LOON - 29.10.2007

Wie wil er nu twee keer betalen?

Een arbeider werd ontslagen en vorderde daarna achterstallig loon op. Hij beweerde dat hij in een verkeerde (lees: te lage) looncategorie ingeschaald was. Na heel wat heen en weer geschrijf tussen de vakbond (voor de werknemer) en het sociaal secretariaat (voor de werkgever) bleek inderdaad dat de werknemer voor een groot stuk gelijk had. Uiteindelijk was de werknemer bereid om niet voor de volle pot te gaan in ruil voor het feit dat er hem een bepaald nettobedrag gegarandeerd werd. Zo kwam men overeen dat de werkgever € 3.700 netto zou betalen en eventuele belastingsupplementen ten las­te zou nemen. En wat bleek twee jaar later bij de aan­­slag? Inderdaad, een supplement van ± 1.500…

Wat is er hier misgelopen?

Dat er zo’n groot belastingsupplement is ontstaan, kan in principe alleen te wijten zijn aan het feit dat de werkgever helemaal geen bedrijfsvoorheffing heeft ingehouden op de loonachterstallen. Wellicht heeft hij ze wel op de fiscale fiche gezet (om ze te kunnen aftrekken), maar heeft hij het nettobedrag van € 3.700 gewoon toegevoegd aan de belastbare lonen en heeft hij die € 3.700 dus niet ‘gebruteerd’, zoals dat noemt. D.w.z., hij heeft dit bedrag niet herrekend naar een brutobedrag rekening houdend met de bedrijfsvoorheffing en de RSZ die erop van toepassing was. De werk­nemer heeft vervolgens het bedrag van de fiscale fiche overgenomen in zijn aangifte…

Hoe vermijdt u zulke problemen?

Alleen bruto-engagementen aangaan. In een geschil over mogelijke achterstallige betalingen worden er vaak door beide partijen toegevingen gedaan. Ieder doet als het ware een beetje water bij de wijn. Van werkgeverskant wordt er dan vaak geopperd: “Oké, ik zal zorgen dat je zeker zoveel euro netto krijgt.”. Nu is het niet uitgesloten dat u zo’n toegeving doet in de praktijk, maar áls u ze doet, zorg er dan tenminste voor dat er geen addertjes onder het gras komen te zitten. Laat uw sociaal secretariaat dit nettobedrag dus eerst correct omzetten in een brutobedrag en neem dat (en niet het nettobedrag) op in de geschreven overeenkomst. Teken m.a.w. niet voor akkoord voor € x netto, maar alleen voor € x bruto (wat na RSZ en be­­drijfs­voorheffing neerkomt op in principe € x netto).

Het juiste tarief toepassen. Voor loonachterstallen bestaan er speciale tarieven in de bedrijfsvoorheffing die in functie staan van de hoogte van het (belastbare) jaarloon. Het zijn deze tarieven die u (lees: uw sociaal secretariaat) moet toepassen. Tip. Vraag de ex-werknemer u zijn belastingbrief van het betrokken jaar te overhandigen. Daarop kunt u het werkelijke, gemiddelde belastingtarief van dat jaar aflezen, dat is nog correcter en het ligt vaak ook lager dan dat van de achterstallen.

U kunt de tabel met de tarieven voor de loon­achterstallen downloaden van http://personeel.indicator.be of opvragen via fax (016/35 99 22) - code PS 14.06.03.

Geen supplementen ten laste nemen. Dat u eventueel toch een nettobedrag garandeert in een overeenkomst, nog tot daar aan toe. Als de omzetting naar het brutobedrag correct werd gemaakt, kan dat nu ook weer niet zóveel verschil uitmaken, tenzij de fiscale situatie van de werknemer natuurlijk grondig is gewijzigd en/of hij plots veel andere dan beroepsinkomsten heeft gekregen in de loop van het jaar (waarop de achterstallen slaan). Dit zijn onzekere factoren en daarom mag u nooit een verbintenis aangaan om eventuele belastingsupplementen ten laste te nemen.