CONTROLE - 26.11.2014

Wanneer kiezen voor fiscale bemiddeling?

Er was de laatste tijd in de media heel wat te doen over het feit dat een belastingplichtige die van de rechtbank gelijk krijgt, geen recht meer zou hebben op een rechtsplegingsvergoeding.

Wellicht wordt die wet nog aangepast, maar een proces vermijden, bv. door een beroep te doen op de fiscale bemiddelingsdienst, is vaak beter. Wanneer kan dat en wat is het voordeel?

Vooraleer u een beroep kunt doen op de bemiddelingsdienst, moet u wel eerst een bezwaarschrift indienen of ambtshalve ontheffing vragen. Wanneer kunt u in bezwaar gaan en hoeveel tijd heeft u daarvoor? Moet u intussen de betwiste belasting betalen? En wat is het verschil met een ambtshalve ontheffing?

En wanneer kunt u ten slotte naar de rechtbank stappen?

BEMIDDELING

Bemiddelingsdienst

Een rechtszaak kost u vaak een pak geld en kan jaren aanslepen. Bovendien zou u op basis van een recente wet (wet van 25.04.2014) ook geen recht meer hebben op een rechtsplegingsvergoeding als u de zaak uiteindelijk wint. Wellicht wordt die wet nog gewijzigd, maar als u een proces kunt vermijden, dan is dat vaak toch beter.

De bemiddelingsdienst is een centrale dienst binnen de FOD Financiën die tot doel heeft in alle objectiviteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid de standpunten van de fiscus en de belastingplichtige met elkaar te verzoenen. Volgens een enquête uit 2012 is 85% van de gebruikers tevreden.

Hoe werkt het en wanneer kan het?

U kunt nog geen bemiddeling aanvragen zodra u een bericht van wijziging ontvangt. Dat kan immers pas nadat u een bezwaarschrift of aanvraag tot ambtshalve ontheffing ingediend heeft en zolang er daarover nog geen uitspraak is (art. 376quinquies, §1 en 2 WIB 92) . De procedure is gratis. U kunt uw aanvraag indienen via brief of e-mail (voor de adressen, zie http://www.fiscalebemiddeling.be ). U krijgt dan een niet-bindend bemiddelingsvoorstel. Kunt u zich daarin niet vinden, dan kunt u nog altijd een rechtszaak beginnen.

Bezwaarschrift

Wanneer kan het?

U kunt in bezwaar gaan wanneer u het niet eens bent met een aanslag, maar ook als u kunt aantonen dat u zich bij het invullen van de aangifte vergist heeft (Cass., 09.05.1967; Comm. IB 366/20) . Daarbij gaat het niet enkel om schrijf- of rekenfouten, maar ook om zgn. vergissingen in rechte, d.w.z. wanneer u de wet onjuist beoordeeld of toegepast heeft (bv. Antwerpen, 22.04.2014 en 05.11.2013; Bergen, 23.02.1990) .

Vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van het aanslagbiljet heeft u zes maanden de tijd. U vindt de verzendingsdatum terug op uw aanslagbiljet. De datum van de poststempel op het verzendingsbewijs van de aangetekende brief geldt als indieningsdatum (art. 371, lid 3 WIB 92) . Bezwaar indienen via e-mail is ook mogelijk omdat een bezwaarschrift niet ondertekend hoeft te zijn (Cass., 05.06.2014) .

Hoe werkt het?

U moet het bezwaarschrift indienen bij de bevoegde gewestelijke directie. Het adres en de uitleg over de procedure vindt u ook op uw aanslagbiljet. Het bezwaar moet ingediend worden door een persoon die de vennootschap rechtsgeldig kan vertegenwoordigen. Kijk dat dus steeds na in de statuten. U moet ook verantwoorden waarom u niet akkoord gaat met de aanslag. Een ongemotiveerd bezwaarschrift is immers ongeldig (art. 376, lid 1 WIB 92) . U kunt in uw bezwaarschrift ook inzage in het dossier en hoorrecht vragen. Tijdens een hoorzitting kunt u eventueel nagaan of er nog een minnelijke schikking mogelijk is.

Moet u al betalen?

U kunt de gewestelijk directeur vragen de ontvanger in te lichten dat u een bezwaarschrift ingediend heeft. U zal dan enkel het onbetwiste verschuldigde gedeelte moeten betalen, maar als u achteraf ongelijk krijgt, betaalt u wel nalatigheidsinteresten. Als de gewestelijk directeur na zes maanden nog geen beslissing genomen heeft, mag u eisen dat de nalatigheidsinteresten opgeschort worden. Zodra u naar de rechtbank stapt, beginnen de nalatigheidsinteresten opnieuw te lopen.

Ambtshalve ontheffing

Wanneer kan het?

Ambtshalve ontheffing is slechts mogelijk voor overbelastingen die voortvloeien uit een materiële vergissing (van uzelf of van de Administratie), uit dubbele belasting of die blijken uit nieuwe documenten of feiten waarvan u het laattijdig voorleggen of inroepen kunt verantwoorden door gewettigde redenen (art. 376, §1 WIB 92) . Verder ook voor een overschot van belastingkredieten, voorschotten en voorafbetalingen en voor niet-verleende belastingverminderingen (art. 376, §3, 1 en 2° WIB 92) . In een recente circulaire (circ. nr. Ci. RH. 861/633.382, 22.09.2014) verduidelijkt de Administratie het begrip materiële vergissing en het verschil met een vergissing in rechte (waarvoor u geen ambtshalve ontheffing kunt krijgen).

Download de circulaire van http://tipsenadvies-financieelmanagement.be/download  – code FM 01.07.04.

Een nieuw rechtsmiddel of nieuwe rechtspraak is geen nieuw gegeven (art. 376, §2 WIB 92) . Een vernietiging van een wet door het Grondwettelijk Hof (circ. nr. Ci. RH. 862/536.019, 04.05.2001) en een arrest van het Hof van Justitie (circ. nr. Ci.RH. 863/575.551, 30.10.2008) zijn wel nieuwe feiten.

Hoe werkt het en hoeveel tijd heeft u?

U kunt een verzoek tot ambtshalve ontheffing indienen wanneer u niet in bezwaar gegaan bent en de termijn om dat te doen verstreken is. De Administratie moet het verzoekschrift ontvangen binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting gevestigd is of van het aanslagjaar waartoe de belasting behoort waarmee de belastingkredieten, voorheffingen en voorafbetalingen verrekend moeten worden of waarop die belastingverminderingen verleend moeten worden. U moet het verzoekschrift tot ambtshalve ontheffing indienen bij de gewestelijke directie. Een aangetekende brief is niet verplicht, wel aangeraden.

Als u bv. op 5 maart 2010 een aanslagbiljet ontvangen heeft voor aanslagjaar 2009 (inkomsten 2008), maar in uw aangifte een materiële vergissing begaan heeft waardoor u op een te hoog inkomen belast werd, dan kunt u ambtshalve ontheffing vragen tot 31 december 2014. Uw verzoekschrift moet dan uiterlijk op die datum toegekomen zijn bij de Administratie.

Rechtbank

Wanneer kan het?

U kunt slechts naar de rechtbank stappen nadat u een bezwaarschrift of een verzoek tot ambtshalve ontheffing ingediend heeft. Vanaf de kennisgeving van de beslissing over uw bezwaarschrift of verzoekschrift heeft u daartoe drie maanden de tijd (art. 1385undecies, lid 2 Ger.W.) . U hoeft die beslissing echter niet af te wachten. U kunt immers al naar de rechtbank stappen als de gewestelijk directeur geen beslissing genomen heeft binnen de zes maanden na ontvangst van uw bezwaarschrift of verzoekschrift, of negen maanden in geval van aanslag van ambtshalve (art. 1385undecies, lid 2 en 3 Ger.W.) .

Hoe werkt het?

U moet een verzoekschrift op tegenspraak indienen bij de bevoegde rechtbank van eerste aanleg (art. 1385decies Ger.W.) . U bent niet verplicht om u te laten bijstaan door een advocaat, maar dat is wel aan te raden. U kunt zich voor de rechtbank niet laten vertegenwoordigen door uw boekhouder of belastingconsulent.

  • Vraag bemiddeling aan alvorens u naar de rechtbank stapt. Bemiddeling is immers gratis. U bent daarenboven door het bemiddelingsvoorstel niet gebonden. U kunt dus nog altijd naar de rechtbank stappen.
  • U kunt pas bemiddeling vragen nadat u een bezwaarschrift of een verzoek tot ambtshalve ontheffing ingediend heeft, maar vóór er een uitspraak is (en niet onmiddellijk nadat u een bericht van wijziging ontvangt).
  • Ambtshalve ontheffing is mogelijk voor materiële vergissingen, dubbele belasting of als u nieuwe feiten of bescheiden kunt voorleggen (bv. ook een uitspraak van het Grondwettelijk Hof of het Hof van Justitie), voor een overschot van belastingkredieten, voorheffingen en voorafbetalingen en voor niet-verleende belastingverminderingen. U heeft vijf jaar de tijd om uw aanvraag in te dienen.
  • Als de voorwaarden voor een ambtshalve ontheffing niet vervuld zijn, heeft u slechts zes maanden de tijd om de aanslag te betwisten door een bezwaarschrift in te dienen.
  • Naar de rechtbank stappen kan pas nadat uw bezwaar of verzoek tot ambtshalve ontheffing afgewezen is of wanneer de gewestelijke directeur geen uitspraak doet binnen de zes maanden of negen maanden in geval van ambtshalve aanslag.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878