Erfenis: niet eens met de verdeling door de notaris?
Minnelijke verdeling. Elke erfgenaam kan zelf naar een notaris stappen die dan eventueel een voorstel tot verdeling kan formuleren. U bent dan helemaal niet verplicht om met dat voorstel in te stemmen. Sterker nog, als u het niet eens bent met het voorstel, moet u zelfs niet reageren. De notaris kan in deze situatie enkel een regeling uitwerken als iedereen het daar volledig mee eens is. Een dergelijk akkoord wordt niet vermoed, zelfs niet als u helemaal niet reageert op wat de notaris voorstelt.
Gerechtelijke verdeling. Als de notaris door de rechtbank werd aangesteld in het kader van de vereffening-verdeling van een nalatenschap (of van een echtscheiding), zal de notaris uiteindelijk zelf aangeven hoe hij de verdeling ziet, als de partijen het niet eens raken. De notaris zal, nadat iedereen zijn standpunt heeft kunnen geven, een staat van vereffening-verdeling opmaken, waarbij hij zijn oordeel geeft over hoe de vereffening-verdeling moet gebeuren.
Zwarigheden. Vaak zal u in zo’n staat op een aantal punten gelijk krijgen en op andere punten ongelijk. Tegen de staat van de notaris kunt u dan zwarigheden formuleren. U geeft dan aan welke opmerkingen u heeft bij het standpunt van de notaris en waarom u het met bepaalde standpunten niet eens bent. Wees dan zo volledig mogelijk, want u kunt later geen bijkomende opmerkingen meer formuleren bij de staat. Doet u dat toch, dan zijn die opmerkingen onontvankelijk. U kunt enkel nog een actualisatie vragen die rekening houdt met bepaalde betalingen voor onverdeelde goederen die u verrichtte sinds de staat werd opgemaakt, als u bv. de onroerende voorheffing nog betaald heeft.
Termijn. Om uw opmerkingen aan de notaris te laten kennen, beschikt u over een termijn van een maand vanaf de dagtekening van het schrijven van de notaris waarin die u de staat bezorgt en u aanmaant om uw eventuele opmerkingen te laten kennen (art. 1223 §1 Ger.W.) . Er kan enkel van die regel worden afgeweken als alle partijen en de notaris akkoord zijn om een andere termijn te laten gelden. Opmerkingen die u te laat formuleert, zullen als onontvankelijk worden beschouwd. Als de notaris in zijn brief een andere termijn opgeeft, houdt u zich toch het best aan de wettelijke termijn. Ook als u zich globaal kunt vinden in de staat, hoewel een aantal punten niet echt met uw wensen overeenstemmen, is het aangewezen om voor de punten waarop u ongelijk krijgt, toch tijdig zwarigheden te formuleren. De kans is immers groot dat de andere partijen wel zwarigheden zullen formuleren. U riskeert dan dat de punten waarmee u het zelf niet eens bent definitief in uw nadeel beslecht zijn, terwijl de punten waarop u wel gelijk kreeg misschien nog in uw nadeel worden teruggedraaid. Iets anders wordt het als u tijdens de termijn waarbinnen u zwarigheden kunt formuleren alsnog tot een akkoord komt met de andere partijen om de staat van de notaris te aanvaarden zoals die is of met enkele aanpassingen waarover iedereen het eens is.
Rechtbank. Als een of meerdere partijen zwarigheden hebben, zal de notaris van die zwarigheden een pv opmaken. Vervolgens geeft de notaris zijn mening over de opmerkingen die werden geformuleerd. De notaris kan dan beslissen om de bevindingen van de staat zonder meer te behouden of die op bepaalde vlakken aan te passen. De notaris bezorgt een kopie van dit advies aan de partijen en maakt het dossier ook over aan de rechtbank, die uiteindelijk zal beslissen. Zodra de rechtbank het dossier van de notaris ontvangt, zal die een zitting organiseren waarop de zaak een eerste keer voorkomt. In de regel kan de zaak niet op deze zitting worden behandeld. Er worden meestal termijnen vastgelegd waarbinnen elke partij conclusies kan neerleggen. Verder wordt veelal een datum vastgelegd waarop de zaak dan uiteindelijk zal worden gepleit. Na die pleitzitting zal de rechtbank een vonnis opmaken waarin ze haar standpunt geeft over de geschilpunten en waarbij de zaak opnieuw naar de notaris wordt gestuurd om zijn staat op basis van het vonnis aan te passen. Elke partij kan dan ook nog beslissen om hoger beroep aan te tekenen tegen dat vonnis. Ook in hoger beroep zullen er conclusietermijnen worden vastgelegd en zal een pleitdatum worden bepaald. Tegen het arrest in hoger beroep kan zelfs nog cassatieberoep aangetekend worden. Reken voor een procedure voor de rechtbank van eerste aanleg al snel een periode van een half jaar tot een jaar en voor een beroepsprocedure minstens even lang. Deze termijnen kunnen wel verschillen van rechtbank tot rechtbank. Weet wel dat er te allen tijde tijdens deze procedure alsnog tot een akkoord kan worden gekomen.