Uw vennootschap heeft (tijdelijk) geld nodig, wat zijn uw opties?
Uw vennootschap heeft geld nodig
Bij de bank aankloppen. Uw vennootschap kan uiteraard altijd naar de bank stappen en een krediet onderhandelen. Het tarief dat zij dan aangeboden krijgt, is o.a. afhankelijk van haar kredietwaardigheid, de soort lening (kaskrediet, investeringskrediet, ...), de termijn, ... Voor een kaskrediet hanteren banken courant een tarief van 8% of meer!
Waarom dan niet bij u aankloppen? Uw spaarboekje brengt toch niets op. Bij de grootbanken krijgt u nog amper 0,25% à 1,4% (getrouwheidspremie inbegrepen). Bij de kleinere banken bedraagt het beste tarief momenteel 2,5%. In mei bedroeg de inflatie in België 5,2% op jaarbasis. Een sluipende verarming voor uw spaarcenten dus... Leent u uw geld, dat nu nog op een spaarboekje staat, uit aan uw vennootschap, dan kunt u uw brutorendement erop alvast verhogen. Wat zijn dan echter de fiscale spelregels?
De fiscale spelregels: twee grenzen
Bedrag van de lening. Het bedrag van de lening mag niet hoger zijn dan de belaste reserves bij het begin van het boekjaar plus het gestorte kapitaal aan het einde van het boekjaar (art. 18, 4° WIB 92) . Voor vennootschappen zonder vennootschapsrechtelijk kapitaal, zoals de BV, is het fiscaal gestorte kapitaal het eigen vermogen van de vennootschap voor zover dat gevormd wordt door werkelijk gestorte inbrengen in geld of in natura, andere dan inbrengen in nijverheid, en voor zover er geen terugbetaling of vermindering plaatsgevonden heeft (art. 2, §1, 6° en 184 WIB 92) . Als uw rc-tegoed toch die grens zou overschrijden, worden de interesten die betrekking hebben op het gedeelte dat die grens overschrijdt, geherkwalificeerd in dividenden, die wel onderworpen worden aan in principe hetzelfde tarief roerende voorheffing, maar niet aftrekbaar zijn bij uw vennootschap.
Interesten marktconform... Een tweede regel die u moet respecteren, houdt in dat u nooit meer rente mag vragen dan de marktrente. Vraagt u interesten die hoger liggen dan die marktrente, dan wordt het overdreven deel fiscaal gezien ook geherkwalificeerd in niet-aftrekbare dividenden (art. 18, lid 1, 4° WIB 92) .
... volgens zomerakkoord. Als gevolg van het zomerakkoord moet u sinds 2020 rekening houden met de door de NBB bekendgemaakte MFI-rentevoet voor leningen  € 1.000.000 met variabel tarief en initiële rentebepaling tot één jaar aan niet-financiële instellingen ( http://stat.nbb.be/Index.aspx?DataSetCode=MIRCCO&lang=nl , tweede lijn). U neemt dan het tarief van november van het voorgaande jaar, verhoogd met 2,5% . Het tarief van november 2022 bedraagt 3,2%. De interesten die u voor 2023 kunt toepassen, zijn dus marktconform zolang u zich beperkt tot 5,7% (3,2% + 2,5%).
Per saldo bent u toch beter af. Op de interesten uit uw vennootschap betaalt u vanaf de eerste euro wel belastingen, nl. 30% roerende voorheffing (rv). Van de 5,7% interesten, houdt u netto nog 3,99% (tegen 30% rv) over. Dat is dus veel meer dan wat u op uw spaarboekje krijgt.