RECHT - SLECHTE BETALERS - 14.03.2017

Nog even wachten om een rechtszaak aan te spannen?

Het Grondwettelijk Hof besliste onlangs dat vanaf 1 september 2017 de rolrechten niet mogen afhangen van de inzet van de zaak. Kunt u dan het best nog wat wachten om een rechtszaak aan te spannen of niet?

Een dure rechtszaak starten?

De kosten kunnen soms oplopen. Voor een stuk ligt dat aan de zgn. rolrechten die u moet voorschieten als u zelf een zaak aanspant. Sinds de wet van 28 april 2015 hangen die rolrechten immers af van de waarde van het geschil.

Hoe hoger de inzet, hoe meer rolrechten. Stapt u naar de rechter voor een onbetaalde hoge factuur, dan moet u sinds 2015 ook meer rolrechten betalen. Men ging er daarbij automatisch van uit dat zo’n ‘dure’ zaak ook ingewikkeld was.

Die regeling is niet wettelijk. Dat is wat het Grondwettelijk Hof daarover besliste (arrest van 09.02.2017) . Het Hof stelt dat als de inzet van de zaak hoog is, dit niet noodzakelijk betekent dat het gaat om een ingewikkelde zaak, die meer werklast voor de rechtbank met zich meebrengt.

Tot eind augustus nog de bestaande regel. Het Hof besliste dat vanaf 1 september 2017 voor alle vorderingen – ongeacht het bedrag waarover het gaat – het goedkoopste tarief van toepassing is. Tot dan blijven de bestaande regels gelden.

Hoe gaat u daarmee om?

Een rechtszaak uitstellen? Meestal is dat niet aan de orde. Die lagere rolrechten zullen enkel een rol spelen voor heel dure zaken. Bij zo’n dure zaak is dat rolrecht dan maar ‘klein bier’. Het weegt dan niet op tegen het bedrag van de vordering én het is dan ook maar een deel van alle kosten die u moet betalen. Het is bovendien nog afwachten of er intussen geen nieuwe wet komt die de regeling vóór die datum nog aanpast.

Concreet. Brengt u een klant of leverancier voor de rechtbank van koophandel, dan betaalt u momenteel € 100 rolrecht voor vorderingen tot € 25.000 en voor niet in geld waardeerbare vorderingen. Pas als een zaak om meer geld gaat, stijgt het bedrag bv. naar € 200 voor een vordering tussen € 25.000 en € 250.000. Vanaf 1 september zou u in het laatste geval dus maar € 100 betalen.

Ook nog de zgn. rechtsplegingsvergoeding? Wint u de zaak, dan heeft u immers ook recht op een forfait in de kosten van uw advocaat, de zgn. rechtsplegingsvergoeding. Die rechtsplegingsvergoeding wordt niet aangepast door het arrest van het Grondwettelijk Hof.

Wat is er dan wél van belang?

Hoeveel kans heeft u om te winnen? Dat is en blijft de belangrijkste overweging die u moet maken als u een zaak aanspant. Het is immers zo dat de partij die het proces verliest de gerechtskosten – waaronder dus de rolrechten – én eventueel ook een rechtsplegingsvergoeding moet betalen.

Enkel als u verliest moet u betalen! Wint u de zaak, dan krijgt u die kosten dus gewoon terugbetaald door de verliezer. Bent u min of meer zeker dat u een bepaalde zaak gaat winnen, dan spelen die kosten dus eigenlijk ook veel minder een rol.

Goede afspraken met uw advocaat! Maak ook vooraf goede afspraken met uw advocaat zodat het ereloon dat u moet betalen niet oploopt. U kunt niet vragen dat u enkel moet betalen als hij de zaak wint, zo’n afspraak is immers verboden.

Tip. Indien uw advocaat veel onbetaalde facturen voor u int, kunt u bv. mogelijk wel afspreken dat zijn vergoeding beperkt blijft tot de rechtsplegingsvergoeding die u ontvangt.

Een zaak uitstellen omdat de rolrechten binnenkort lager liggen, is niet zo nuttig. Die rolrechten vormen uiteindelijk maar een klein deel van de kosten. Van belang blijft vooral of u veel kans maakt om te winnen – dan moet u die kosten immers niet betalen – én dat u goede afspraken maakt over het ereloon van uw advocaat.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878