BTW-CONTROLE - BEWIJSMIDDELEN - 12.11.2014

Btw op indiciaire taxatie door fiscus?

De fiscus verhoogt het belastbaar inkomen van een btw-plichtige op basis van zgn. tekenen en indiciën. Zit er op die inkomstenverhoging dan sowieso ook btw?

Specifiek bewijsmiddel voor de fiscus. Wie in een bepaald jaar meer uitgegeven dan verdiend heeft, heeft op het vlak van de inkomstenbelastingen een zgn. indiciair tekort. Dat tekort is dan ‘te verantwoorden’ zoals dat heet en als dat niet gebeurt, zal dit tekort beschouwd worden als een belastbaar inkomen van de betrokkene. Dat is immers een wettelijk vermoeden van belastbare inkomsten voor de directe belastingen.

Geldt dat dan ook voor de Btw? Neen! De taxatie op basis van tekenen en indiciën bestaat immers niet inzake btw. Het is dus m.a.w. niet omdat er bij een btw-plichtige een indiciair tekort vastgesteld werd door de fiscus, dat de Btw er sowieso kan en mag van uitgaan dat dit tekort dan wel ‘niet-aangegeven omzet’ zal zijn en dat er dus m.a.w. ook nog eens btw op afgedragen moet worden.

Let op! Dat indiciair tekort kan wel bestaan uit niet-aangegeven omzet, maar dat is niet noodzakelijk altijd zo. Het is de Btw zelf die dan moet aantonen dat dit ook effectief het geval is.

Is zo’n indiciair tekort dan niets waard voor de Btw? Toch wel. Het kan nl. dienen als feitelijk vermoeden van niet-aangegeven omzet (art. 59, §1 W.Btw) , maar dus niet als een wettelijk vermoeden zoals voor de fiscus. Vereist is m.a.w. voor de Btw dat er aangetoond kan worden dat het indiciair tekort voortvloeit uit inkomsten van een btw-plichtige beroepsactiviteit waarop geen btw afgedragen werd. Bij een indiciair tekort komt er dus m.a.w. niet altijd zonder meer een btw-rekening bovenop!

Tip. Indien de fiscus een btw-plichtige belast op een indiciair tekort, maar zonder verdere vermelding van de oorsprong van die inkomsten, is dat op zich voor de Btw dus onvoldoende om er van uit te gaan dat dit tekort voortvloeit uit niet-aangegeven omzet die aan btw onderworpen had moeten worden.

Let op! Is er een akkoordverklaring met de fiscus en blijkt daaruit dat de btw-plichtige toegegeven heeft dat het om niet-aangegeven omzet gaat, dan liggen de kaarten uiteraard helemaal anders. De Btw kan dan wel op basis van die bekentenis een naheffing van btw instellen.

Ook het geval bij forfaitaire minimumwinst! Dat is een ander wapen van de fiscus dat overigens steeds meer gebruikt wordt. Wie geen aangifte indient of te laat, kan door de fiscus desgevallend belast worden op een forfaitaire minimumwinst van € 19.000. Ook in dit geval kan de Btw er niet zomaar van uitgaan dat het hier gaat om niet-aangegeven omzet die aan btw onderworpen had moeten zijn. Ook in dit geval is er m.a.w. bijkomend bewijs te leveren door de Btw.

Wordt de oorsprong van het tekort niet vermeld door de fiscus, dan mag de Btw er niet zomaar van uitgaan dat het gaat om niet-aangegeven omzet. De Btw moet dan zelf bijkomend bewijs leveren.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878