Verschillende inkomsten, wat met uw beroepskosten?
Forfaitaire of werkelijke beroepskosten
Dat kiest u zelf! Inderdaad, in principe kiest u zelf of u in uw belastingaangifte gebruik maakt van de forfaitaire beroepskosten dan wel uw werkelijke beroepskosten bewijst. Vult u geen bedrag aan werkelijke beroepskosten in, dan past de fiscus automatisch het systeem van de forfaitaire beroepskosten toe. U moet daarvoor dus zelf niets doen.
Let op! Voor inkomsten die als ‘winsten’ belast worden zijn er geen forfaitaire beroepskosten mogelijk. U moet daarvoor altijd uw werkelijke kosten bewijzen.
Forfaitaire kosten als zaakvoerder. Doorgaans zal een zaakvoerder van een vennootschap zijn werkelijke kosten niet bewijzen, vermits die in principe ten laste van zijn vennootschap gelegd worden. Hij krijgt dan in zijn privéaangifte een forfaitaire kostenaftrek van 3% op zijn loon – na aftrek van de sociale bijdragen – en met een maximum voor inkomstenjaar 2013 van € 2.340. Voor 2014 is dat € 2.370 (art. 51, lid 3 WIB 92) .
Forfait als werknemer of in geval van ‘baten’. Als werknemer of voor uw inkomsten uit een eenmanszaak die als ‘baten’ belast worden (bv. inkomsten uit een vrij beroep) heeft u recht op een kostenforfait dat hoger is dan dat als zaakvoerder.
Wat bij diverse beroepsinkomsten?
Dezelfde ‘soort’ inkomsten. Behaalt u inkomsten uit verschillende beroepsactviteiten die tot dezelfde inkomstencategorie behoren, dan worden die inkomsten gewoon bij elkaar opgeteld en worden uw forfaitaire of uw bewezen werkelijke beroepskosten afgetrokken van dat totaal (parl. vr. nr. 2204, Poty, 01.07.2002) . Kiest u bv. voor het forfait, dan krijgt u dat dus maar één keer, ongeacht of u bv. uit twee vennootschappen loon opneemt of bij twee verschillende werkgevers in dienst bent.
Verschillende ‘soorten’ inkomsten. Dat is bv. het geval als u naast uw loon als zaakvoerder ook nog een job als werknemer heeft of als u tevens als vrije beroeper baten ontvangt.
Forfaitaire en/of werkelijke kosten dan?
Combinatie van forfaitaire kosten? Kiest u voor alle ‘soorten’ inkomsten voor de forfaitaire kostenaftrek, dan worden die forfaitaire kosten en het maximumbedrag daarvan berekend per inkomstencategorie (Comm. IB 51/57) . Bent u bv. zaakvoerder én werknemer, dan is het maximum aan forfaitaire kosten voor inkomstenjaar 2014 € 6.320, nl. € 2.370 voor uw loon als zaakvoerder en € 3.950 voor uw loon als werknemer.
Forfaitaire én werkelijke kosten, kan dat? Ja, want u mag voor de ene categorie de forfaitaire kostenaftrek toepassen en voor de andere uw werkelijke kosten inbrengen. De werkelijke beroepskosten zijn dan wel niet aftrekbaar, voor zover ze geacht worden al inbegrepen te zijn in het kostenforfait van de andere inkomstencategorie (Comm. IB 51/59) .
Voorbeeld. Als zaakvoerder doet u een beroep op de forfaitaire kostenaftrek en daarnaast heeft u een bijberoep waarvan de inkomsten als baten belast worden en waarvoor u uw werkelijke kosten bewijst. De fiscus zal die aftrek aanvaarden voor zover u deze kosten niet ook gemaakt heeft voor uw job als zaakvoerder, aangezien ze dan al gedekt worden door het kostenforfait van 3%.