Verworpen autokosten en voordelen van alle aard: hoe nu het best aangeven?
Voordeel alle aard
Verworpen autokosten
Tot en met 31.12.2019 moet u, zoals u weet, een onderscheid maken tussen de brandstofkosten, wat voor elektrische auto’s de elektriciteitskosten zijn (parl. vr. nr. 818, Van Biesen, 20.03.2014) , die voor 75% aftrekbaar zijn, en de andere autokosten, waarvoor het aftrekpercentage afhankelijk is van de CO2 -uitstootklasse waartoe de auto behoort en van het brandstoftype. Interesten en andere financieringskosten zijn voor 100% aftrekbaar.
Boven op het niet-aftrekbaar gedeelte van de autokosten moet u sinds enkele jaren nog een extra bedrag aangeven als VU, wanneer een auto ook voor privéverplaatsingen gebruikt wordt. Die VU is gelijk aan 40% van het VAA of 17% als de vennootschap de brandstofkosten van het privégebruik niet betaalt (art. 198, §1, 9 a en 9bis a WIB 92) .
Voor wat volgt, is deze bijkomende VU niet van belang. Ze is van toepassing ongeacht hoe de VAA verrekend worden met de verworpen autokosten en ongeacht of de gebruiker van de auto een eigen bijdrage betaalt.
Hervorming vennootschapsbelasting
In het kader van de hervorming van de vennootschapsbelasting wijzigen de regels voor de aftrek van autokosten vanaf volgend jaar. Het aftrekbaar percentage, dat zowel voor brandstofkosten als andere autokosten zal gelden, zal gelijk zijn aan 120% - (0,5% x coëfficiënt type brandstof x aantal gram CO2 ). De coëfficiënt bedraagt 1 voor diesel, 0,95 voor benzine en 0,90 voor aardgas. Het maximale aftrekpercentage wordt 100%, het minimale 50%, maar altijd slechts 40% als de CO2 -uitstoot meer dan 200 g/km bedraagt.
Een aandachtspunt is wel dat deze nieuwe regeling zal gelden voor alle autokosten vanaf 01.01.2020 en het aanslagjaar 2021, ongeacht wanneer de auto gekocht is.
Verrekening VAA
Het VAA auto is gelijk aan 6/7 van de cataloguswaarde van de auto x een percentage dat afhankelijk is van het brandstoftype van de auto en de CO2 -uitstoot (art. 36, §2 WIB 92) . Aangezien VAA belastbaar zijn als loon en loon in principe wel volledig aftrekbaar is, moet u bij de berekening van de verworpen autokosten met de VAA rekening houden. Dat kan op twee manieren gebeuren.
Autokosten verminderen met VAA...
Ten eerste kunt u de autokosten verminderen met het VAA. U bepaalt dan per auto de totale te beperken autokosten en u verdeelt ze in brandstofkosten en andere autokosten. Daarna berekent u het VAA voor de auto in kwestie en vervolgens mag u 30% van het bedrag van het VAA aftrekken van de brandstofkosten en 70% van de andere beperkt aftrekbare autokosten (parl. vr. nr. 1160, de Clippele, 20.02.2001) .
De fiscus zegt wel niet wat u moet doen in het zeldzame geval dat het VAA groter is dan de te beperken kosten. Wellicht gaat dit eventuele ‘overschot’ aan VAA verloren en mag het dus niet aangerekend worden op de VU voor andere auto’s van de vennootschap.
... of met kosten privégebruik
Ten tweede kunt u ervoor opteren om enkel de kosten die met het beroepsgebruik te maken hebben, te beperken. De fiscus aanvaardt het gebruik van deze methode wel enkel als u kunt aantonen welk gedeelte van de gemaakte kosten op het privégebruik van de auto betrekking heeft (Ci.RH. 243/633.725 van 15.07.2014, art. 7) .
Dat doet u het best aan de hand van een kilometeradministratie waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen enerzijds zuivere beroepsverplaatsingen en anderzijds woon-werkverkeer en zuivere privéverplaatsingen. Enkel de kosten die op basis van de afgelegde kilometers verband houden met de zuivere beroepsverplaatsingen moeten beperkt worden, of zijn, in het geval van een elektrische auto, voor 120% aftrekbaar.
Vergelijking: voorbeeld
Stel dat de vennootschap in januari 2018 een nieuwe benzineauto gekocht heeft voor € 30.000, exclusief btw. De CO2 -uitstoot bedraagt 120 g/km . De andere autokosten dan brandstofkosten zijn dus voor 80% aftrekbaar. In het boekjaar 2018 heeft u voor deze auto € 2.500 brandstofkosten en € 3.500 andere kosten ten laste genomen. De auto wordt op vijf jaar afgeschreven. De bestuurder gebruikt de auto ook voor 60% privé.
De jaarlijkse afschrijving, berekend op de aanschaffingswaarde plus de niet-aftrekbare btw (60%), bedraagt dus € 6.756, nl. (€ 30.000 + (€ 6.300 x 60%)) / 5 en het VAA voor 2018 is gelijk aan € 2.178 (= € 36.300 x 6/7 x 7%).
Methode 1: We trekken 30% van het VAA (€ 653,40) af van de € 2.500 brandstofkosten, zodat de te beperken brandstofkosten na de verrekening van het VAA € 1.840,60 bedragen. 70% van het VAA (€ 1.524,60) brengen we in mindering van de € 10.256 andere autokosten (€ 3.500 + € 6.756), zodat de te beperken andere autokosten € 8.731,40 bedragen. Het niet-aftrekbaar gedeelte van de autokosten is dus gelijk aan (€ 1.846,60 x 25%) + (€ 8.731,40 x 20%) = € 2.207,93.
Methode 2: Aangezien het privégebruik 60% bedraagt, moet slechts 40% van de autokosten beperkt worden. De te beperken brandstofkosten bedragen dus € 1.000 (= € 2.500 x 40%), de andere te beperken autokosten € 4.102,40 (= € 10.256 x 40%). Het niet-aftrekbaar gedeelte van de autokosten is dus gelijk aan (€ 1.000 x 25%) + (€ 4.102,40 x 20%) = € 1.070,48.
De tweede methode is in dit voorbeeld dus veel interessanter dan de eerste. Dat is in principe altijd het geval wanneer het deel van de autokosten dat betrekking heeft op het privégebruik, meer bedraagt dan het VAA. Hoe groter het privégebruik, hoe interessanter de tweede methode is.
Verrekening eigen bijdrage
Personenbelasting
Als de gebruiker een eigen bijdrage betaalt die minstens gelijk is aan het bedrag van het VAA, dan moet er in de personenbelasting geen VAA aangegeven worden. Is de bijdrage kleiner dan het VAA, dan is enkel het verschil belastbaar in de personenbelasting (art. 36, §2, laatste lid WIB 92) .
Verworpen uitgaven
Volgens de minister mag u met deze eigen bijdrage geen rekening houden voor de berekening van de verworpen autokosten (parl. vr. nr. 15, Wouters, 22.10.2014) . Sommige rechters zijn het daarmee eens (Antwerpen, 24.11.2009, rb. Hasselt, 01.06.2017) . De meeste fiscalisten, daarin gesteund door andere rechters (Antwerpen, 17.05.2011 en Bergen, 07.11.2018) denken daar anders over. Ze redeneren terecht dat het niet logisch is dat de eigen bijdrage, die voor de vennootschap een opbrengst is, volledig belastbaar zou zijn, terwijl de kosten van de auto waarvoor de bijdrage betaald wordt, maar beperkt afgetrokken kunnen worden.
Facturen opstellen
Merk op dat er sinds de hervorming van de vennootschapsbelasting volgens sommigen nog een argument extra is voor dit standpunt. Vanaf het aanslagjaar 2019 moet de aftrekbeperking immers niet meer toegepast worden op kosten die aan derden doorgerekend worden, mits deze kosten uitdrukkelijk en afzonderlijk op factuur vermeld zijn (art. 66, §3, 4° WIB 92) . Door een factuur op te maken voor de eigen bijdrage, zou u de kosten dus niet meer moeten beperken. Derden zijn echter aan het bedrijf vreemde personen. Werknemers en bedrijfsleiders zijn geen derden.