GROEPSVERZEKERING - 11.02.2016

Een hoger fiscaal vriendelijk pensioenkapitaal opbouwen?

Nieuwe pensioenregels

Uitkering bij pensionering. Onlangs heeft de regering de regels met betrekking tot extralegale pensioenen zoals uw groepsverzekering verstrengd. Sinds 01.01.2016 kan een aanvullend pensioenkapitaal nl. pas uitgekeerd worden bij het bereiken van de (vervroegde) wettelijke pensioenleeftijd (momenteel 65 jaar).

Overgangsmaatregel. Voor wie in 2016 58 jaar of meer is, kan een uitkering nog vanaf 60 jaar. Voor wie in 2016 57 jaar wordt, kan de uitkering vanaf 61 jaar, voor wie in 2016 56 jaar wordt, vanaf 62 jaar en voor wie in 2016 55 jaar wordt, vanaf 63 jaar. Stel dat u tot deze groep behoort en voor uw 65ste met pensioen wilt gaan, hoe optimaliseert u dan uw pensioenkapitaal?

Hoe pensioenkapitaal optimaliseren?

80%-grens. De premies die uw vennootschap stort in uw groepsverzekering zijn aftrekbaar binnen de zgn. 80%-grens. Dit betekent dat uw (wettelijke plus extralegale) pensioenuitkering uitgedrukt in jaarlijkse renten niet méér mag bedragen dan 80% van uw laatste normale brutojaarloon. Naarmate uw loon hoger ligt, kan uw vennootschap dus ook hogere aftrekbare premies storten.

Backservice. Ook als u niet van de eerste dag dat u een vennootschap had een groepsverzekering had, of als uw vennootschap niet van bij het begin de maximale premies gestort heeft, kunt u dat nu nog ‘inhalen’. Uw vennootschap kan dan voor die jaren een zgn. backservicepremie storten. Begin dus met uw verzekeraar te laten nakijken hoeveel ruimte u nog heeft voor zo’n backservicepremie.

Tip. U kunt in principe ook een backservice storten voor de jaren (maximaal tien) waarin u buiten uw vennootschap actief was, bv. als zelfstandige in een eenmanszaak of als werknemer.

Omzettingscoëfficiënt. Om uw pensioenkapitaal te berekenen, hanteert de 80%-regel een omzettingscoëfficiënt. Die bedraagt 12,9130 bij een eindleeftijd van 60 jaar. Door die omzettingscoëfficiënt te verhogen kunt u een hoger pensioenkapitaal opbouwen. Dat kan op twee manieren.

Geïndexeerde rente. U kunt in uw contract laten voorzien dat uw aanvullend pensioen ook uitgekeerd kan worden als een lijfrente (u kunt in dat geval evenwel nog altijd voor de uitkering van een pensioen kapitaal kiezen). Om een hoger pensioenkapitaal op te bouwen, kunt u in uw contract laten opnemen dat die lijfrente indexeerbaar is. Dat kan met maximaal 2%. Hierdoor stijgt de omzettingscoëfficiënt naar 15,6389, waardoor u een hoger kapitaal kunt opbouwen en uw vennootschap dus hogere aftrekbare premies kan storten.

Overdraagbare rente. Bent u gehuwd, dan kunt u daarnaast ook nog in uw contract laten bepalen dat uw lijfrente na uw overlijden voor maximaal 80% overdraagbaar is naar uw langstlevende echtgeno(o)t(e). Daardoor stijgt de omzettingscoëfficiënt verder naar 18,3749.

Winstdeelname. De 80%-regel gaat steeds uit van een forfaitaire winstdeelname van 20%. Kijk eventueel na met uw verzekeraar of u hier ook geen rekening kunt houden met uw werkelijke (lagere) winstdeelname. Ook daardoor kunt u nl. een hoger kapitaal opbouwen.

Download een cijfervoorbeeld van http://tipsenadvies-belastingen.be/download – code BT 22.08.03.