BOEKHOUDING - BELASTINGEN - 20.01.2020

Hoe moet u de zgn. minimumbezoldiging berekenen indien er voordelen alle aard aan uw baas toegekend worden?

Een van de compenserende maatregelen ter financiering van de hervorming van de vennootschapsbelasting was de verhoging van de zgn. minimumbezoldiging (van € 36.000 naar € 45.000). Aan de minister werden twee mondelinge parlementaire vragen gesteld i.v.m. de berekening hiervan indien er voordelen alle aard toegekend worden en de 50%-voorwaarde. Wat heeft de minister erop geantwoord? Hoe kunt u dan nog bijsturen als blijkt dat hierdoor het loon van uw baas niet voldoet aan de minimumbezoldiging en de vennootschap zo het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting kan mislopen?

Verlaagd tarief

Minimumbezoldigingsvereiste

Om recht te hebben op het verlaagd tarief vennootschapsbelasting moet een kmo-vennootschap aan een aantal voorwaarden voldoen. Een van die voorwaarden is dat de kmo aan ten minste één bedrijfsleider (natuurlijk persoon) een bezoldiging van ten minste € 45.000 moet toekennen of van een waarde gelijk aan minstens 50% van het belastbaar resultaat vóór bezoldiging (art. 215, lid 3, 4° WIB 92) .

Voor alle duidelijkheid, het gaat om het belastbaar resultaat na aftrek van overgedragen verliezen, investeringsaftrek en andere aftrekposten.

Parlementaire vragen

50%-voorwaarde meerdere bedrijfsleiders

De vraag. Wat is de belastbare winst ‘vóór aftrek van de bezoldiging’ indien er meerdere bedrijfsleiders een loon krijgen, nl. vóór aftrek van alle bedrijfsleiderslonen of enkel van het hoogste loon?

“Veronderstel dat het resultaat van het belastbaar tijdperk vóór aftrek van enige bedrijfsleidersbezoldiging € 60.000 bedraagt en dat aan een eerste bedrijfsleider-natuurlijke persoon € 20.000 en aan een tweede € 10.000 uitgekeerd wordt, dan bedraagt het uiteindelijk belastbaar resultaat € 30.000. Is de minimaal vereiste bedrijfsleidersbezoldiging om de afzonderlijke aanslag en dus de penalisatie te vermijden dan (€ 30.000 + € 20.000 + € 10.000) × 50%, dus € 30.000, dan wel (€ 30.000 + € 20.000) × 50%, zijnde € 25.000?” (parl. vr. nr. 27263, Van Biesen, 24.10.2018) .

Het antwoord van de minister luidt als volgt: “Voor de berekening van de afzonderlijke aanslag in artikel 219 worden in het voorbeeld dat u aanhaalt, de hoogste bedrijfsleidersbezoldiging en het belastbaar inkomen vóór aftrek van die bezoldiging genomen. In uw voorbeeld bedraagt de minimale bedrijfsleidersbezoldiging dus € 25.000, nl. 50% van € 50.000 (= € 30.000 + € 20.000).”

Hoe concreet toepassen? Indien geen enkele bedrijfsleider (natuurlijk persoon) € 45.000 (incl. voordelen alle aard (VAA)) aan bezoldigingen heeft in het belastbaar tijdperk, dan moet u nagaan of de vennootschap voldoet aan de zgn. 50%-voorwaarde, die er als volgt uitziet:

Hoogste bedrijfsleidersbezoldiging (natuurlijk persoon) ≥ (belastbaar resultaat van de vennootschap + hoogste bedrijfsleidersbezoldiging (natuurlijk persoon)) x 50%

Let op!  Zodra het belastbaar resultaat van de vennootschap vóór toekenning van de hoogste bedrijfsleidersbezoldiging hoger is dan € 90.000, moet de bedrijfsleidersbezoldiging (inclusief VAA) minstens € 45.000 bedragen opdat de vennootschap het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting kan genieten.

50%-voorwaarde voordelen alle aard

De vraag. “Hoe moet het resultaat vóór bezoldiging berekend worden indien een deel van de bedrijfsleidersbezoldiging bestaat uit forfaitaire voordelen van alle aard (VAA) waarvoor een forfaitaire waardering bestaat? Die VAA komen immers in aanmerking om te bepalen welk bedrag aan bedrijfsleidersbezoldiging toegekend is. Kan dat opgelost worden door het fiscaal resultaat na de bedrijfsleidersbezoldiging, en waarin dus de fiscaal aftrekbare uitgaven inzake het verschaffen van de VAA opgenomen zijn, te verhogen met de bedrijfsleidersbezoldiging waarin de forfaitair gewaardeerde VAA inbegrepen zijn?”

“Stel dat er een belastbaar resultaat is na bezoldiging van € 20.000 en er aan slechts één bedrijfsleider een VAA van € 10.000 toegekend werd, is de vereiste minimale bezoldiging dan € 10.000 (50% van € 20.000) of € 15.000 (50% van (€ 20.000 + € 10.000))?” (parl. vr. nr. 27264, Van Biesen, 24.10.2018) .

Wat is het antwoord? “Het belastbaar inkomen van de vennootschap, vóór aftrek van de bedrijfsleidersbezoldiging, bedraagt € 20.000, terwijl de bezoldiging bestaande uit forfaitaire VAA slechts € 10.000 bedraagt. De bezoldiging is derhalve niet gelijk aan het belastbaar inkomen van de vennootschap. De minimale bedrijfsleidersbezoldiging wordt in dit geval berekend op € 30.000 (= € 20.000 + € 10.000) en bedraagt dan € 15.000 (50% van € 30.000).”

Kortweg. Om de belastbare winst van de vennootschap vóór de aftrek van het loon vast te stellen, moeten gewoon de VAA bij de belastbare winst opgeteld worden.

Hoe concreet toepassen? Indien geen enkele bedrijfsleider (natuurlijk persoon) € 45.000 aan bezoldigingen (incl. VAA) heeft in het belastbaar tijdperk en aan deze bedrijfsleider(s) ook VAA toegekend werden, dan moet u nagaan of de vennootschap voldoet aan de zgn. 50%-voorwaarde, die er dan als volgt uitziet:

Hoogste bezoldiging, incl. VAA toegekend aan bedrijfsleider-natuurlijk persoon ≥ (belastbaar resultaat van de vennootschap + hoogste bezoldiging, incl. VAA toegekend aan bedrijfsleider-natuurlijk persoon) x 50%

Voorbeelden

50%-voorwaarde meerdere bedrijfsleiders

De vennootschap X heeft een belastbare winst van € 30.000. Er zijn twee bedrijfsleiders. A heeft een loon van € 20.000 en B heeft een loon van € 10.000. Er zijn geen forfaitaire VAA. Daar geen enkele bedrijfsleider een loon van minstens € 45.000 opgenomen heeft, moet u nagaan of de vennootschap voldoet aan de 50%-voorwaarde.

U moet dus de belastbare winst met de hoogst toegekende bedrijfsleidersbezoldiging verhogen. In ons voorbeeld geeft dat € 50.000 (€ 30.000 + € 20.000). De vennootschap voldoet aan de 50%-voorwaarde indien de bezoldiging minstens € 25.000 bedraagt, wat in dit geval niet zo is. Het bezoldigingstekort bedraagt immers € 5.000 (€ 25.000 - € 20.000).

Tip 1. U kunt bovenstaand bezoldigingstekort nog oplossen door aan uw baas op de komende jaarvergadering een tantième toe te kennen van minstens € 5.000.

Tip 2. Is de belastbare winst van uw vennootschap lager dan € 45.000, dan kent u uw baas het best iets meer loon toe dan exact hetzelfde bedrag als die belastbare winst. Kwestie van bij een controle nog te voldoen aan de 50%-voorwaarde als uw controleur de belastbare winst dan wat verhoogt!

50%-voorwaarde voordelen alle aard

De vennootschap Y heeft een belastbare winst van € 30.000. Er zijn twee bedrijfsleiders. A heeft een loon van € 20.000 en B heeft een loon van € 10.000. Vennootschap Y stelt ook een gratis woonst ter beschikking van A met een belastbaar VAA van € 12.000. Daar geen enkele bedrijfsleider een loon van minstens € 45.000 (incl. VAA) opgenomen heeft, moet u nagaan of de vennootschap voldoet aan de 50%-voorwaarde.

U moet dus de belastbare winst met de hoogst toegekende bedrijfsleidersbezoldiging (incl. VAA) verhogen. In ons voorbeeld geeft dat € 62.000 (€ 30.000 + € 20.000 + € 12.000). De vennootschap voldoet aan de 50%-voorwaarde indien de bezoldiging (incl. VAA) minstens € 31.000 bedraagt, wat in dit geval wel zo is, nl. € 32.000 (€ 20.000 + € 12.000). Er is dus geen bezoldigingstekort.

Indien geen enkele bedrijfsleider (natuurlijk persoon) een loon van minstens € 45.000 (incl. VAA) opgenomen heeft, moet u volgens de minister enkel rekening houden met de hoogst toegekende bedrijfsleidersbezoldiging om de 50%-voorwaarde te berekenen. Indien die bezoldiging (ook) uit forfaitaire VAA bestaat, moet u die toevoegen aan het belastbaar resultaat om de 50% te berekenen! Let wel, zodra het belastbaar resultaat van de vennootschap (vóór toekenning van de bedrijfsleidersbezolding) € 90.000 of meer bedraagt, moet het loon van uw baas minstens € 45.000 (incl. VAA) bedragen om het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting te kunnen genieten. Indien er een bezoldigingstekort is, kunt u dat nog oplossen door op de volgende algemene vergadering een tantième toe te kennen aan uw baas.

Contactgegevens

Larcier-Intersentia | Tiensesteenweg 306 | 3000 Leuven

Tel.: 0800 39 067 | Fax: 0800 39 068

contact@larcier-intersentia.com | www.larcier-intersentia.com

 

Maatschappelijke zetel

Lefebvre Sarrut Belgium NV | Hoogstraat 139 - Bus 6 | 1000 Brussel

RPM Bruxelles | TVA BE 0436.181.878