Een trucje bij de oprichting voor goedkope dividenden

Eerst even situeren

Het uitkeren van een dividend kan een voordelige manier zijn om geld uit uw vennootschap te halen, zeker als er ‘slechts’ 15% en dus geen 25% RV op betaald moet worden. Dit interessantere tarief is maar van toepassing als 1. de aandelen werden uitgegeven vanaf 01.01.1994, 2. ze ‘op naam’ zijn (wat altijd zo is bij een BVBA) én 3. het kapitaal in geld werd gestort en dus niet in natura.

Wat is er gebeurd?

Een arts richt een vennootschap op. Hij stort het kapitaal in geld en enkele dagen later verkoopt hij zijn cliënteel aan de vennootschap. Later neemt hij een dividend op uit zijn vennootschap en hij meent dat hij daar maar 15% RV op moet betalen. ­Volgens de controleur heeft de arts zijn cliënteel echter niet verkocht, maar ingebracht in het kapitaal. De fiscus oordeelt immers dat er hier sprake is van een eenheid van handelingen. Hij oordeelt m.a.w. dat het opsplitsen in twee verschillende handelingen (eerst de oprichting via een inbreng en dan een verkoop van het cliënteel) niet meer is dan een trucje om maar 15% RV te moeten betalen.

Wat heeft de rechter gezegd?

Van de rechter krijgt de fiscus echter nul op het rekest (rb. Brugge, 09.09.2008). Volgens hem kan de fiscus een verkoop niet zomaar ‘herkwalificeren’ als een inbreng. Er is wel een wetsartikel dat dit toelaat (art. 344 WIB), maar de voorwaarde om de kwalificatie van een akte te kunnen veranderen, is dat de juridische gevolgen ervan dezelfde blijven en dat is hier absoluut niet het geval. Een verkoop van cliënteel is immers iets heel anders dan een inbreng van cliënteel. De arts krijgt dus gelijk.

Wat moet u ervan onthouden?

Het cliënteel niet inbrengen, ... Om het tarief van 15% RV te kunnen genieten, is het belangrijk dat u bij de oprichting van uw vennootschap uw cliënteel van bv. € 300.000 niet inbrengt. Dit is immers een storting van kapitaal in natura. Dit be­­tekent echter ook dat u in dat geval het kapitaal nog in geld moet storten (stel eveneens € 300.000) en u dit bedrag dus moet overschrijven op de ­rekening van uw vennootschap (en/of eventueel zelfs moet lenen bij de bank).

... maar wel verkopen. Om te vermijden dat u zo (onnodig) een pak geld in uw vennootschap moet steken, kunt u na de oprichting uw cliënteel verkopen aan uw vennootschap voor € 300.000. Uw vennootschap kan het geld van het kapitaal dan gebruiken om u de verkoopprijs te betalen zodat ú op die manier uw geld dus terugkrijgt. Deze ‘constructie’ is volledig wettelijk, zoals ook de fiscus ondervond in deze betwisting…

Let op 1! Oefent u uw beroep reeds uit van vóór 1994, dan moet er mogelijk toch 25% RV op (een deel van) de dividenden betaald worden. Het tarief van 15% geldt immers enkel in de mate waarin het in geld gestorte kapitaal hoger is dan de verkoopprijs van het cliënteel.

Let op 2! U bent natuurlijk niet verplicht om een vennootschap op te richten met een kapitaal in geld van € 300.000. U zou bijvoorbeeld ook enkel het minimumkapitaal kunnen storten (dit bedraagt € 18.550 voor een BVBA). Een groter kapitaal is in principe echter voordeliger vermits uw ­vennootschap geen recht heeft op het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting als ze een dividend uitkeert dat groter is dan 13% van haar gestorte kapitaal.