Laat geen kosten van 2015 liggen!
Eventjes de wet vertalen. Beroepskosten zijn volgens de wet aftrekbaar in het belastbaar tijdperk waarin ze gedaan of gedragen zijn (art. 49 WIB 92) . Vertaald naar de praktijk is dat voor vennootschappen zoveel als: beroepskosten zijn aftrekbaar voor het boekjaar waarin ze betaald of geboekt zijn.
Wanneer uw facturen en kosten boeken? Volgens de boekhoudregels moet een kost geboekt worden wanneer hij ‘zeker en vaststaand’ is. Doorgaans is dat het geval wanneer u een factuur voor die kost ontvangt. Soms is een kost echter ook zeker en vaststaand zonder factuur! Dat is bv. zo voor huur, interesten, management fees, enz. waarvoor in een contract een vaste vergoeding per periode (maand, kwartaal, jaar, …) afgesproken is. De kost is dan zeker en vaststaand wanneer zo’n periode verstreken is.
Geldt fiscaal hetzelfde als op boekhoudkundig vlak? Jazeker. Het is niet omdat de fiscale wet zegt dat de kost ‘gedaan of gedragen’ moet zijn, dat u met de aftrek van een zekere en vaststaande kost zou kunnen wachten tot het boekjaar waarin u die kost ook effectief betaalt (bv. Cass., 12.05.1960) . Doet u dat toch, dan kan de fiscus de aftrek ervan weigeren. Het maakt daarbij niet uit dat de laattijdige boeking en dus aftrek te wijten is aan een vergissing of verstrooidheid.
Tip 1. Informeer uw boekhouder dus over kosten die in 2015 zeker en vaststaand geworden zijn, maar waarvoor u pas in 2016 een factuur krijgt. Hij zal deze kosten dan boeken als zgn. te ontvangen facturen.
Tip 2. Omgekeerd mag een kost wel al volledig afgetrokken worden in het boekjaar waarin ze betaald wordt, ook al heeft ze voor deel betrekking op een toekomstige periode (Comm. IB 92 49/13) . De meest bekende toepassing van dit principe is vooruitbetaalde huur. Zo’n boeking in één keer is dan wel niet in overeenstemming met het boekhoudrecht, maar de fiscale wet wijkt op dit punt af van de boekhoudregels en heeft dan voorrang.