BTW-TARIEF - 6% BTW - 06.06.2018

Wanneer is een internaat ‘een school’?

Scholen en het btw-tarief van 6%. Dat kent u intussen. Sinds 1 januari 2016 genieten schoolgebouwen het verlaagd btw-tarief van 6% (KB nr. 20, Bijlage, Tabel A, XL) , en dat in de ruimste zin van het woord. Het geldt m.a.w. zowel voor werken in onroerende staat aan bestaande schoolgebouwen als voor het bouwen van volledig nieuwe schoolgebouwen.

Tip. Voor werken aan bestaande scholen geldt er dus helemaal geen ouderdomsvereiste, zoals dat wel het geval is voor privéwoningen.

Welke schoolgebouwen komen in aanmerking? Kortweg, alle gebouwen die gebruikt worden voor onderwijs dat vrijgesteld is van btw (art. 44, §2, 4°, a) W.Btw) . Concreet gaat het dan m.a.w. om gebouwen die gebruikt worden voor kleuter-, lager, secundair en hoger onderwijs. Daarnaast komen in principe ook de gebouwen in aanmerking die gebruikt worden voor het volwassenenonderwijs en het kunstonderwijs, al dan niet deeltijds.

Tip 1. Ook de centra voor leerlingenbegeleiding komen in aanmerking.

Tip 2. Het tarief van 6% btw geldt niet alleen voor de lokalen waar lesgegeven wordt, maar ook voor o.m. de refter, de studielokalen, het secretariaat, de lokalen voor buitenschoolse kinderopvang, enz. (zie circulaire 2018/C/6 van 18.01.2018, randnr. 17) .

Geldt dat ook voor internaten? Jawel, ook werken in onroerende staat aan internaten komen in aanmerking voor het verlaagd btw-tarief van 6%. Met internaten worden dan in feite residenties bedoeld, bestaande uit kamers die verhuurd worden aan de studenten van een onderwijsinstelling door hetzij de onderwijsinstelling zelf, nl. de school of de universiteit, hetzij een daarvan afhangende rechtspersoon. Met dat laatste wordt dan een aparte rechtspersoon bedoeld die om budgettaire of organisatorische redenen opgericht werd door de onderwijsinstelling in kwestie.

Niet alleen verhuur, maar ook huishoudelijke zorgen? In principe is dat inderdaad ook één van de kenmerken van een internaat. Er wordt niet alleen een kamer ter beschikking gesteld van de studenten, maar er horen ook een aantal huishoudelijke taken bij (zie beslissing E.T. 123.824 van 25.06.2014) . Aan de minister werd evenwel gevraagd of dit nog altijd een voorwaarde is om van een internaat te kunnen spreken en derhalve in het voorkomende geval het verlaagd tarief van 6% te kunnen genieten...

Huishoudelijk aspect niet meer vereist! Die ‘oude’ voorwaarde strookt nl. niet meer echt met de wijze waarop tegenwoordig woongelegenheden ter beschikking gesteld worden van leerlingen of studenten, aldus de minister. Die voorwaarde moet m.a.w. niet meer vervuld zijn om te kunnen spreken van een internaat (parl. vr. nr. 24802, Deseyn, 25.04.2018) .