Beroepsgebruik van auto elk jaar opnieuw bepalen?
Beroepsgebruik voor btw en belastingen
Belastingen. Het aftrekbaar gedeelte van autokosten wordt bepaald door twee percentages. Ten eerste het percentage beroepsgebruik en ten tweede het aftrekbaar percentage volgens het motortype en de CO2 -uitstoot van de auto, gaande van 50% tot 120%. Voor auto’s aangeschaft vóór 01.01.2018 bedraagt de aftrek minimaal 75%.
Let op! Legt u met de auto ook woon-werkverplaatsingen af, dan kunt u daarvoor maar € 0,15 per kilometer in aftrek nemen.
Btw. Het beroepsgebruik van de auto is ook van belang om te bepalen hoeveel btw u op autokosten kunt recupereren. In de mate van het privégebruik is de btw immers niet recupereerbaar. Hoe dan ook kunt u nooit meer btw recupereren dan 50%.
Zelfde beroepsgebruik? Het is niet verplicht, maar ergens wel logisch om voor de belastingen en de btw eenzelfde percentage beroepsgebruik te hanteren. Wegens de aparte aftrekbeperkingen voor de belastingen en de btw betekent dit wel niet noodzakelijk hetzelfde percentage aftrekbare kosten als recupereerbare btw. Gebruikt u bv. een auto voor 60% beroepsmatig en is de aftrekbeperking voor de belastingen 75%, dan is voor de belastingen 45% van de autokosten aftrekbaar, nl. 60% x 75%, en recupereert u 50% van de btw, het maximum.
Let op! Woon-werkkilometers tellen voor de btw als privékilometers.
Hoe bepalen?
Beroepskilometers bewijzen. Zowel voor de belastingen als de btw is het aan u om het beroepsgebruik te bewijzen. Als we woon-werkkilometers buiten beschouwing laten, is voor zowel de belastingen als de btw het percentage beroepsgebruik gelijk aan het aantal kilometers dat u met de auto voor uw werk aflegt ten opzichte van het totaal aantal met de auto afgelegde kilometers.
In het jaar van aanschaf. Daarvoor raamt u voorlopig het verwachte beroepsgebruik. Wanneer het jaar voorbij is, bepaalt u dan het definitieve beroepsgebruik. Voor de btw moet u daarvoor één van drie methodes gebruiken. Voor de belastingen zijn er geen methodes voorgeschreven.
Drie methodes. Voor de meeste zelfstandigen zijn enkel de eerste en tweede btw-methode echt geschikt. De eerste methode is het bewijs van de beroepskilometers aan de hand van een rittenadministratie. De tweede methode gaat uit van een jaarlijks forfait van privékilometers van 6.000 km plus eventuele woon-werkkilometers. De derde methode bepaalt het beroepsgebruik forfaitair op 35%, en is dus enkel interessant voor wie weinig beroepskilometers heeft.
De volgende jaren. Heeft u voor een rittenadministratie gekozen, dan geldt het percentage beroepsgebruik van het jaar van aankoop in de regel als raming voor het beroepsmatig gebruik in het jaar nadien. Als het jaar voorbij is, mag/moet u echter nog een correctie uitvoeren op basis van uw rittenadministratie. Heeft u in het jaar van aankoop gekozen voor de tweede methode, en doet u dat ook de volgende jaren, dan blijft het beroepsgebruik hetzelfde, tenzij uw woon-werkkilometers wijzigen. Heeft u in het jaar van aankoop voor de derde methode gekozen, dan zit u daar voor vier jaar aan vast.