Kennelijk onredelijk ontslag en de RSZ/fiscus
Even situeren. Sinds 1 april 2014 moet u een ontslag kunnen motiveren als de werknemer daarom vraagt. Als u niet antwoordt op zijn verzoek, riskeert u hem een boete van 2 weken loon te moeten betalen. Als uw motivering niet volstaat (en dus als kennelijk onredelijk beschouwd wordt), riskeert u een vergoeding van 3 à 17 weken loon te moeten betalen. Zijn er hierop RSZ-bijdragen verschuldigd? Soms wel, soms niet, zo blijkt uit de RSZ-instructies voor het tweede kwartaal van 2014...
U besluit om te ‘settelen’. Stel, u wordt door de werknemer en/of zijn vakbond in gebreke gesteld voor het motief dat u opgegeven heeft. Beslist u om liever een vergoeding te betalen dan de zaak voor de rechtbank te laten komen, dan zullen op deze vergoeding (die vastgelegd wordt in een dading of schikking) RSZ-bijdragen verschuldigd zijn.
De rechter spreekt zich uit. Indien de zaak wel voor de rechtbank komt en u ongelijk krijgt, dan zullen op de vergoeding die in het vonnis/arrest staat, geen RSZ-bijdragen verschuldigd zijn.
De boete als u niet antwoordt. Wanneer de rechter ook een boete oplegt omdat u niet (tijdig) geantwoord heeft, is deze vrijgesteld van bijdragen. Dat is zelfs het geval als u buiten een gerechtelijke procedure om deze (door de wet voorziene) boete besluit te betalen.
Fiscaal regime. De vergoeding voor kennelijk onredelijk ontslag wordt in principe belast (volgens het regime van de opzegvergoedingen). Enkel als de vergoeding uitgesproken wordt door een rechter én als er aangetoond kan worden dat ze morele schade dekt, is de vergoeding niet belastbaar. De boete voor het niet antwoorden wordt altijd belast.