Geen minimumloon in startende vennootschap
Geen minimumloon nodig. Wanneer uw vennootschap niet aan ten minste één bedrijfsleider een minimumloon toekent, is ze in principe uitgesloten van het verlaagde belastingtarief van 20% op de eerste schijf belastbare winst van € 100.000. Dat loon moet ten minste € 45.000 bedragen of, als de belastbare winst van uw vennootschap lager is dan € 45.000, ten minste gelijk zijn aan die belastbare winst. Voor startende vennootschappen geldt die voorwaarde echter niet.
Wat is een startende vennootschap? Een vennootschap wordt als startend beschouwd tot en met het vierde boekjaar vanaf haar oprichting (art. 215, lid 3, 4° WIB 92) . Ze wordt in principe geacht opgericht te zijn op datum van de neerlegging van de oprichtingsakte op de griffie van de ondernemingsrechtbank (art. 145/26, §1, lid 3 WIB 92) .
Wat bij voortzetting activiteit? Als uw vennootschap een activiteit voortzet die u als natuurlijk persoon al uitoefende, wordt ze geacht opgericht te zijn op het ogenblik dat u zich voor die activiteit het eerst ingeschreven heeft in de KBO. Gaat het om de voortzetting van de activiteit van een andere rechtspersoon (vennootschap of VZW), dan telt de neerlegging van de oprichtingsakte van die al bestaande rechtspersoon op de griffie van de ondernemingsrechtbank (art. 145/26, §1, lid 4 WIB 92) .
Wat met vennootschap-bestuurder? Iemand die jaren bestuurder in persoonlijke naam geweest is van een vennootschap, oefent vanaf een bepaald moment het bestuur uit via een andere, nieuwe vennootschap. Volgens de minister heeft die vennootschap de eerste vier boekjaren recht op de vrijstelling van de minimumbezoldigingsvoorwaarde (parl. vr. nr. 1686, Vermeersch, 13.09.2023) . Het gaat nl. niet om de voortzetting van een activiteit zoals bedoeld in de wet. Een vennootschap besturen is immers geen ‘onderneming’ en vereist geen inschrijving in de KBO.