Hoe kunt u het best geld lenen aan uw vennootschap?

Wat is fiscaal gezien het probleem?

Fiscaal gezien gunstige interesten? Ja en neen. Geeft u privé een lening aan uw vennootschap, dan mag u daar interesten op aanrekenen, maar dat is op zich geen probleem natuurlijk, in­tegendeel zelfs. Voor uw vennootschap zijn die interesten immers fiscaal aftrekbaar én zelf betaalt u daar in principe slechts 15% belasting op.

Let op! Die 15% belasting is wel zgn. roerende voorheffing (RV), lees: uw vennootschap moet die rechtstreeks inhouden en mag dus m.a.w. maar 85% van de interesten uitbetalen.

Sommige interesten worden dividenden! In bepaalde gevallen worden de interesten die uw vennootschap u betaalt fiscaal gezien m.a.w. beschouwd (zgn. geherkwalificeerd) als dividenden en dat is al direct veel minder interessant natuurlijk. Dividenden zijn immers niet aftrekbaar voor uw vennootschap én er is in zo’n geval dan ook steeds 25% RV verschuldigd i.p.v. 15%.

Let op! Het tarief van 15% voor dividenden, wat mogelijk is in veel BVBA’s, geldt nooit voor geherkwalificeerde interesten.

Vanaf wanneer wordt het een dividend? Hierbij zijn kortweg twee grenzen van belang. De eerste is die van de zgn. marktrente. U mag m.a.w. fiscaal gezien niet méér interesten vragen dan wat uw vennootschap op de markt (bij de banken dus)zou moeten betalen. Bon, we gaan ervan uit dat dit niet zozeer het probleem zal zijn.

Het kapitaal en de opgepotte winsten. Dat is dus de tweede grens die van belang is. Interesten blijven immers maar interesten in de mate waarin uw lening niet hoger is dan het eigen ­vermogen (het kapitaal + de reserves of de opgepotte ­winsten) van uw vennootschap. Geeft u dus een lening van € 100.000 terwijl het eigen vermogen van uw ­vennootschap maar € 50.000 bedraagt, dan zal de helft van de interesten ook hier weer geherkwalificeerd worden als dividenden.

Let op! Beide grenzen (de marktrente en het eigen vermogen) staan naast elkaar en kunnen (moeten) dus eventueel ook samen toegepast worden.

Hoe lost u dat probleem op?

Slechts op een deel interesten vragen? Neen, dat werkt niet. Heeft u een lening gegeven van € 100.000, dan zal de fiscus er immers altijd van uitgaan dat de interesten die u daarvoor ontvangt betrekking hebben op die volle € 100.000. Vraagt u dus 7% interest op de helft (en op de andere helft niets), dan heeft u voor de fiscus 3,5% gerekend op alles, met een herkwalificatie tot gevolg dus.

Verhoog deels het kapitaal! Dat werkt inderdaad wel. In plaats van bv. een lening te geven van € 100.000 (tegen een eigen vermogen van € 50.000), geeft u dan een lening van € 75.000 en u gebruikt de overige € 25.000 om het kapitaal (en dus ook het eigen vermogen) van uw vennootschap te verhogen tot € 75.000. Uw lening is dan kleiner, maar u kunt zo wel op het volledige bedrag ervan fiscaal gezien gunstige interesten vragen.

Tip 1. U kunt meteen ook méér dividenden op­nemen zonder dat uw vennootschap het verlaagd belastingtarief verliest. De zgn. 13%-grens van het kapitaal ligt nu immers ook hoger.

Tip 2. Door die kapitaalverhoging geniet uw ­vennootschap een hogere notionele interestaftrek.

Tip 3. Door het kapitaal zgn. te volstorten in plaats van te verhogen, bereikt u min of meer ­hetzelfde, maar vermijdt u de notariskosten.