FISCALE OPTIMALISATIE - 31.08.2016

Nieuwe boekhoudregels O&O: hoe investeringsaftrek behouden?

Omwille van de omzetting van de Europese Accountancyrichtlijn in Belgisch recht mag u kosten van onderzoek niet langer activeren. Wanneer is er volgens een recent ontwerpadvies van de CBN sprake van onderzoek en wanneer van ontwikkeling?

Hoe vermijdt u volgens een recente circulaire dat u door nieuwe boekhoudregels de investeringsaftrek en het belastingkrediet voor onderzoekskosten verliest?

Boekhouding

Accountancyrichtlijn

De omzetting van de Europese Accountancyrichtlijn (Richtlijn EU 2013/34/EU, 26.06.2013) in Belgisch recht (KB 18.12.2015) heeft tot gevolg dat voor boekjaren die aanvangen op 1 januari 2016 of later, enkel kosten van ontwikkeling nog geactiveerd mogen worden als immateriële vaste activa. Voor kosten van onderzoek is dat niet langer het geval. Kosten van ontwikkeling schrijft u nu, indien hun gebruiksduur niet met zekerheid geraamd kan worden, ook af over een periode van ten hoogste tien jaar (vroeger vijf jaar).

Principes activering

Volgens de CBN (CBN-advies 2012/13) mag u immateriële vaste activa enkel in de balans opnemen als ze identificeerbaar zijn en toekomstige economische voordelen opleveren. De gemaakte kosten moeten aan het project gerelateerd en afzonderlijk bepaalbaar zijn. Bovendien moet de betrokken onderneming zeggenschap over het actief hebben Het product of het proces moet ook nauwkeurig gedefinieerd en geïndividualiseerd zijn. Daarnaast moet de technische en de financiële haalbaarheid ook aangetoond zijn.

Onderzoek of ontwikkeling?

Onderzoek heeft betrekking op originele en systematisch uitgevoerde werkzaamheden met als doel nieuwe inzichten en nieuwe wetenschappelijke of technische kennis te verwerven. Ontwikkeling daarentegen verwijst naar de concrete uitvoering van ontwerpen of studies voor de productie van nieuwe of aanzienlijk verbeterde materialen, werktuigen, producten, procedés, systemen of diensten, door gebruik te maken van ontdekkingen of verworven kennis, alvorens een productie te starten die gecommercialiseerd kan worden.

Als u de onderzoeksfase van een project niet kunt scheiden van de ontwikkelingsfase, dan verwerkt u de uitgaven alsof ze alleen gedaan werden in de onderzoeksfase (Ontwerpadvies CBN, 04.05.2016) . Een immaterieel vast actief is slechts in de ontwikkelingsfase als u de technische uitvoerbaarheid, de intentie om het actief te voltooien en te gebruiken of te verkopen en het vermogen van het bedrijf om dat te doen en de manier waarop het actief waarschijnlijk toekomstige economische voordelen zal genereren, kunt aantonen. Dat laatste kan door het bestaan van een markt voor de goederen of diensten die het actief voortbrengt of voor het actief zelf of door de interne bruikbaarheid aan te tonen.

Daarnaast moet u ook aantonen dat het bedrijf de technische, financiële en andere middelen heeft om de ontwikkeling te voltooien en het actief te gebruiken of te verkopen. U kunt daarvoor verwijzen naar een businessplan en indien nodig ook naar de beschikbaarheid van externe financiering (bv. een toezegging van uw bank).Ten slotte moet u de uitgaven die u aan de ontwikkeling van het actief toerekent ook betrouwbaar kunnen waarderen. Dat is vaak mogelijk op basis van het kostenregistratiesysteem van de onderneming.

Voorbeelden

De CBN geeft als voorbeelden van ontwikkelingsactiviteiten het ontwerpen, bouwen en testen van prototypes en modellen, voorafgaand aan de productie of het gebruik, het ontwerpen van gereedschap, mallen en matrijzen met betrekking tot nieuwe technologie, het ontwerpen, bouwen en in gebruik nemen van een proeffabriek die nog niet geschikt is voor commerciële productie en het ontwerpen, bouwen en testen van een gekozen alternatief voor nieuwe of verbeterde materialen, apparaten, producten, processen, systemen of diensten.

Voorbeelden van onderzoeksactiviteiten zijn activiteiten gericht op de verwerving van nieuwe kennis, het zoeken naar en evalueren, definitief kiezen en toepassen van onderzoeksresultaten of andere kennis, het zoeken naar alternatieven voor materialen, apparaten, producten, processen, systemen of diensten; het formuleren, ontwerpen, evalueren en het maken van een definitieve keuze uit mogelijke alternatieven voor nieuwe of verbeterde materialen, apparaten, producten, processen, systemen of diensten.

Overgangsbepaling

Kosten van onderzoek die u voorheen op de balans geactiveerd heeft en die nog niet volledig afgeschreven zijn, kunt u bij de immateriële vaste activa op de actiefzijde van de balans behouden (art. 50, KB 18.12.2015) . Dit impliceert dat het oude regime van toepassing blijft voor kosten van onderzoek die gemaakt werden tijdens een boekjaar dat een aanvang genomen heeft vóór 1 januari 2016. Volgens de CBN laat de nieuwe wettelijke bepaling niet toe om zonder meer om redenen van de wetswijziging de boekwaarde van geactiveerde kosten van onderzoek in één keer ten laste te nemen, in het eerste boekjaar dat onderworpen is aan de nieuwe wettelijke bepaling inzake de kosten voor onderzoek. U moet voor die activa de voorheen door het bestuursorgaan vastgelegde waarderingsregels dus onverkort verder blijven toepassen.

Fiscaal

Investeringsaftrek

De investeringsaftrek (art. 68 tot 77, 201 en 240 WIB 92) en het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling (art. 289 quater tot novies WIB 92) vereisen dat het gaat om activa die afschrijfbaar zijn. Aangezien kosten van onderzoek gemaakt tijdens een boekjaar dat aanvangt na 31 december 2015 niet meer geactiveerd mogen worden, zou u voor deze kosten niet langer de investeringsaftrek of het belastingkrediet voor investeringen in onderzoek kunnen genieten.

Volgens het Verslag bij het KB van 18.12.2015 mag u kosten van onderzoek die voor de omzetting van de Richtlijn wel voldaan zouden hebben aan de voorwaarden om opgenomen te worden onder de immateriële vaste activa, nog steeds onder deze activa opnemen, mits een onmiddellijke en integrale afschrijving in het jaar van activering, zodat deze bedragen niet in de balans van de jaarrekening voorkomen. De uitdrukkelijke bedoeling is dat deze investeringen in onderzoek de investeringsaftrek en het belastingkrediet kunnen blijven genieten.

Volgens de CBN is het in dat geval aangewezen om de aanschaffingswaarde en geboekte afschrijving afzonderlijk te vermelden in de toelichting, teneinde de band te verduidelijken tussen de in de boekhouding opgenomen bedragen en de weergave ervan in de jaarrekening.

Circulaire

In een recente circulaire (Circ. AAFisc nr. 18/201, 15.06.2016) bevestigt de fiscus dat u in aanmerking komt voor de investeringsaftrek of het belastingkrediet voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling, zo u de onderzoekskosten als immaterieel vast actief activeert en onmiddellijk afschrijft, mits natuurlijk voldaan is aan alle andere wettelijke bepalingen ter zake.

Door die activa onmiddellijk af te schrijven, ontstaat er een onzichtbare reserve. U moet investeringen in onderzoek en ontwikkeling fiscaal immers op minstens drie jaar afschrijven (art. 63 WIB 92) . Die onzichtbare reserve brengt u geleidelijk op nul in verhouding tot de afschrijvingen die voor elk belastbaar tijdperk fiscaal worden aangenomen. U neemt de overdreven afschrijvingen op in een opgave 328R. De circulaire illustreert deze werkwijze met een cijfervoorbeeld.

Download de circulaire van http://tipsenadvies-financieelmanagement.be/download – code FM 03.04.18.

  • Voor boekjaren die aanvangen op 1 januari 2016 of later mag u enkel nog ontwikkelingskosten als immaterieel vast actief op de balans activeren. Onderzoekskosten moet u ten laste leggen van het resultaat.
  • Kosten van ontwikkeling moet u nu, als u hun gebruiksduur niet met zekerheid kunt ramen, afschrijven over een periode van ten hoogste tien jaar (vroeger vijf jaar).
  • De investeringsaftrek en het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling gelden enkel voor activa die u op minstens drie jaar afschrijft. Daardoor zouden onderzoekskosten niet meer in aanmerking komen.
  • De CBN en de fiscus aanvaarden nu wel dat u die kosten als immaterieel vast actief in de balans opneemt en onmiddellijk in één keer afschrijft. Zo behoudt u de investeringsaftrek en het belastingkrediet.
  • Fiscaal gezien is er dan sprake van overdreven afschrijvingen waardoor er een onzichtbare reserve ontstaat. Die reserve brengt u fiscaal geleidelijk tot nul in verhouding tot de afschrijvingen die fiscaal worden aangenomen.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878