Variabel deeltijds rooster niet tijdig meegedeeld, wat dan?
Variabele deeltijdse werkroosters. Wanneer deeltijdse werknemers met een variabel werkrooster werken (d.w.z. dat de dagen en uren waarop ze moeten werken vooraf niet nauwkeurig bepaald worden), moet u hen minstens zeven werkdagen op voorhand schriftelijk op de hoogte brengen van het toepasselijke werkrooster. Die kennisgeving moet u ook bijhouden tot Ă©Ă©n jaar na het einde van de periode dat het betrokken werkrooster van toepassing was.
Zo niet vermoeden dat ze voltijds werken. Is die kennisgeving niet gebeurd, dan zullen de betrokken werknemers in geval van een sociale inspectie vermoed worden voltijds aan de slag te zijn. In dat geval kan de RSZ dus de verschuldigde socialezekerheidsbijdragen berekenen op basis van een (fictief) voltijds loon. Dat vermoeden kan door de werkgever weerlegd worden door te bewijzen dat de werknemers effectief maar deeltijds werken.
Wat was er gebeurd?
Controle van RSZ-inspectie. Bij een inspectie in een bakkerij stelde de RSZ vast dat het officieel aantal gewerkte uren voor een groot aantal deeltijdse werknemers veel lager lag dan de door hen werkelijk gepresteerde uren. De uitbater van de bakkerij erkende dat hij de door de wet voorgeschreven kennisgeving van de variabele deeltijdse uurroosters nooit gedaan had.
RSZ-bijdragen als voltijdse. De RSZ beriep zich dus op het vermoeden van voltijdse tewerkstelling en vorderde achterstallige RSZ-bijdragen alsof de betrokkenen voltijds werkten. De RSZ ging daarvoor zelfs tot drie jaar terug in de tijd. De bakker stelde beroep in tegen deze beslissing van de RSZ.
Wat besliste het arbeidshof?
Tegenbewijs was onvoldoende. De bakker probeerde het vermoeden van voltijdse tewerkstelling te weerleggen door onder meer te verwijzen naar de verschillende niet-professionele activiteiten van de betrokken werknemers om te argumenteren dat ze onmogelijk voltijds bij hem aan de slag konden zijn (bv. vrijwilligerswerk, studies, enz.).
Vermoeden blijft dat ze voltijds werkten. Het arbeidshof oordeelde dat het vermoeden van voltijdse tewerkstelling niet weerlegd werd. De bakker moest dus tot drie jaar terug in de tijd achterstallige socialezekerheidsbijdragen betalen alsof de betrokken deeltijdse werknemers voltijds werkten bij hem en dus ook een voltijds loon ontvingen.
Wat moet u daarvan onthouden?
Formaliteiten bij deeltijdse tewerkstelling. Werkt u met deeltijdse werknemers, dan zijn de formaliteiten voor de bekendmaking van hun werkrooster van belang. De niet-naleving daarvan kan immers grote financiële gevolgen hebben.
Ook recht op voltijds loon? Dat vermoeden van voltijdse tewerkstelling speelt wel alleen in het voordeel van de RSZ. De werknemer kan zich daar dus niet op beroepen om zelf ook een voltijds loon te claimen. Als de werknemer beweert recht te hebben op een voltijds loon, moet hij zelf het bewijs leveren van deze voltijdse prestaties.
Arbh. Luik, afd. Namen, 21.02.2023, R.G. 2022/AN/51.
De uitspraak is contra de werkgever.