Hoe verhogen de gemengde delen uw ‘verdeelsleutel’?

Wat is er gebeurd?

Een vrije beroeper gebruikt een deel van zijn woning voor zijn praktijk. Op basis van het plan dat ingediend werd bij het kadaster, bleek dat 24% van het gebouw uit professionele ruimtes bestond. Hij verhoogde het afschrijfbare gedeelte echter tot 43%, omdat hij ook gemengd gebruikte ruimtes meetelde. Zo telde hij de woonkamer en de veranda voor 50% mee, de kelder voor 50% en de garage zelfs voor 100%. De controleur was het niet eens met deze verhogingen en wilde deze ruimtes hoogstens meetellen voor respectievelijk 25%, 30% en 85% (6/7). Zo kwam de controleur uit op een afschrijfbaar gedeelte van 30% i.p.v. 43%.

Wat heeft de rechter gezegd?

Net als de rechter in eerste aanleg (Nijvel, 14.11.2011) gaf ook het hof van beroep van Brussel de fiscus gelijk (arrest van 24.06.2014) . Het hof oordeelde nl. dat de vrije beroeper niet kon aantonen dat het beroepsgebruik hoger zou zijn dan de bedragen die de fiscus weerhouden had. Vermits de veranda en de woonkamer in principe privéruimtes zijn, was een beroepsgebruik tot 25% voldoende. Idem met de 30% voor de kelder. Voor de garage ten slotte kon een beroepsgebruik van 100% niet aanvaard worden, vermits de auto ook niet uitsluitend beroepsmatig gebruikt werd.

Wat moet u ervan onthouden?

Het vertrekpunt: puur beroepsmatig. Voor de ruimtes die volledig voor uw praktijk gebruikt worden, zoals uw bureau en wachtruimte, kan het beroepsgebruik uiteraard gemakkelijk vastgesteld worden aan de hand van de oppervlakte van de betreffende ruimtes t.o.v. de totale oppervlakte.

Verhogen met gemengde ruimtes. U kunt, zoals dit arrest duidelijk aantoont, het afschrijfbare gedeelte dat ‘objectief’ bekomen werd aan de hand van de oppervlaktes, nog verhogen in functie van het gedeeltelijk beroepsmatige karakter van de gemengd gebruikte ruimtes, zoals de inkomhal en gang, de garage, de kelder, enz. Afhankelijk van de omstandigheden zou zelfs een eerder privé geachte ruimte zoals een veranda nog kunnen meetellen, bv. als u daar soms vergadert met collega’s of uw administratie bijhoudt. In casu heeft de belastingplichtige (een architect) het onderste uit de kan willen halen, maar naar het principe is dit dus perfect mogelijk...

Tip. Hoever u kunt gaan, is niet in regels te gieten, maar onthoud dat de bewijslast wettelijk gezien bij u ligt. Denk dus vooraf na over hoe u het een en ander zal beargumenteren.

Niet overdrijven, want ook nadelen. Hoewel vaak getracht wordt om het beroepsmatige deel zo hoog mogelijk te ramen, is daar ook een keerzijde aan verbonden. Los van de discussies met uw controleur en de eventuele ‘nabelasting’ die u riskeert als u overdrijft, heeft een hoog beroepsgebruik nl. ook fiscale nadelen. Een hoger beroepsgebruik betekent o.a. ook dat u op een hogere meerwaarde belast zal worden, als u het gebouw later verkoopt. Door een hoger beroepsgebruik riskeert u bovendien ook meer btw te moeten betalen als u werken laat uitvoeren. U betaalt doorgaans immers slechts 6% btw op de werken aan de privédelen, terwijl dat 21% is voor werken aan de beroepsmatige delen. Werken aan uw volledige woning kunnen zelfs volledig gefactureerd worden tegen 6% op voorwaarde dat het beroepsgebruik lager is dan 50%.