De 40 dagenregel en uw dagvergoeding
De 40 dagenregel
Wat? Bent u voor uw werk in één kalenderjaar 40 dagen of meer aanwezig op een bepaalde plaats, lees: bij een klant, dan is die plaats volgens de fiscus een vaste plaats van tewerkstelling.
Tip 1. Uw aanwezigheid moet een ‘wezenlijke’ vorm van tewerkstelling inhouden (mond. parl. vr. nr. 2057, Bogaert, 13.02.2008) . Het moet dus om meer gaan dan even bij een klant binnenspringen of een korte vergadering bijwonen. Hierover is dus nog enige ruimte voor discussie met uw controleur...
Let op! De 40 dagen hoeven niet noodzakelijk op elkaar te volgen.
Tip 2. Anderzijds moeten de 40 dagen wel in een en hetzelfde kalenderjaar vallen. Werkt u eind 2022 20 dagen bij een klant en nog eens 30 dagen begin 2023, dan is dat voor u geen vaste plaats van tewerkstelling, tenminste niet volgens de 40 dagenregel. U kunt hier dus enigszins rekening mee houden bij uw planning.
Belang voor onkostenvergoedingen
Onkostenvergoeding. Bent u op één dag meer dan zes uur (middaguren incl.) onderweg voor uw vennootschap, dan kan uw vennootschap u een belastingvrije dagvergoeding ( T&A Belastingtips voor vrije beroepen, jg. 31, nr. 7, p. 5, 28.11.2022 ) betalen van € 19,60 (sinds 01.12.2022). Legt u verplaatsingen voor uw vennootschap af met uw eigen auto, dan kunt u eveneens een belastingvrije vergoeding opnemen van € 0,4201 per kilometer (sinds 01.10.2022).
Verband met 40 dagenregel? Vermits verplaatsingen van de woonplaats naar een vaste plaats van tewerkstelling privéverplaatsingen zijn, kunt u volgens de minister geen dag- of kilometervergoeding opnemen voor verplaatsingen naar een klant waar u 40 dagen of meer per jaar werkt (parl. vr. nr. 1, Wouters, 07.03.2013) .