AANDELEN - OVERNAME - 27.08.2014

Wat na het einde van een concurrentieverbod?

Bij de overname van een vennootschap spreekt u een concurrentieverbod af. Wat als de overlater nadien opnieuw opduikt onder een gelijkaardige firmanaam? Valt daar nog iets tegen te beginnen als het concurrentieverbod verstreken is?

Concurrentieverbod afspreken

Speelt dat niet automatisch? Dat hangt ervan af. Als u het zgn. handelsfonds van een firma overneemt, dan betaalt u een prijs voor onder meer het cliënteel. Degene die u het handelsfonds verkoopt, mag nadien dat cliënteel sowieso niet terug voor zich proberen te winnen. De kaarten liggen echter anders als u een vennootschap overneemt. In dat geval koopt u aandelen en heeft de overlater nadien in principe zijn handen vrij.

Doen dus, bij overname aandelen? Absoluut! In het contract tot aandelenoverdracht voorziet u dus inderdaad het best expliciet zo’n concurrentieverbod. Spreek af dat dit geldt voor de overlater persoonlijk, maar ook dat hij u nadien niet via de een of andere vennootschap mag beconcurreren.

Doe het correct. Om geldig te zijn moet zo’n concurrentieverbod nl. beperkt zijn. Som dus de verboden activiteiten op en beschrijf de ruimte waarin dat verbod speelt (bv. in de Benelux). Overdrijf ook niet met de termijn. Een concurrentieverbod gedurende een vijftal jaar wordt over het algemeen als aanvaardbaar beschouwd.

Wat als verbodstermijn verstreken is?

‘Vrije concurrentie’ is de regel. Op zich is het niet verboden om een handelsnaam, een logo e.d. van een andere firma te kopiëren. Er zijn echter grenzen, zo gaf de rechter aan (Luik, 24.04.2014) .

Tenzij verwarrend voor uw klanten! Ja, zelfs na het einde van het concurrentieverbod hoeft u het niet te pikken dat degene van wie u de aandelen kocht, door de keuze van een firmanaam, logo en/of reclameslogan bewust uw klanten op het verkeerde been probeert te zetten en naar zijn nieuwe firma probeert af te leiden.

Uw reputatie niet misbruiken. De overlater mag met zijn nieuwe firma ook niet ‘aanhaken’, zoals dat heet. Hij mag m.a.w. geen misbruik maken van uw goede naam om de reputatie van zijn eigen firma op te krikken.

Wanneer gaat overlater een brug te ver? Dat hangt uiteraard van de feitelijke omstandigheden af. Als de overlater echter in dezelfde regio een firma start met grotendeels gelijkaardige activiteiten, daarbij kiest voor een gelijkaardige handelsnaam, uitpakt met een gelijkaardige reclameslogan en een gelijkaardig logo, dan ligt het er vingerdik op dat hij doelbewust op een oneerlijke wijze klanten probeert af te werven, zo oordeelde de rechter.

Hoe pakt u die concurrent aan?

Recht op een schadevergoeding? Uiteraard, dat zou er nog aan mankeren. In principe moet u wel concreet kunnen aantonen hoeveel schade u lijdt. Het is niet zeker dat de rechter die zich daarover moet uitspreken, het forfait dat u in het overnamecontract voorzag als ‘boete’ voor het overtreden van het concurrentieverbod, als leidraad zal gebruiken. Een dubbeltje op zijn kant…

Dwing uw concurrent ermee op te houden. Stap gerust naar de rechter met de eis dat de overlater het spel voortaan eerlijk speelt. Laat de rechter daarbij een dwangsom opleggen die betaald moet worden voor elke vastgestelde overtreding van het verbod om een gelijkaardige naam, logo, reclameslogan e.d. te gebruiken. Die korte procedure ‘zoals in kort geding’ heeft meer kans op slagen en wellicht ook snel het gewenste effect!

Zelfs nadat het in het overnamecontract voorziene concurrentieverbod verstreken is, mag de overlater u niet op een oneerlijke manier beconcurreren door bv. een gelijkaardige handelsnaam, logo en/of reclameslogan te gebruiken. U kunt hem via een korte procedure efficiënt dwingen om daarmee op te houden.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878