring kunt u registreren aan € 25, dan heeft u een vaste datum.

Tip 2. Of u kiest voor een schenking via de notaris tegen 3% (in rechte lijn) of 7% (anderen). Ook deze notariële schenking kan met voorbehoud van vruchtgebruik. Voorlopig kan deze schenking tegen 3% nog niet in Wallonië.

Abonnees kunnen dit vonnis downloaden via http://belastingen.indicator.be of opvragen via fax (016/35 99 22) - code BT 11.20.06.

Bij een handgift van aandelen aan toonder met voorbehoud van vruchtgebruik is een eenzijdig geregistreerde verklaring van de handgift niet voldoende om de handgift te bewijzen. Schakel daarom de bank in, werk met een effectendepot en laat de bank de dividenden uitbetalen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878