Aan elkaar schenken is nu nóg voordeliger!
Sinds vorig jaar heeft de fiscus de techniek van wederzijdse schenkingen tussen echtgenoten onder bepaalde voorwaarden fiscaal gezien zeer aantrekkelijk gemaakt. In een recente ruling heeft de fiscus zich nu iets soepeler opgesteld...
‘Wederzijdse’ schenking?
Wat?Het woord zegt het zelf… Dat is een schenking tussen twee personen (meestal echtgenoten) waarbij de ene partner zijn/haar (roerende) goederen schenkt aan de andere, die op zijn/haar beurt zijn/haar (roerende) goederen schenkt aan de eerste.
Waarom zou u dat doen? Om successierechten te vermijden. Bij het overlijden van één van de echtgenoten betaalt de langstlevende echtgenoot nl. successierechten op wat hij/zij op dat moment erft van de overledene. Die successierechten (die algauw oplopen tot ± 30%) kunnen (deels) vermeden worden door tijdens uw leven al roerende goederen aan elkaar te schenken (die daardoor dan niet meer in de nalatenschap vallen).
Let op! Voor onroerende goederen is deze techniek niet geschikt. De schenkingsrechten liggen dan nl. ongeveer even hoog als de successierechten.
Enkel mogelijk voor het ‘eigen’ vermogen. Dat is logisch, want van het gemeenschappelijke vermogen bent u slechts voor de helft eigenaar en wat niet van u is, kunt u ook niet weggeven.
Tip. U kunt dit oplossen door eerst via een notariële wijziging van uw huwelijksstelsel (een deel van) het gemeenschappelijke vermogen ‘eigen’ te maken en dat kunt u dan wél schenken.
Hoeveel schenkingsrechten betalen?
In principe op beide schenkingen. Dat zou ook logisch zijn, want er is ook sprake van twee schenkingen: één van de man aan de vrouw en één van de vrouw aan de man.
Concreet. U heeft bv. een roerend eigen vermogen van € 500.000 en uw echtgeno(o)t(e) heeft een roerend eigen vermogen van € 200.000. Bij schenking van uw eigen roerend vermogen aan uw echtgeno(o)t(e), betaalt hij/zij er € 15.000 schenkingsrechten op (3% x € 500.000). U betaalt op uw beurt € 6.000 (3% x € 200.000) schenkingsrechten op wat u van uw echtgeno(o)t(e) geschonken krijgt. Samen betaalt u m.a.w. € 21.000 schenkingsrechten.
De fiscus is soepeler. Vorig jaar bevestigde de fiscus dat indien het gaat om wederzijdse schenkingen die onderling ‘voldoende afhankelijk’ zijn, er slechts de hoogste schenkingsrechten betaald moeten worden (voorafgaande beslissing nr. 900.097 van 23.06.2009). ‘Onderling afhankelijk’ wil zeggen dat de ene schenking niet zou plaatsvinden zonder de andere en omgekeerd.
Let op! Een wederzijdse schenking in dezelfde (notariële) akte tussen twee echtgenoten kan niet (art. 1.097 BW). U moet de samenhang m.a.w. op een andere manier aantonen. Dat kan bv. door de schenkingen in twee afzonderlijke akten te doen, maar ze toch gelijktijdig te laten gebeuren.
Concreet. De heffing van de schenkingsrechten wordt dan niet meer op elke schenking afzonderlijk gedaan, maar enkel op de hoogste schenking. In ons voorbeeld moeten er dus in totaal slechts € 15.000 schenkingsrechten betaald worden i.p.v. € 21.000.
Versoepeling
Vorig jaar zei de fiscus nog dat een schenking via een overschrijving tussen echtgenoten enkel kan indien de bankrekeningen zich bij verschillende banken bevinden. De Rulingcommissie aanvaardt nu echter ook dat, indien de schenking gebeurt via een bankoverschrijving, dit binnen dezelfde bank mag (voorafgaande beslissing nr. 900.469 van 20.04.2010).