HANDELSHUUR - HUURDER - 27.03.2017

Een online aangifte als uw handelshuurder failliet is...

Gaat uw handelshuurder failliet, dan doet u als verhuurder het best een aangifte om nog achterstallen e.d. te bekomen. Vanaf 01.04. 2017 kunt u dat online doen. Als verhuurder is zo’n aangifte toch wel van belang. Hoe zit dat precies?

Uw handelshuurder is failliet

Wat is precies het gevolg? Gaat uw handelshuurder failliet, dan blijft in principe na het faillissement de huur nog gewoon verder lopen. Om ervoor te zorgen dat de achterstallen niet te hoog oplopen, neemt u het best zo snel mogelijk contact op met de curator. Die moet immers beslissen of de huur nog verder loopt of niet.

Goed om te weten. Het is nuttig om de curator ook via aangetekende brief aan te manen om een beslissing te nemen over de huur. Antwoordt hij niet binnen de 15 dagen, dan mag u er dan immers van uitgaan dat de huur verbroken wordt.

Doe wel ‘aangifte van de schuldvordering’. De huurder moet u wellicht nog achterstallen en/of huurschade betalen. Indien de curator het contract stopzet, heeft u ook recht op een wederverhuringsvergoeding.

En de huurwaarborg? Ook die kunt u dikwijls enkel recupereren door effectief een aangifte te doen in het faillissement. Werd de waarborg gestort op een gemeenschappelijke rekening of op een geblokkeerde rekening op naam van uw huurder, dan maakt die immers ook deel uit van de boedel.

Voortaan kan dat via een online aangifte. Vanaf 1 april 2017 kunt u online een aangifte doen van de schuldvordering op http://www.regsol.be .

Heeft dat wel zin? Ja! Voor veel schuldeisers heeft zo’n aangifte weinig zin omdat ze toch niets zullen recupereren. Voor u als verhuurder is dat toch wel van belang. U heeft immers als onbetaalde verhuurder een voorrecht (art. 20, 1° Hypotheekwet) dat u bij uw aangifte kunt inroepen op zowel de huurwaarborg als de inboedel.

Wat houdt dat voorrecht precies in?

U heeft voorrang op andere schuldeisers. Is er een huurwaarborg en/of inboedel die verkocht kan worden, dan heeft u voorrang op de andere schuldeisers bij de verkoop daarvan. U staat zowat als eerste in de rij voor de fiscus en de RSZ.

De inboedel die eigendom is van derden? Daarover is er dan wel nog discussie mogelijk. Onlangs riep een verhuurder zijn voorrecht in om de opbrengst van de inboedel van een kledingwinkel op te eisen. De leverancier van die kleding riep echter in dat die kleding nog van hem was omdat er een eigendomsvoorbehoud afgesproken was.

Wie heeft er dan voorrang? Daarover moest een rechter zich onlangs uitspreken. Op zich is het principe dat u als verhuurder zelfs een voorrecht heeft op goederen die aan derden zouden toebehoren. Dat is enkel anders als blijkt dat u als verhuurder zou moeten weten dat de goederen aan een derde toebehoren. Het is dan aan de eigenaar van die goederen om dit te bewijzen.

Concreet. De uurwerken bij een horlogemaker behoren meestal niet aan hem toe of in een droogkuis spreekt het voor zich dat de binnengebrachte was geen eigendom is van de handelshuurder.

De gewone voorraad in een winkel? De rechter vond dat in een gewone winkel bv. hier een kledingwinkel, de verhuurder geen reden had om aan te nemen dat de voorraad geen eigendom was van zijn handelshuurder.

Tip. Niet de leverancier, maar u als verhuurder heeft daar dus recht op (kh. Gent, 09.01.2017) .

Vergeet niet om bij uw aangifte op http://www.regsol.be aan te geven dat u een voorrecht inroept als verhuurder op de inboedel en de huurwaarborg. U heeft daardoor immers voorrang op andere schuldeisers. Dat geldt zelfs als de inboedel nog eigendom is van de leverancier, zei de rechter onlangs.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878