Zorg voor voldoende cash na een overlijden!

Geblokkeerde rekeningen

Overlijden. Overlijdt er iemand, dan is de bank wettelijk verplicht om alle rekeningen van de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner, alle gemeenschappelijke rekeningen én zelfs rekeningen van de persoon zelf direct te blokkeren. Pas nadat er een ‘attest van erfopvolging’ (vanwege het registratiekantoor) of een ‘akte van erfopvolging’ (vanwege de notaris) afgeleverd is, mag de bank de rekeningen weer vrijgeven. Doorgaans duurt het echter minstens twee maanden vóór zo’n attest of akte afgeleverd wordt. Intussen kunnen veel rekeningen niet betaald worden...

Tip 1. Men kan de bank wel vragen om een aantal ‘gewone’ schulden te betalen, o.a. de begrafeniskosten (incl. rouwmaaltijd), de kosten van de laatste ziekte en de kosten betreffende de gezinswoning van de overledene (elektriciteit, water, gas, stookolie, brandverzekering, huur of betaling van een hypothecair krediet, …) met een vervaldag binnen de laatste drie maanden vóór het overlijden en de eerste zes maanden na het overlijden.

Tip 2. De langstlevende partner kan – zonder voorlegging van een attest of akte van erfopvolging – toch vrijgave krijgen van een bedrag van maximaal € 5.000, als voorschot om dringende uitgaven te doen (terwijl de rekeningen verder geblokkeerd blijven). Dat maximumbedrag geldt voor alle bankrekeningen bij alle banken samen.

Hoe voor voldoende cash zorgen?

Tak 21. De partners kunnen zich allebei via een Tak 21 verzekeren voor het bedrag dat men bij het overlijden van de andere denkt nodig te hebben om de periode van blokkering van de rekeningen te overbruggen. Denkt men bv. € 10.000 nodig te hebben, dan sluit men allebei een Tak 21-verzekering af op elkaars hoofd, met de andere als begunstigde. Men stort allebei de premie die nodig is om bij het overlijden van een van beide aan de andere € 10.000 (plus de opbrengsten) te laten uitkeren. De uitbetaling gebeurt vaak al binnen de week.

‘Cash facility’. Is men een vrij goede klant bij zijn bank, dan kan men evt. een ‘cash facility’ vragen voor het bedrag dat men nodig heeft. Dat is een kortlopend krediet, dat men na de deblokkering van de rekeningen kan terugbetalen. Is men voldoende vermogend en gekend bij de bank en weet die zeker dat men als langstlevende partner recht zal hebben op minstens € 10.000, dan zal de bankier wellicht bereid zijn om gedurende enkele maanden een ‘cash facility’ van € 10.000 toe te staan, zodat de nodige betalingen mogelijk zijn.

Wederzijdse schenking. Nog een andere optie is dat men € 10.000 aan elkaar schenkt. Schenkingen die men tijdens het huwelijk ontvangt, blijven in principe altijd eigen vermogen. Vervolgens zet men dat geschonken geld op een rekening op eigen naam en laat men het onaangeroerd staan zodat het niet ‘vermengd’ raakt met andere gelden. Houdt men de bewijsdocumenten (pacte adjoint of schenkingsakte) goed bij, dan kan men later, bij het overlijden van de partner, gemakkelijk aantonen dat het om eigen vermogen gaat.

Tip.  Bespreek dit vooraf met de bankier zodat hij weet dat het om een rekening met eigen vermogen gaat. Wanneer er geen twijfel over bestaat dat dit geld enkel van één partner is en dus onmogelijk tot de nalatenschap van de andere kan behoren, kan hij die rekening direct deblokkeren.