VENNOOTSCHAPSSTRUCTUREN - MANAGEMENTVENNOOTSCHAP - 17.03.2011

Heeft u een tweede vennootschap nodig of niet?

Een collega vertelde u onlangs dat u beter zaakvoerder kunt zijn van uw BVBA via een tweede vennootschap, een zgn. managementvennootschap. Klopt dat of niet? Wanneer is een managementvennootschap effectief zinvol?

Een tweede vennootschap: slimme zet?

Vandaag werkt u via één vennootschap. U heeft een aantal jaren geleden een BVBA A op­gericht waarvan u privé de enige vennoot en zaakvoerder bent. Uw vennootschap draait goed in­tussen en betaalt ieder jaar heel wat vennootschapsbelasting, te veel eigenlijk naar uw zin...

Morgen een tweede vennootschap? Dat is althans de oplossing die een collega u suggereert... Die tweede vennootschap B wordt dan in uw plaats zaakvoerder van BVBA A en ontvangt hiervoor een vergoeding. Desgewenst kan zij ook nog ‘managementprestaties’ factureren aan uw BVBA A.

Sowieso een slimme zet of toch niet altijd? Of het oprichten van een managementvennootschap interessant is of niet, hangt af van de concrete omstandigheden en van wat uw plannen zijn met uw vennootschap. Eens kijken dus...

Wanneer wel?

Risico afschermen. Wanneer uw vennootschap wil investeren in onroerend goed, dan is het wel zinvol om daarvoor een aparte vennootschap B op te richten, die dan het gebouw/uw privéwoonst koopt. Op die manier is die woning niet onder­worpen aan het economische risico van uw werkvennootschap A. Ook als u later uw vennootschap verkoopt, is het gemakkelijk als daar geen woning/gebouw in zit. Niet elke koper is immers geïnteresseerd in de gebouwen en indien het gaat om uw privé­woonst, moeten er dan geen (dure) constructies opgezet worden om die er eerst uit te halen...

Er komt een zaakvoerder bij. Vermits de persoonlijke behoeften van de verschillende zaakvoerders meestal niet gelijklopen, is een afzonderlijke vennootschap voor iedere zaakvoerder in zo’n geval aangewezen. De werkvennootschap A betaalt dan iedere maand eenzelfde zaakvoerdersloon aan de verschillende managementvennootschappen. Iedere zaakvoerder van iedere management­vennootschap beslist dan zelf wat hij met dat geld doet, zonder dat hij/zij aan de andere rekenschap moet afleggen. De ene wil liever bv. veel loon om de lening van zijn woning af te betalen, terwijl de andere bv. graag een duurdere auto heeft.

Wanneer niet?

U heeft geen bijzondere plannen. Blijft alles bij het oude, dan is zo’n tweede vennootschap niet meteen aan te raden. Het enige wat verandert, is dat u privé uw loon niet meer opneemt uit BVBA A, maar wel uit uw managementvennootschap B, die in het extreme geval zelfs enkel als een puur doorgeefluik naar u privé fungeert... Uw tweede vennootschap kost u dan enkel extra geld. Naast de oprichtingskosten zit u immers ook met de jaarlijks kosten voor een extra boekhouding, neerlegging van de jaarrekening, e.d.

Om aansprakelijkheid te vermijden. Dat zal immers niet lukken... Uw tweede vennootschap B die zaakvoerder is van uw BVBA A, moet immers een zgn. vaste vertegenwoordiger aanduiden. Dat is een natuurlijke persoon die hoofdelijk mee aansprakelijk is voor eventuele bestuursfouten die B zou maken. Vermits in de praktijk meestal de zaakvoerder van de managementvennootschap aangeduid wordt als vaste vertegenwoordiger, bent u dat toch nog altijd zelf in persoonlijke naam. U ontsnapt zo dus niet aan uw bestuurders­aansprakelijkheid...

Een tweede vennootschap is zinvol als u zal investeren in onroerend goed of als er naast u nog een andere zaakvoerder bij komt. Zijn er echter geen plannen in die richting, dan blijft u beter via één vennootschap werken. Een tweede ven­nootschap kost dan immers jaarlijks een hoop geld, zonder een echt voordeel.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878