Individuele obligaties, fondsen of trackers: wat kiest u best?

Beleggen in obligaties

Individuele obligaties. Indien u belegt in individuele obligaties, weet u dat u aan het einde van de looptijd van uw obligatie in principe uw nominaal kapitaal terugkrijgt en dat u naarmate de vervaldatum nadert, steeds minder renterisico loopt.

Obligatiefondsen. U kunt echter ook in obligaties beleggen via obligatiefondsen, zo verkrijgt u een betere spreiding van uw portefeuille. De fondsbeheerder speelt in op de prijsschommelingen door het gemiddelde van de looptijden van de obligaties in het fonds aan te passen aan de verwachte evolutie van de marktrente. Dat is het zogenaamde actief beheer.

Obligatietrackers. Een obligatietracker heeft geen vooraf bepaalde looptijd en vervaldatum! Bij een obligatietracker blijft het renterisico dus constant. Een obligatietracker volgt de onderliggende obligatie-index ‘passief’. Omdat een tracker passief beheerd wordt, liggen de kosten veel lager dan bij een beleggingsfonds. Er zijn geen instap- of uitstapkosten, behalve dan uw transactiekosten op de beurs. Voor een tracker die een grote liquide index volgt, zijn de beheerskosten minimaal, tussen de 0,15% en de 0,20%. Voor trackers bestaande uit obligaties in vreemde valuta liggen de beheerskosten doorgaans wel iets hoger.

Kosten en fiscaliteit

Kosten. De eenmalige instapkosten voor een obligatiefonds bedragen meestal 2% à 3% en de jaarlijkse beheerskosten 0,6% tot 1%. Bij een obligatietracker liggen de kosten merkbaar lager dan bij een obligatiefonds. Reken op ongeveer 0,5% transactiekosten en 0,15% à 0,20% jaarlijkse beheerskosten. Dat is alvast een enorm verschil.

Beurstaks. Op trackers bedraagt de te betalen beurstaks doorgaans 0,12%, soms 0,35% en zelden 1,32%. Of uw tracker een coupon/dividend uitkeert (distributievariant) of eerder herbelegt (kapitalisatievariant), onder welke vorm deze opgericht is én waar de tracker geregistreerd is, bepaalt welk belastingtarief van toepassing is.

Roerende voorheffing. Op een uitkering (coupon/dividend) is 30% roerende voorheffing (rv) verschuldigd.

Let op! De meeste trackers zijn buitenlands. Dividenden hebben al een buitenlandse rv ondergaan. De Belgische komt daar dan nog eens bovenop.

Meerwaarden. Op meerwaarden van trackers is vaak geen meerwaardebelasting verschuldigd. Enkel op trackers die voor 10% of meer uit obligaties en cash bestaan, is dat het geval. U betaalt 30% belasting op de meerwaarde van het obligatiegedeelte bij verkoop.

Zelf actief met trackers beleggen

Renteschommelingen. U kunt uw eigen portefeuille met trackers samenstellen zodat die anticipeert op een stijging of een daling van de rente. Het rendement van een obligatieportefeuille wordt nl. grotendeels bepaald door het zgn. duration-beleid. Een ‘duration’ van 5 wil bv. zeggen dat als de rente met 1% stijgt, de waarde van de obligatie met 5% daalt (en omgekeerd). Kortlopende obligaties hebben een lagere ‘duration’ dan langlopende obligaties. Bij een verwachte rentestijging koopt u dus het best kortlopende obligatietrackers en bij een verwachte rentedaling langlopende obligaties. Zo gaat u eigenlijk zelf een actief beheer simuleren, als een fondsbeheerder dus, maar met lagere kosten.