Speelt de fameuze driejarige termijn na elke schenking?
U schenkt roerende goederen
Niet geregistreerd. Wie een roerende schenking doet die niet onderworpen geweest is aan de schenkbelasting, wordt in principe toch belast in de erfbelasting als de schenker binnen de drie jaar overlijdt. De fiscus doet dan alsof die schenking toch nog in de nalatenschap zit voor de erfbelasting. In de praktijk gaat het dan vooral om schenkingen van roerende goederen via een handgift, bankgift, de Nederlandse notaris, de kwijtschelding van een schuld, enz.
Wel geregistreerd. Die drie jaar speelt niet voor roerende schenkingen die geregistreerd werden, lees: waarop schenkbelasting betaald werd. In de drie gewesten kan dat tegen een vlak of vast tarief van 3% (3,3% in Wallonië) voor schenkingen ‘in rechte lijn’ (ouders, kinderen en echtgenoten of wettelijk samenwonenden). Dat is uiteraard het geval als u een roerende schenking doet voor een Belgische notaris, maar bv. ook voor een hand- of bankgift die u vóór het overlijden registreert op het registratiekantoor. Als het gaat om familiale ondernemingen, waarvan de voorwaarden verschillen per gewest, kan er zelfs geregistreerd geschonken worden tegen 0%.
U schenkt een onroerend goed
Schenken om de drie jaar. Om onroerend goed te schenken moet u naar de Belgische notaris en moet er sowieso schenkbelasting betaald worden, die ‘progressief’ is. Hoe meer u schenkt, hoe duurder het wordt. Om deze opklimmende tarieven te doorbreken, wordt onroerend goed in de praktijk dikwijls ‘in stukjes’ geschonken. Onroerende schenkingen die gebeuren met een tussentijd van minder dan drie jaar, worden voor het tarief echter beschouwd als één en dezelfde schenking. Wie wil schenken in schijfjes om zo telkens terug in de laagste tarieven te vallen, moet m.a.w. minstens drie jaar tussen elke schenking laten.
Opduweffect van drie jaar. Als vader bv. aan zijn kinderen zijn appartement met een waarde van € 300.000 schonk en hij overlijdt binnen de drie jaar, dan speelt in principe het ‘opduweffect’. Dat betekent dat de waarde van die onroerende schenking (€ 300.000) dan ook bij de nalatenschap van de schenker gevoegd wordt voor het bepalen van de erfbelasting op de overige onroerende goederen. Hierdoor is er doorgaans een hoger tarief van toepassing op de rest van de nalatenschap.
Soms geen opduweffect
Geen opduweffect in Brussel. In het Brussels gewest is dit opduweffect bij overlijden binnen de drie jaar afgeschaft. Let wel, dit geldt slechts voor schenkingen sinds 01.01.2016. Een schenking die bv. op 10.08.2015 gedaan werd door iemand die nu overlijdt, valt wel nog onder de toepassing van dit zgn. progressievoorbehoud.
Soms niet in Vlaanderen. Ook in Vlaanderen zal het opduweffect soms niet spelen, omdat er geen andere onroerende goederen meer zijn of er geen andere ‘belastbare’ onroerende goederen zijn in de nalatenschap (bv. de gezinswoning gaat volledig belastingvrij naar de langstlevende partner). Het opduweffect leidt dan niet tot hogere tarieven. In Vlaanderen wordt er immers een opsplitsing gemaakt tussen roerende en onroerende goederen in bv. rechte lijn. Dat betekent dus ook dat de tarieven afzonderlijk toegepast worden op de roerende en op de onroerende goederen.