Is de auto van uw partner een abnormaal voordeel?

Wat is er gebeurd?

Een vennootschap leasde een auto voor haar bedrijfsleider. Op het einde van het contract stond de vennootschap het recht om de aankoopoptie te lichten af aan de partner van de bedrijfsleider die niets met de vennootschap te maken had. Zo kon zij de auto dus kopen tegen een spotprijsje. Volgens de controleur verkreeg de bedrijfsleider hierdoor echter een voordeel vanwege zijn eigen vennootschap. Hij werd dan ook belast op een voordeel van alle aard gelijk aan het verschil tussen de werkelijke waarde van de auto en hetgeen er betaald werd.

Wat heeft de rechter gezegd?

De zaak kwam uiteindelijk voor het Hof van ­cassatie (17.03.2011) en daar beet de fiscus in het zand. Volgens het Hof had de bedrijfsleider het voordeel nl. niet zélf verkregen, maar wel zijn partner. Hieruit volgde dat de bedrijfsleider niet belast kon worden op een voordeel van alle aard.

Wat moet u ervan onthouden?

Goed nieuws. De fiscus vraagt al sinds jaar en dag gegevens op bij de leasingmaatschappijen om bedrijfsleiders, die zelf de aankoopoptie lichten, te kunnen belasten op een voordeel van alle aard. Om hieraan te ontsnappen, lieten heel wat bedrijfsleiders de optie lichten door hun partner (die niets met de vennootschap te maken heeft). De fiscus loste dit echter op door de bedrijfsleider dan maar zelf te belasten. Dit is echter niet correct, zoals nu ook door het Hof van cassatie bevestigd wordt.

Let op! Dit betekent niet dat er helemaal niets belast zal worden. De fiscus kan nl. het verschil tussen de aankoopoptie en de werkelijke waarde wél bij de vennootschap belasten als een zgn. abnormaal of goedgunstig voordeel. Toch is ook dit nog goed nieuws, want zo’n voordeel wordt bij uw vennootschap voordeliger belast dan bij u privé (tegen de progressieve tarieven + ­sociale bijdragen).

Kwalijk gevolg voor andere situaties

De situatie. Het nieuwe arrest van het Hof van cassatie brengt dan wel goed nieuws voor de leasing­situatie, het heeft tegelijkertijd ook minder aangename gevolgen op een ander vlak. Met name wanneer u een tweede auto, lees: die van uw echt­geno(o)t(e), aftrekt in de vennootschap, terwijl hij/ zij geen bedrijfsleider is in deze vennootschap...

De kwalijke gevolgen. In een dergelijke situatie past men weleens een ‘trucje’ toe om ‘fiscaal gezien in orde te zijn’, door ook voor deze tweede auto een forfaitair voordeel van alle aard voor het privé­gebruik aan te geven. Op zich is dat nl. een interessante ‘deal’ vermits het forfaitaire belastbare voordeel (pakweg € 2.500 per jaar) meestal veel lager ligt dan de aftrek van de werkelijke kosten van de auto. Uit het nieuwe cassatiearrest volgt nu echter dat de fiscus dit op een veel zwaardere manier kan belasten. Positief is nog enigszins dat het belast wordt als een zgn. abnormaal of goedgunstig voordeel in de vennootschap, maar de ­heffing wordt helaas niet berekend op het bedrag van het for­faitaire voordeel, maar wél op de ­werkelijke kosten die afgetrokken werden.

Goed om te weten. De controleur moet wel eerst bewijzen dat het uw partner is die de auto gebruikt. U kunt zich echter op zijn minst verwachten aan discussies met uw controleur als u de auto van uw partner wilt aftrekken als beroepskosten…