Van belang dat u de juiste opzegtermijn kent?

Al dan niet eenheidsstatuut

Meestal dubbele termijn. Door de invoering van het eenheidsstatuut in de meeste sectoren, gebeurt de berekening van de opzegtermijn in twee stappen: vooreerst op basis van de anciënniteit van vóór 01.01.2014 en vervolgens voor het stuk anciënniteit ná die datum. Beide opzegtermijnen moeten opgeteld worden.

Niet voor PC 124 en PC 126. Dat zijn inderdaad de twee uitzonderingssectoren waarvoor de oude termijnen nog steeds gelden.

Wat zet u in uw opzegbrief?

Begindatum moet erin. Er zijn inderdaad een aantal verplichte vermeldingen. Zo moet u in zo’n opzegbrief de startdatum van de opzegtermijn vermelden om hem correct op te stellen. U moet echter ook de duur van op de opzeg vermelden.

Tip. Sommige rechters zijn soepel. De opzegbrief is in orde als daarin de duur en het einde van de opzegtermijn vermeld worden en daaruit op ondubbelzinnige wijze het begin van de termijn afgeleid kan worden (arbh. Brussel, 12.11.2013) . Het spreekt voor zich dat u beter op veilig speelt…

‘Duur: conform de wettelijke regeling’? Zo’n formulering vermijdt u beter! Het volstaat immers niet dat u, voor wat de duur betreft, verwijst dat die bepaald wordt ‘conform de wettelijke/voorgeschreven regels’ (arbh. Brussel, 01.04.2014) .

De exacte duur vermelden dus. Daar doet u inderdaad goed aan. Strikt genomen bent u daar immers toe verplicht. In die zin is het dus wel degelijk van belang om de exacte duur te (laten) berekenen en die in de opzegbrief te vermelden.

Anders ontslag ongeldig? Niet noodzakelijk. De opzeg(brief) is weliswaar ‘nietig’, het ontslag kan echter in bepaalde gevallen wel degelijk als geldig beschouwd worden. De rechter in kwestie floot de werknemer terug die achteraf beweerde dat de eigenlijke opzeg pas inging toen hij zijn C4 toegestuurd kreeg op het einde van de opzegtermijn die zijn werkgever initieel voor ogen had. In eerste instantie had hij zich immers duidelijk neergelegd bij het ontslag zoals het initieel gegeven werd, zo bleek uit een aantal zaken.

Wat riskeert u vooral? Stuurt u een ‘nietige’ opzegbrief, dan riskeert u vooral dat uw arbeider (wellicht op aanraden van zijn vakbond) gewoon meteen thuisblijft en u vraagt om zijn opzegvergoeding uit te betalen. Hij moet zijn termijn in zo’n geval dus niet uitdoen.

Wat als uw arbeider ontslag neemt?

Stapt hij niet te snel op? Als een van uw mannen ontslag neemt, doet hij dat wellicht door zijn opzegbrief af te geven. Daarin zal hij in principe ook vermelden hoe lang zijn opzeg volgens hem duurt. Tenzij u onder PC 124 of PC 126 valt, zit hij uiteraard met hetzelfde ‘rekenprobleem’ door die dubbele termijn: anciënniteit vóór en ná 01.01.2014. Mogelijk geeft hij dus een te korte termijn op en komt u dat niet goed uit.

Hoe reageert u? Wilt u die opzegtermijn achteraf in vraag kunnen stellen, vermeld dan op die opzegbrief “enkel voor ontvangst” en zet er ook bij “onder voorbehoud van controle van de vermelde duur van de opzeg” . U pint zich zo niet vast door daarna uw handtekening te zetten. Maak vervolgens een kopie van die brief en geef hem die mee. Houd zelf het origineel bij.