Afstuderen op 30 juni en jobstudent op 1 juli?

Lage RSZ-tarieven voor jobstudenten

Arbeid door jobstudenten wordt binnen bepaalde ‘perken’ vrijgesteld van de gewone (hoge) RSZ-bijdragen en aan speciale (lage) bijdragen onderworpen (van 5,42% en 2,71%). Het gaat in hoofde van een bepaalde student om maximaal 475 uur per jaar (bij één werkgever of bij meerdere werkgevers samen). Die 475 uur mogen over heel het jaar gespreid worden, maar het spreekt voor zich dat het leeuwendeel in de zomervakantie plaatsvindt.

Tot 30.09 ook voor schoolverlaters

Nog één keer mogelijk... De RSZ aanvaardt inderdaad dat iemand die afstudeert op 30 juni nog één ‘grote vakantie’ studentenjobs kan doen aan de lage RSZ-tarieven. Zelfs als hij/zij zich al zou inschrijven als werkzoekende, hoeft dat geen beletsel te zijn. We gaan er natuurlijk wel van uit dat zijn/haar 475 urenquotum nog niet opgebruikt is.

... mits ‘echte’ studentenjob... De voorwaarde voor de toepassing van de lage RSZ-bijdragen is dat het om een echte studentenjob moet gaan. Het mag dus geen ‘valse’ aanloop naar een vaste job zijn, want dat zou misbruik uitmaken. In de RSZ-instructies wordt het als volgt verwoord: “voor zover het gaat om een tewerkstelling die sociaal gezien de kenmerken van studentenwerk heeft” .

Voorbeeld. Als iemand afstudeert als jurist, spreekt het voor zich dat hij als jobstudent kan komen afwassen; u kunt hem zelfs studentenklusjes komen laten doen op de juridische dienst, maar u kunt hem uiteraard niet met een studentencontract beginnen opleiden tot junior bedrijfsjurist. We kunnen ons echter voorstellen dat zo’n onderscheid de facto niet altijd even duidelijk is...

... en uiterlijk tot 30 september. De soepelheid van de RSZ om de schoolverlater nog aan de lage studententarieven te laten werken, wordt beperkt tot het derde kwartaal. Geeft u een schoolverlater na 30 september nog een studentencontract, dan zal dat dus niet baten: de gewone RSZ-bijdragen zijn van toepassing, zelfs als zou de betrokkene de facto slechts studentenklussen komen doen.

Uitkijken inzake kinderbijslag

Schoolverlaters moeten uitkijken. In principe kan studentenarbeid tijdens de zomermaanden door jongeren van minder dan 25 jaar nooit tot het verlies van de kinderbijslag leiden; hoeveel men verdient en/of hoeveel men werkt tijdens die periode, speelt geen rol. Voor wie net afgestudeerd is, geldt dat echter niet: die moet wel uitkijken en rekening houden met bepaalde grenzen.

Beperken tot 240 uur... Jongeren die hun hogere studies beëindigd hebben, mogen tijdens hun laatste zomervakantie, d.i. van 1 juli tot 30 september, maximaal 240 uur werken. Zolang ze dat aantal uren niet overschrijden, behouden ze hun kinderbijslag voor de drie maanden. Stopt de jongere al na het middelbaar onderwijs, dan loopt de zomervakantie, wat de kinderbijslag betreft, evenwel slechts tot 31 augustus.

... en/of qua loon. Als de schoolverlater zich al ingeschreven heeft als werkzoekende, is er nog een tweede ‘regel’ van tel: tijdens de beroepsinschakelingstijd heeft men in principe immers nog (maximaal) 12 maanden recht op kinderbijslag voor zover de beroepsinkomsten niet hoger zijn dan een wettelijk bepaald grensbedrag (€ 541,09 bruto per maand sinds juni 2017).